tandpasta reinigt de „onbereikbare plaatsen"! Castella fchuimende TANDPASTA 35 cent Weer zoo'n goed d|bbelm|N-product! 23 Maar toen Girgl weg was, overviel haar een groote droefheid. Ze nam liet geweer' en ging naar buiten. En den volgenden ochtend sloop Huifen-Lenz langs verborgen weggetjes naar het dal om den door Veronica geschoten bok te verkoopen. Den volgenden dag hield Veronica het niet langer uit. De onzekerheid martelde haar. Tegen den avond, toen ze met haar werk klaar was, sloot ze de hut af en begaf zich naar het dorp. Peter moest bij boer Anger helpen, omdat een der knechts een ongeluk had gehad, terwijl juist de rogge moest worden gemaaid. Peter had zelf ook nog een veld te maaien. Hij besloot, de kleine weide 's avonds nog te maaien, om den volgenden ochtend bij Anger te kunnen helpen. Het was heerlijk, 's avonds te maaien bij het zachte licht van de maanheerlijk als alles zoo koel wasde greep van de zeis, de grond, het bedauwde gras. Peter maaide rij na rij. Telkens als hij aan het einde van het veld was en de zeis sleep, luisterde hij, omdat de echo van het bosch zoo wonderlijk klonk in de nachtelijke stilte. Toen maaide liij verder en zong er een liedje bij. De kerkklok sloeg tien uur. Peter staarde over de weide. Het was niet ver meer tot den rand van het bosch, over een uurtje was hij klaar. Daar kwam iemand over de weide, recht op den maaier toe, lang en smal, met veerende schreden. Het was Greta Arends. Daar stond ze voor hem. Peter zei eerst niets, liet de zeis nog een paar maal door het gras suizen en keek haar toen streng aan. „Wat wenscht u vroeg hij kortaf. „Niets," antwoordde zij zacht, en keek naar zijn handen die de zeis om klemden. „Ik heb al een tijd naar je gekeken. Daar ginds stond ik, het was een prachtig gezicht." „Wat was een prachtig gezicht 1" „Alles. Het zwaaien van je armen, je langzaam schrijden door den zilver glans van de maan, je liedjes. Waarom werk je eigenlijk zoo laat? Er wordt gedanst in het dorp. Waarom ben je daar niet bij?" „Omdat ik morgen ander werk heb, moet de weide vanavond nog gemaaid worden." „Ik wilde zoo graag met je dansen." Tweemaal liet Peter de zeis door het gras snijden, toen zei hij hard„Het geeft geen pas, dat de juffrouw zooiets tegen me zegt. We kennen elkaar amper." Greta Arends beet zich op de lippen. „We kennen elkaar toch. Of ben je den avond na de komedie al vergeten?" „Die was toch niet zoo gewichtig om te onthouden." „Ik zal hem nooit vergeten." Peter lachte kort en toornig en begon weer te maaien. Greta liep met hem mee. „Mag ik hier blijven?" vroeg ze aarzelend. „Mij onverschillig," antwoordde hij norsch en sleep de zeis. Maar het was niet waar, dat Peter geheel onbewogen bleef door de glanzende gestalte, die naast hem voortschreed. Het was niet meer zoo rustig in hem als voorheen. Greta Arends sprak nu weer. Telkens een paar woorden tusschen het zwijgend uitslaan van zijn armen en het neer- ruischen van het gras. Maar ze sprak de woorden zoo wonderlijk uit, zoo zacht en donker, dat ze benevelden. Van tijd tot tijd keek ze Peter van ter zijde aan. Haar gezicht glansde stil en mooi. Hal verwege bleef hij plotseling staan en zei „je" tegen haar. „Noem me Greta," vroeg ze. „Greta," zei hij, en haalde diep adem. „Het is beter als je nu maar gaat." „Laat me alsjeblieft blijven!" Ze kon smecken als een kind. „Wat heb je er aan om zoo