vm-mrvmmucetN mi6£ SWWMMML MOORD in drievoud! HOE KRIJG JU TOCH W: alles zoo GAUW mm? PAT KAN JIJ NET ZOO GAUW- NET VIM JE HAP (JEUJK- WAT BEN IK NU L. Wmi gauw klaah xitdrr", verhrd^ tiet automatische rein iqin qsm id del 23 Als je steeds mijn huis ziet, zul je ten minste niet vergeten, me vaak te be zoeken." Ze keek hem niet aan terwijl ze dat zei. Peter stond achter haar. Ze voelde zijn adem in haar haren. Op dat oogen- blik bekroop hem hetzelfde gevoel als destijds op de weide. Hij sloot een moment de oogen en zag toch haar hals voor zich, die zoo blank tegen het don kere japonnetje afstak. Toen keek ze glimlachend naar hem om. „Heb je heimwee, Peter?" Hij schudde het hoofd. „Dat komt misschien als ik heeleinaal alleen ben. Zoolang jij er bent, voel ik geen heim wee." Hij vermoedde niet, hoezeer haar die bekentenis verheugde. „Vind je mij dan aardig, Peter? Een klein beetje maar?" „Hoe zou ik anders kunnen? .Te bent immers zoo aardig voor me." „Dat is heel wat anders, want ik houd van je. Daarvan behoef je niet te schrik ken, Peter. Ik verlang immers niets onmogelijks van je. Maar ik kan het je heter zeggen, je zou het op den duur toch merken. Ik had me voorgenomen om je te vergeten, maar het ging niet, Peter. Ik hen ouder dan jij. Zeker, dat heb ik me al honderd keer voorgehou den, en ik verlang ook niet je jeugd aan mij te binden. Ik ben al gelukkig als je bij me bent. Ik ben tevreden met het geen je mij kunt geven." Haar oogen glansden vochtig. „Dat moest ik je toch zeggen? Er mag geen misverstand tus- schen ons zijn. En als je iets hebt, kom dan bij me, Peter. Beloof je me dat?" „Ja, Greta, dat beloof ik je." Even later gingen ze naar de stad terug. Peter was den volgenden morgen klokslag vier uur wakker. Meteen sprong hij uit bed, rekte zich uit en wilde naar de pomp gaan, onder wier ver- frisschenden straal hij zich placht te wasschen. Het duurde een oogenblik voor hij begreep waar hij eigenlijk was. IIij ging naar het venster en zocht Greta's huis. Men kon nog niets onder scheiden en hij keerde zich om, opende zijn koffer en haalde er postpapier uit. Voor het eerst van zijn leven schreef hij Veronica een brief. Och, hij had haar toch zooveel te vertellen. Alleen zijn indrukken van de opera gisteravond zouden al een boekdeel vullen. Van Greta vertelde hij alleen, dat ze hem van den trein had gehaald en 's avonds met hem naar de opera was gegaan. Hij wilde Veronica niet noodelöos bedroefd maken en vergat, dat dit voor 't. meisje al genoeg was. Eigenlijk had hij Greta's naam in het geheel niet moeten noemen, want een vrouw beschouwt elke andere als een mededingster. Maar Peter was nu eenmaal geen vrouwenkenner. Terwijl Peter zat te ontbijten, hoorde hij een auto stilhouden en even later trad Greta binnen. „Ik hoor, dat je al lang op bent. Goedenmorgen, Peter!" Met. uitgestrekte handen kwam ze op hem toe. Hij keek haar heel verwonderd aan, terwijl hij haar handen vatte, en bleef haar zoo aankijken, tot ze vroeg: „Waarom kijk je me zoo aan, Peter?" „Je ziet er vandaag heel andere uit, vind ik. Zoo jong." „Dat is van pleizier, Peter, omdat, ik jou hier heb. En hoe is je de opera bevallen?" „O, ik kan je niet zeggen, Greta, hoe veel pleizier je mij daarmee hebt ge daan." Levendig begon hij te vertellen. Hij was heelemaal opgewonden. Greta sloeg hein glimlachend gade en ver baasde zich in stilte, hoe hij allo bijzon derheden in zich had opgenomen. „Ik zal je het tekstboekje eens mee brengen," zei ze, „dan kun je do hande ling precies volgen. Maar nu moeten we gaan. Om negen uur word je bij profes sor Littig verwacht." Peter gevoelde geen zweem van vrees toen hij de breede stoep beklom en het groote koperen naambord: „Pro fessor Karl Littig" las. Eerst toen hij in een vertrek werd gelaten, waar reeds eenige leerlingen zaten te wachten, kreeg hij hartkloppingen. Maar