„oorijzer" in feite geboren. Oorspronkelijk waarschijnlijk van ijzcrdraad (denk aan liet „laiton" van de modisten), zal het al heel gauw, om roesten te verhinderen en om schadelijke invloeden op de gezondheid te vermijden, hij toenemenden welstand van zilver gemaakt zijn en nog later van goud. De uiteinden van zoo'n smallen oorijzer heugel, die klemt, zullen op den duur min of meer pijnlijk gaan drukken. Om aan dit inconvenient tegemoet te komen zijn plaatselijk verschillende hulpmiddelen te haat genomen, die alle min of meer geleid hehhen tot het ontstaan van het oorijzer in zijn huidigen vorm. Net als hij de stelen van een bril, waarvan de uiteinden pijnlijk drukken, is do oplossing gezocht in het verbroeden van liet druk vlakje niet alleen, maar op andere plaatsen weer in het ombuigen van die irriteerende punten naar huiten. Allerlei factoren, waaronder de ijdelheid, die, zoolang mensehen menschen zijn. wel een van de machtigste zal blijven, hehhen samengewerkt om liet oorspronkelijk smalle en onaanzienlijke hen geltje om te vormen tot een duidelijk zichtbaren band van zilver of goud. Wie zich een gouden ijzer kon veroorloven, zal dat graag hehhen willen toonen en de naar buiten omgebogen puntjes groeiden uit tot duidelijk zichtbare haken en ten slotte, tot spiraalsgewijs gewonden „krullen". In andere ge vallen (en nu komen we weer terug op Friesland) is de verbetering gezocht in een verbreeding van den knellenden draad. De scherpe punten op de wangen werden minder pijnlijk gemaakt door ze te verdikken tot knoppen en de oorspronkelijk dunne metaaldraad groeide in den loop van eeuwen uit, eerst JJe Friexche vrouwen verkozen kloskant van het Eijsselsche type, waarvan deze afbeelding een rijk staal te zien geeft. Foto's: Panorama-studio (4). Panorama-Valks (2), v. Agtmaal (2), arehiof Panorama (2) met plaatselijke schelpvormige verbreedingen, tot een vrijwel dengeheelen schedel bedekkenden zilveren of gouden helm, waarvan de prachtige metaalkleur in het zonlicht kostelijk en mooi door de ragdunne muts heenschemert. De oorspronkelijk kleine knoppen van liet ijzertje verbreedden zich geleidelijk mee en groeiden uit tot een versiersel, waarin bekwame goud- en zilversmeden een welkome aanleiding vonden om er hun smaak en handigheid op hot te vieren. Ze maakten er kunstwerkjes op zichzelf van. Maandag wezen, want de schoone wasch gaat lijn. Drentsche vrouw met gehaakte werkmuts. Friesland heeft voor de kantversiering aan de oorijzermuts vanouds graag goed geld uitgegeven en koos hij voorkeur de knapste werkstukken van de Vlaamsche kantkussens. De mooie motieven van de zgn. „pottekant" zijn ontleend aan zeer oude kanttvpen, waarin voorstellingen van de „Ver kondiging aan Maria" decoratief verwerkt waren. Van die oorspronkelijke voorstelling, waarin naast de figuren van de II. Maagd en den engel Gabriel steevast een lelietak in een vaas prijkte, is op den duur voor profane doeleinden alleen de vaas met de bloem overgebleven en uitgegroeid tot een met veel smaak en fantasie her haalden pot, waarin symmetrisch bloeiende twijgen hijeen zijn geschikt. In Groningen heeft die „pottekSht" tot het einde toe veel bewondering en waardeering gevonden. Fries land daarentegen benutte in de laatste eeuw liever kantwerk van het Rijsselsehe type. Besteedde Friesland graag goud aan de hoofddracht, die, als de teekenen niet bedrie gen. ook al snel naaf een eind loopt, en droegen arbeidersvrouwen en weesjes een zilveren oorijzer, in het zuinige Groningen vinden we heel wat oorijzers van verguld koper met „knoppen", die hier weer „stiften" heet.en en de aardigste draadgewerkte filigrain- motieven vertoonen. De bolletjes van de mutsen, die met ge ringe afwijkingen in de drie noordelijke provinciën eender van snit zijn, sluiten strak om den sche del Gewoonli jkzij n ze uiterst eenvou- 7lijk glanst de kleur van het gouden oor ijzer door de mazen van de Drentsche kop. dig in Friesland, in Groningen van geborduurde tule, belegd met een bekoorlijk kransje van naaldgéwerkte bloemen. Drente echter spant in dit. opzicht de kroon en laat. bollen zien, die van een zeld zame kunstvaardigheid getuigen. Op de wijze van een vischnet in miniatuur is de „fond' van zoo'n bolletje. In de maasjes van dat netwerkje zitten bloempatronen ge vangen, die er Mooi staaltje van Antwerpse,he „pot- tekant" aan een Groningsche muts Een kunstig ge werkt fragment van een „geknoopten" mutsenbol. met allerlei knoo- pers-kunstgrepen in aangebracht wor den. Trosjes looze mazen werken als nopjes of kraaltjes en stippelen een fijn bloemmotief uit, af gewisseld met 'n wijder gewerkte strepen-indee- ling. De kap, die op zichzelf al rijk toont,, wordt in Friesland nog getooid met juweelen „voeren". Dunne, buig zame naalden zijn het, die aan weerszijden van het voorhoofd onder de kap gestoken worden en waarvan de met diamant bezette koppen plat op het voorhoofd komen te zitten. Die twee juweelen veeren vinden we in Groningen en Drente terug, samengevoegd tot een rijk bewerkte, midden boven het voorhoofd aangebrachte zilveren plaat. Is er geen geld voor diamant, dan prijken er andere schitterende steentjes in. Versierde spelden bevestigen de zaak onwrikbaar op het hoofd. Als hals sieraad is in het lieele noorden het kornalijn zeer in trek. De witte en oranjeroode variëteiten van deze mooie halfedelsteen worden tot geslepen snoeren ge regen en om den hals bevestigd met een gouden slot. CRUYS VOORBRRGH Oude Friezin met de kap in de vertrou wde omgeving van haar Leeuwarder hofje.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 25