met me mee te loopen?" „Ik vind het heerlijk." „Dwaasheid," antwoordde hij knorrig en hieuw woedend op het gras los. Als deze rij klaar is, zal ik haar zeggen dat ze gaan moet. Ik zal grof worden als ze niet gaat, dacht hij vastbesloten. De rij was klaar. Greta zag hem aarzelen. Maar hij nam de zeis op en liep terug. „Wil je niet een liedje zingen?" vroeg ze smeekend. „Je hebt zoo'n prachtige stem, Peter." Hij schudde het hoofd en liep door. Toen wette hij de zeis en zei onver schillig: „Nog vier rijen, Greta. Over een half uur is het afgeloopen." Bij den Neuwirt was het druk. De geheele dorpsjeugd was hier verzameld. Meneer Lamperl had nog een éénacter op het programma gezet als afsclieids- voorstelling en nu danste jong en oud lustig in het rond. Veronica had al een tijd op de loer gestaan en door het venster naar binnen gegluurd. Maar ze kon niet veel onder scheiden en besloot ten slotte om naar binnen te gaan. Op de stoep liep zij tegen Girgl Würmseer aan. Met een grijns zei hij„Zoek je Peter? Die is er niet. Heeft, zeker geen tijd. Hij maait de weide boven bij het bosch." „Nu bij avond?" „Het is immers volle maan." Hij keek haastig om of ook iemand het zag en greep toen haar hand. „Kom mee, Veronica, dan kun je je braven Peter zien met de vreemde." De woorden troffen Veronica als een slag. Een oogenblik wankelde de grond onder haar voeten. Ze twijfelde geen seconde aan de waarheid van Girgl's woorden. Met een nik beheerschte ze zich. „Kom!" Ze gingen door den helderen avond. Veronica zei geen woord, ze merkte amper waar ze liep. In haar angst begon ze zacht te bidden, dat het niet waar mocht zijn. Girgl trok zachtjes aan haar mouw en fluisterde haar toe: „Kijk maar! Daar zitten ze aan den rand van het bosch." Veronica had het kunnen uitgillen van verdriet en wanhoop. Ze zag het tweetal aan den rand van het bosch zitten. De zeis glansde in het maanlicht. Nu besefte ze eensklaps, dat alles voorbij was. Ze had een gevoel, of Peter haar leven had verwoest. Tranen welden in haar op, maar ze dwong ze met geweld terug. Ze mocht Girgl niet laten merken hoe diep ze getroffen was. Met een ruk wendde zij zich om, zonder te kijken of Girgl haar volgde. Hij bleef echter aan haar zijde. Aan den ingang van het dorp bleef Veronica staan. „Dank je voor je geleide. En laat me nu alleen." Verbluft bleef Girgl staan en koek haar na, hoe ze langzaam, met slap neerhangende armen, maar fier op gericht, door de straat schreed. Om zijn mond lag een boosaardig lachje. „Nu heb ik het Peter betaald gezet," vond hij vol leedvermaak en keerde naar de herberg terug. Hij verwachtte, dat hij nu bij Veronica meer succes zou hebben. Gedachteloos liep Veronica voort. Eenmaal bleef ze staan en hief den blik op naar de bergen. Toen vermande zij zich en beklom den berg. Maar ze moest dikwijls rusten en de maan begon te Vervolg op blz. 26 Onvolledige mondverzorglng afgedaan I *a. Ieder gebit heeft kleine holten en fijne plooien... en een tandpasta raag nóg zoo goed zijn, zij doet haar werk onvolledig, wanneer die holten en plooien „onbereikbaar" blijven Ga daarom over op Dobbel man's „Castella" tandpasta. De eenige tandpasta ter wereld, die met fijne schuim- belletjes, gevormd door het ingrediënt Perldon, de „onbereikbare plaatsen" grondig reinigt! PER TUBE De eenige tandpasta met PERLDON

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23