VAN DEN ZEEBODEM
De tarweoogst in de Wieringermeer
GRAAN
Het koren staat aan schooven. Zoover het oog zien
kan, strekken zich de korenvelden in de Wieringer
meer uit, slechts hier en daar afgewisseld door vlas,
bieten en erwten. (Foto's FoUinga)
Op 21 Augustus 1941 was het elf jaar geleden, dat de Wieringer
meer droog kwam te liggen. Grootsch is het werk, dat Neder-
landsche ingenieurs en Nederlandsche arbeiders tot stand brachten.
Een zee was uitgebannen, envoorgoed, want Nederlanders
doen geen half werk.... Elf jaren zijn sindsdien voorbijgegaan en
waar eertijds de visschers van Volendam, Urk en Spakenburg hun
netten uitwierpen, in de Zuiderzee, daar ploegt nu de landman
den vroegeren zeebodem om; voor de achtste maal hebben de
bewoners van den Wieringermeerpolder, jonge pioniers van onzen
boerenstand, den oogst binnengehaald. Nu wordt de grond op
nieuw geploegd, geëgd en ingezaaid, opdat de boer het volgend
jaar weer oogsten kan....
Mn de Oogstmaand krijgt de Wieringermeer, het
jongste stuk Nederlandsche bodem, dat door
knappe ingenieurs en stoere polderjongens op
de zee veroverd werd, weer eenigszins het aspect van
vóór 1930. Toen was het een blauwe zee met wit
schuimende golfkoppen en tegen de luchten aan den
einder teekenden zich de bruine en witte zeilen van
visschersschepen af. In de Oogstmaand is de Wie
ringermeer één golvende, goudgele zee van rijpend
graan, waarmede de helderroode daken van de
prachtige, nieuwe boerderijen fel contrasteeren.
In deze uitgestrekte, vlakke velden, waar de hoo
rnen nog niet hoog genoeg zijn om het uitzicht noe
menswaard te breken, laat staan dat ze beschutting
zouden kunnen bieden tegen den sterken wind, die
daar alle seizoenen waait, ziet men omstreeks half
Juli de maaimachines reeds aan het werk. De erwten
worden gezicht en zoodra ze winddroog zijn, komen
ze op ruiters te staan. U kent ze wel: de ronde,
grauwbruine hoopen, die in Augustus nog overal
op de velden te zien waren. Ook de vlastrekkers
komen dan in actie. En terstond daarop, meestal
reeds in de eerste dagen van Augustus, begint de
tarweoogst, dé groote oogst van de Wieringermeer.
Nooit krijgt de boer een schijn van kans om in
Augustus met vacahtie te gaan en toch heeft hij in
deze maand dezelfde wen-
schen als iedere vacantie-
ganger, namelijk: aanhou
dend droog, en liefst zonnig
weer. Dit jaar trof men het
in de Oogstmaand al bij
zonder slecht; bijna geen
dag ging voorhij zonder
regenbui, terwijl de boer
tijdens den oogst juist den
regen kan missen als kies
pijn! Immers, zoodra het
rijpe koren gemaaid is en
de schooven aan hokken
of op kleine schelven zijn
geplaatst, moet het min
stens veertien dagen op het
land blijven staan om te
drogen. Is de tarwekorrel zóó hard, dat ze tusschen
de kiezen kraakt, dan pas mag het koren naar de
schuren gereden en gedorscht worden.
Vroeger werd alle graan met de
hand (sikkel en zicht) gemaaid. In
do Wieringermeer is dit oude
handwerk nooit moer toegepast. De
directie van de Wieringermeer, die
de staatslandbouwbedrijven aan
daarvoor met zorg uitgekozen land
bouwers in pacht uitgeeft, bevor
derde van het begin af aan zoo
veel mogelijk het gebruik van de
nieuwste landbouwmachines en ook al om
dat slechts weinige arbeiders toestemming
kregen zich in de Wieringermeer te vestigen
de directie voelde niets voor een werk-
loozenvraagstuk moesten de hoeren het
werk voornamelijk verrichten met tractoren
en machines. En al heel snel hebben
zij zich met het gebruik van de beste en
modernste landbouwmachines vertrouwd ge
maakt. Op eenige bedrijven werd dit be
ginsel zóó streng toegepast, dat men des
zomers met zoo weinig mogelijk landarbei
ders maar met des te grooter machines
werkte, terwijl dit weinige personeel na het
binnenhalen van den oogst eenvoudig naar
huis gestuurd werd. Het is zelfs voorge
komen, dat men op een boerderij ter grootte
van 70 ha gedurende den winter geen enkelen
arbeider in dienst had. In zoo'n geval kan
men natuurlijk niet meer van een boerderij
sprekenhet bedrijf krijgt dan het karakter
van een graan/ra&nefc en
de pachter is dan geen
boer meer, doch een be
drijfsleider.
Afgezien van deze bui
tensporigheden, die volko
men in strijd zijn met den
aard van' den Nederland -
schen boor en die dan
ook gelukkiggeen navolging
Volrijpe tarwe
van den zeebodem-
Een der nieuwe modetboer-
derijen in de Wieringer
meer. De boerderij is pas
korten tijd geleden in pacht
uitgegeven, want de boer is
nauwelijks gereedgekomen
met 't verharden van zijn erf
en den aanleg van zijn tuin.