Greta drukte hem stilletjes de hand en zei: „Je moet kalm blijven, Peter." Meteen ging een deur open en een breedgeschouderde man met een nog jeugdig gezicht en grijs haar kwam de wachtkamer binnen, groette iedereen vriendelijk en trad op Greta toe. „Mijn compliment over uw stiptligjd," zei hij vriendelijk, terwijl hij haar een hand gaf. En met een blik op Peter: „Dit is zeker de jonge man. Komt u maar bin nen. U natuurlijk ook, juffrouw Arends." In de muziekkamer vroeg ile profes sor: „En u wilt dus zanger worden?" „Als ik genoeg talent daarvoor heb.... graag!" antwoordde Peter. „Weet u wel, wat daar heden aan den dag allemaal voor noodig is?" „Nee!" „Wel, wel! Zing me maar eens een aria uit Tannhiiuser voor." Peter fronste de wenkbrauwen. Wat dacht die man eigenlijk? Zijn trots kwam in verzet en hij antwoordde vrij kortaf: „Ik kan niet zingen wat ik niet ken." De professor keek op. „Wat kunt u dan wel zingen?" „Volksliederen," zei Peter hoos. „Goed, zing er maar een!" De professor trok zich in den versten hoek van de kamer terug. Peter stond bij het raam. Bij de eerste noot week alle verlegenheid van hem. „Verder, verder!" zei de professor, toen Peter na het eerste couplet wilde ophouden. Daarna moest hij nog een paar liede ren zingen en toen kwam Littig uit zijn hoek te voorschijn. Niets in zijn gezicht verried hoe hij over het- gehoorde dacht. Zijn grijze oogen rustten op Peter. „Uw stem is heel goed, maar natuur lijk nog lang niet voldoende voor het geen u wilt bereiken. Als u uw uiterste best wilt doen, kunt u het wel tot iets brengen. En in de eerste plaats moet u uw eigenzinnigheid overwinnen, dan zullen we goed samen opschieten. Voor vandaag is het genoeg. Neemt u deze muziek mee en leeT ze." Hij gaf Peter een paar bladen papier en drukte hem de hand. „Op onze goede samenwerking. Vat alles ernstig op en vergeet niet, dat men niets groots bereikt zonder moeite en strijd. Tot weersziens morgen om drie uur." Professor Littig liet hen door een andere deur uit en zei tegen Greta „Misschien komt u vandaag nog eens aan?" Greta knikte en volgde Peter, die reeds de trap afdaalde. Ze legde de hand op zijn schouder. „Vond je het erg, Peter?" „Nu, aan het eind beviel hij me veel beter; maar toen hij aan liet begin kortaf deed, was ik bijna boos gewor den." „Hij bedoelde het niet zoo," verze kerde Greta. Greta stelde Peter voor, 's middags eens door de stad te wandelen, opdat hij er ook alleen den weg zou leereTï. En zoo gingen ze na het middageten uiteen 0111 elkaar den volgenden dag om vier uur, na de zangles, weer te ontmoeten. Vervolg op blz. 26 Hier worden ten aanschouwe van iedereen drie paar schoenen tegelijk vermoordlangzaam gedood door de schadelijke in werking van de zeeEout water heeft namelijk n zeer ruideeligen invloed op het leer. zorg dus dat Uw schoenen daar nooit mee in aanraking komen Zeker in dezen tijd moeten we zuinig met onze schoenen zijn, want zóó gemakkelijk zijn schoenenbonnen niet te krijgen! We moeten onze schoenen dus geregeld onder houden en er extra-goed voor zorgen ztrlfs, wanneer we ROBINSONS dragen l No. 8 oan Je „Spaar-UW-schoenen" -serie i is voor de huisvrouw een ware uitkomst! Nu alles in huis veel langer moet meegaan, moeten de huisvrouwen met veel meer zorg een rei nigingsmiddel kiezen voor haar keukengerei, houtwerk, enz. dan vroeger. Scherpe schuurmid delen veroorzaken krassen, terwijl Vim grondig en zacht reinigt, zonder ook maar iets te be schadigen. Vim verwijdert vet en vuil van Uw vaatwerk op een volkomen veilige manier en is onmisbaar voor het reinigen van potten, pan nen, schilderwerk, tegels en vloeren. Vim spaart zeep en geld door zijn veilige werking. Heeft U al eens geprobeerd, hoe uitstekend Vim is Voor het wasschen Dan vuile handen|j| ,,gM EEN RADION FABRIKAAT

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23