ZIJN LAATSTE KRAAK centrale door Ferry Doornaart 5 Na yn tijdje kwam de jongedame naar buiten, koninklijk onbewustscheen hetvan den. jonge man met den handkofferen ging ha ars weegs. (Teelcening Frans Piet) Er kwam oen cipier in de schoen makerij van de gevangenis, waar Cor Valentijn ijverig bo venleer zat te stikken, en bracht hem naar voren, naar het, kantoor. De directeur vertelde Cor, dat hij naar huis kon gaan. Cor knikte. Het was zijn tijd. „Dus morgenochtend keer je terug in de maat schappij, Valentijn," zei de directeur. „Zorg nu, dat je er een eerlijk en nuttig lid van wordt. Bedenk een andere sport dan brandkasten openbreken, en zie als een fatsoenlijk mensch je brood te verdienen." „Ik?" zei Cor verwonderd. „Ik heb nog nooit van mijn leven een brandkast, opengebroken." „Nee, natuurlijk niet," zei de directeur lachend. „Alleen.waarom hebben ze jou dan hierheen ge stuurd voor dat gevalletje in Leuven? Kon je je alibi niet bewijzen, uit angst, dat iemand anders de schuld zou krijgen? Of was 't weer zoo'n gemeene rechtbank, die 't, net, op jou had gemunt?" „Ik?" zei Cor, nog steeds een beeld van miskende onschuld. „Ik ben nog nooit van mijn leven in Leuven geweest!" „Breng hem maar terug, Borst," glimlachte de directeur, „en geef hem zijn kleeren. Morgenochtend zeven uur kun je hem uitlaten," Den volgenden morgen om kwart over zeven stond Cor in het buitenkantoor. Hij had een net pak klee ren aan en een paar bruine kraakschoenén. Men gaf hem een spoorkaartje en zijn uitgaanskas: de direc teur bood hem een sigaar aan en schudde zijn hand. Valentijn, 162, kreeg in een boek achter zijn naam de aanteekening„in vrijheid gesteld", met den datum, en stapte naar buiten, den zonnescliijn in. Den zang der vogels, de wuivende groene boomen en den geur der bloemen versmadend, begaf Cor zich regelrecht naar een restaurant. Daar smaakte hij de eerste zoetheden der vrijheid in den vorm van spie geleieren met ham, kadetjes en koffie, met 'n glas bier toe en een sigaar, een klasse beter dan die hij van den directeur had gekregen. Toen liep hij op zijn gemak naar het station. Hij gaf een frank aan den Chinees, die de deur voor hem openhield en stapte in zijn trein. Een paar uren later liep hij door zijn vanouds bekende Antwerpen. Hij ging naar het café van een zekeren Tinus de Mak en gaf dien heer, die eenzaam achter zijn toonbank stond, een hand. „Ik stond net aan je te denken," zei Tinus. „Alles goed?" „Fijn," zei Cor. „Heb je mijn sleutel?" Hij kreeg zijn sleutel, ging naar boven en sloot de deur van een achterkamer open. Daar was alles nog precies, zooals hij het verlaten had. Op den vloer lag nog steeds de knoop, die van het vest van recher cheur Prinse was gesprongen, toen ze Oor Valentijn uit, zijn bed hadden gelicht. Cor trok een opklapbed uit den wand. schoof een paneel opzij en haalde uit de opening een bestoft.cn handkoffer. Hij opende hem en keek met welbehagen naar het fraaiste stel inbrekersgereedschap in den lamle. Het was een compleet stel, van speciaal ge temperd staal vervaardigdde laatste snufjes op het gebied van boren, drevels, breekijzers en haken, bene vens een paar nouveauté'», die Cor zelf had uitgevonden, en waar hij trotsch op was. Over de vijftienduizend frank had dat boeltje hem gekost. Een half uur later ging Cor de trap af en het café door. Hij droeg nu een nog netter pak en had zijn handkoffer, met zorg afgestoft en schoongemaakt, bij zich. „Ga je ergens op uit?" vroeg Tinus de Mak ge moedelijk. ,.Ik?" zei Cor. met een stem van: wat praat, je me nou. „Ik ben vertegenwoordiger van de Nieuwe Brusselsehe Biscuit- en Wafelfabriek." Deze verklaring vroolijkte Tinus zooz.eer op. dat Cor onverwijld een glas kwast moest gebruiken. Iets stevige,I's dronk hij alleen op dagen, dat hij niet hoefde te werken. Een week na de invrijheidstelling van Valentijn. 162, geschiedde er een zeer handige inbraak te Ze verge m. zonder eenig spoor van den dader. Een simpele achtduizend frank was diens heele buit. Veertien dagen later werd er te Dendermonde een gepatenteerde, verbeterde en gewaarborgd inbraak.- vrije brandkast opengesneden, of 't een haring was. tegen een vergoeding van twintigduizend frank in contanten. Effecten waren onaangeroerd. De die ven jagers begonnen het interessant te vinden. Toen begon een ouderwetsche kast te Gent te werken, en wierp door haar krater een uitbarsting van bank noten uit ter waarde van tachtigduizend frank. Nu was de schade hoog genoeg, om rechercheur Prinse Vervolg op blz. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 5