PETER EN VERONICA
SOLIDOX
SI
r edS 2
II de verkoudheiddironisch
*jlu) wordt,hel pen
Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten f-30en-.i
anAett am
ttatïch ay> te ujn
tegen tandsteen
„PORSELEIN
MET WERELDREPUTATIE"
26
Aan den voorkant wit,
den achterkant aan
getast door tandstee
ZE ZIJN WERKELIJK PARELWIT!
Maar niemand weet, dat deze mooie tanden
van achteren aangetast zijn door tandsteen. En
juist tandsteen is zoo gevaarlijk. Het zet zich
af aan den achterkant van de tanden. Op deze
verborgen plaats groeit het langzaam aan tot
een dikke, harde laag, die tusschen de tanden
en het tandvleesch doordringt. Terwijl de tan
den aan de voorzijde er nog mooi wit uitzien,
raken zij los en vallen uit. Poets daarom de
tanden niet alleen aan de voor-, doch óók aan
de achterzijde. En vooral: Gebruik het tandpasta,
dat tandsteen afdoende bestrijdt. Neem Solidox!
Alleen Solidox, het nieuwste Nederlandsche tand
pasta, bevat Sul/oricinoleaat (Ned. Octrooi 19178).
Sulforicinoleaat voorkomt tandsteen en bestrijdt
het eveneens. Wetenschappelijke onderzoekingen
hebben dit aangetoond. Door het gebruik van
Solidox blijven Uw tanden daarom niet alleen hel
derwit, doch ook gaaf en gezond! Verzorg Uw gebit
op de juiste wijze. Gebruik het beste, wat er is:
Gebruik Solidox 's ochtends en 's avonds. En
laat Uw tandarts elk half jaar Uw gebit nazien.
NU OOK EXTRA GROOTE TUBE VOOR 65 CT. VERKRIJGBAAR
\x&/ <0°^
KPN
SavawP'
VERVOLG VAN BLZ. 23
Greta begaf zich rechtstreeks naar
professor Littig.
Hij liet haar binnen en verklaarde
lachend: „Ik kan me voorstellen, juf
frouw Arends, dat u benieuwd bent om
mijn meening over uw beschermeling te
hooren."
„Wat denkt u van hemt"
Professor Littig was geheel veranderd.
„U hebt zich niet vergist, juffrouw
Arends. De jongen heeft een buiten
gewone stem. Maar dat mogen we hem
niet zeggen, want dan gaat hij zich te
veel verbeelden."
„Zeker," beaamde Greta dolgelukkig.
„Ik ben vast overtuigd, dat hij carrière
zal maken."
„Ik twijfel er niet aan. De hoofdzaak
is, dat hij met ijver en toewijding stu
deert. De taak, die ons wacht, is trou
wens niet eenvoudig. liet helpt niet
of hij de hooge noten zoo gemakkelijk
beheerscht. Er is nog veel onzekerheid in
zijn stem, die we moeten overwinnen."
Greta knikte toestemmend. „Zeker.
Dat. is ook mijn meening. TJ liebt zeker
al bemerkt, dat hij een stijfkop is?"
Littig lachte. „Dat zag ik dadelijk.
Daarom heb ik hem opzettelijk wat hard
aangepakt. Ik houd trouwens wel van
zulke karakters. Laten we er dus het
beste van hopen!"
Greta haalde diep adem. „Ik dank u
hartelijk, professor, voor uw woorden.
Verder blijft het bij onze afspraak.
Meneer Marcus mag niet weten, dat ik
zijn studie betaal."
„Dat begrijp ik. Hij zou liet niet willen
aannemen."
„Nee!" lachte Greta en stond op. „En
nu zal ik u niet langer ophouden, pro
fessor. Nogmaals bedankt en tot ziens."
Verheugd als een kind huppelde ze
de trappen af en reed naar huis.
Peter wende al heel spoedig aan liet
nieuwe leven. Toen hij drie weken les
had. gehad, verzocht, de professor hem,
plaats te nemen. Hij zette zich tegen
over hem en schonk twee glaasjes
cognac in.
„Zoo, beste Marcus, nu zullen we eens
samen praten, niet als meester en leer
ling, maar als mensch tot mensch. Je
wilt iets worden en je nieuwe beroep is
niet gemakkelijk. .Te bent in geheel
andere omstandigheden opgegroeid en
hebt, het druk genoeg om al het nieuwe
.en onbekende in je op te nemen. De
bekoring van liet ongewone Iaat je
voorloopig geen tijd voor diepere be
spiegelingen. Je zingt nog omdat je het
graag doet. en misschien omdat je bezield
bent door den wensch om een meester
te worden in liet rijk der klanken. Juist
die eerzucht is velen noodlottig gewor
den, want ze voelden zich al uitverkoren
nog voor ze iets hadden bereikt. Op dat
gevaar, beste Marcus, wilde ik je van
daag attent maken. De vraag zal
bij je opkomen, wat -higer. betecjkent.
Als je die met een beslist „ik moet"
kunt beantwoorden, dan zal je leven
vanzelf in de juiste banen vloeien. Ik
meen het goed met je en als je op deze
wijze blijft vooruitgaan, zou je dezen
winter al op een concert kunnen zingen.
Laten we daarop drinken, Peter Mar
cus."
Het was Peter wonderlijk te moede
bij deze woorden.
Zijn oogen straalden toen hij met zijn
leermeester klonk en hij beloofde geest
driftig, zijn uiterste best te zullen doen.
Toen hij weer op straat stond, had hij
de geheele wereld kunnen omarmen.
Zijn gedachten vlogen naar Veronica.
Veronica! Ze had hem nog steeds niet
geschreven, ofschoon zij zijn derden brief
al ontvangen moest hebben. Dat ze niet
vlug met de pen was, wist hij wel, maar
ze had toch een levensteeken kunnen
geven, eenig bewijs van belangstel
ling in zijn nieuwe leven!
Ze stelt heelemaal geen belang in
mijn nieuw beroep. Ze heeft geen ver
trouwen in mijn kunnen. Peter schrok
toen hij zich die gedachte bewust werd
en ontwaarde plotseling een kloof
tusschen zich en Veronica. Zij kan niet
begrijpen, waarom ik dezen weg heb
gekozen, peinsde hij verder. Maar kan
ik dan nog terug
Onwillekeurig bleef hij staan, toen
deze gewichtige vraag bij hem opkwam.
Geheel onbewust staarde hij naar zijn
handen. Zijn zij reeds niet te fijn
geworden voor zaag en bijl? Hij had
het vólste vertrouwen in zijn kunnen.
En Greta geloofde in hem en de pro
fessor. Alleen Veronica niet.
Langzaam ging hij verder, zonder te
weten waarheen en eerst toen hij voor
Greta's villa stond, vroeg hij zich af of
hij hierheen had willen gaan.
Aarzelend bleef hij voor het hek staan.
Zou hij weer omkeeren? Het was de
eerste keer, dat hij alleen hierheen ging.
Maar hij had Greta immers noodig?
Hij had behoefte aan iemand, die hem
begreep en zich met hem verheugde over
hetgeen Littig dien middag had gezegd.
Greta lag op den divan en Peter zat
naast haar. Toen kuste hij haar, uit
groote dankbaarheid, misschien ook uit
medelijdenwant ze had hem dien avond
gezegd, dat ze zich geen leven meer kon
voorstellen zonder hem. Ze wilde slechts
voor hem leven en in hem gelooven.
„Blijf je vanavond hier?" vroeg ze.
„Nee," zei hij, „dat kan niet, Greta!"
Ze stond meteen op. „Dan zal ik je
thuisbrengen." Ze voelde zich gelukkig,
omdat hij haar in die weken al zooveel
nader was gekomen.
Toen Peter zijn kamer betrad, vond
hij op tafel een brief van Veronica. Vol
ongeduld scheurde hij dien open.
Aeh, het was zoo onbelangrijk, wat
Veronica schreef!
Het vee was van de almen naar het
dorp gedreven voor den winter en het
had haar gespeten de bergen te verlaten;
ze stond nu vaak in den hof en staar
de omhoog naar de steenreuzen. Dage
lijks besefte ze duidelijker, dat ze de
bergen nooit zou kunnen verlaten en
dat ze zou sterven als zij ze niet meer
zag. En hoe ging het met zijn zingen?
Ze was voor haar vertrek nog een keer
in zijn hut geweest. Hij woonde nu zeker
in een groot huis en hij moest haar eens
schrijven wat hij zooal den heelen dag
uitvoerde, want hij kon toch niet steeds
zingen.
Zoo waren er drie kantjes met onbe
langrijke vragen. Nergens stond dat *e
van hem hield of naar hem verlangde
of zich verheugde op het weerzien. De
onderteekening luidde: „Vele groeten
van je toegenegen Veronica Büchler."
Peter was diep teleurgesteld. Hij
schreef een brief vol liefdesbetuigingen
en stille verwijten, dat ze hein niets
anders te zeggen had dan onbelangrijke
dingen. Of ze hierop anders zou ant
woorden
ZESDE HOOFDSTUK
De lente was gekomen, zoo mooi als
maar zelden. Vlinders fladderden over de
weiden. Vink en leeuwerik kwinkeleerden