EBBONDEN HAHTBN
-"■ssa
SOLIDOX
f
15*
M 527:
!2h.«.
15 H.K.
•li K.
<15)
6 s
ta
llen Haard, die Spaart
BECKERS Haarden Haardkachels
atizOWL
aciten
tegen tandsteen
17
VERVOLG VAN BLZ. 11
„Vooruit dan maar," zei hij, „maar
niet te veel. Als ik jullie namen allemaal
op mijn arm krijg, zie ik er uit als een
wandelend telefoonboek!"
„baat maar aan mij over," zei An
toon. „Ik heb een goed idee. Alleen
maar <le naam van onze schuit. Pa's
genoeg." Pus met een beetje moeite en
spektakel vonden we de deur van die
tent en schoven we naar binnen.
Pe tatoueerder was een Chinees, die
alsmaar lachte en net zooveel Kuro-
peeseh verstond als een rhinoceros.
In 't eerst kon Antoon hem met geen
mogelijkheid aan a'n verstand brengen,
wat we gedaan wonen hebben.
„Wacht!" zei ik. „Laat mij d'r maar
eens bij!" en ik leende een potlood en
een papiertje en schreef netjes en duide
lijk opSS. Amanda.
„Asjeblieft," zei ik tegen den Chinees.
„Pat moeten we hebben. Op zijn arm.
Compri?"
Pe Chinees grijnsde om te laten zien,
dat hij 't snapte, en toen zat Jaap in een
wip in een stoel te maffen, en wij maak
ten 't ons een beetje makkelijk in de
hoeken van de kamer en toen duurde 't
niet lang, of we dommelden in.
Een heelen tijd later zoo leek het
ten minste werden we wakker door 't
gegil van Jaap, en we krabbelden over
eind en zagen, dat hij den Chinees bij
z'n keel greep, en hem heen en weer
schudde of 't een meelzak was.
„Moet je kijken, wat hij gedaan
heeft!" schreeuwde hij. „Zoo'n stuk suf,
ik draai hem zijn kop af!"
„Hé, broer, kalmpjes aan!"zeien we,
en we haalden ze met geweld van elkaar.
„Wat mankeert jout" zei de Kale.
„Ze hebben ons al dikwijls opgebracht,
maar nog nooit voor moord. Wou je
daar nóu mee beginnen!"
„Kijk dan eens wat hij gedaan heeft!"
begon Jaap weer te schreeuwen, en toen
we keken, waar hij wees. zagen we, dat
die tatoueerder een klein vergissinkje
had begaan. Hij had net zoo min Euro-
peesch kunnen lezen als hij 't verstond,
scheen 't. Hij had ten minste niet SS.
Amanda gezet, zooals ik met létters
als koeien op 't papiertje had geschre
ven, maarik geef 't je te raden
twee harten aan mekaar, met een pijl
er doorheen, en „Amanda" er onder!
En dat was nog niet alles. Pat was nog
niet eens het ergste. Want hij had 't
niet op Jaap z'n arm gezet, zooals ik hem
gezegd had, maar op zijn borst. Pwars
over zijn mooie, blanke borst!
't Scheelde niet veel. of we hadden
Jaap z'n gang laten gaan, en dan had ie
gehakt van dien tatoueerder gemaakt,
maar bij nader inzien vonden we, dat
een herberg niets beginnen kon met een
kastelein, als ie opgehangen was, dus
toen lieten we hem zijn gemoed een
beetje luchten door een paar stoelen
ondersteboven te trappen en toen
sjorden we hein mee, tussehen ons in.
en eindelijk kregen we hem aan boord,
maar hij griende en snotterde als een
klein kind.
We moesten in 't vooronder bóvenop
'in gaan zitten, anders was ie terugge
gaan naar dien Chinees en van voren af
aan begonnen.
„Waar maak je zoo'n deining voor?"
vroeg de Kale. „Hij heeft je toch niet
vermoord? Pe pijn gaat wel over later,
als 't geneest!"
„Pat is 't niet, idioten!" schreeuwde
Jaap. „Snap je dan niet, dat ik nou m'n
heele leven met twee aan mekaar ge
prikte harten rond moet loopeir?"
„Nou, wat zou dat?" vroeg ik. „Pie
heb ik toch ook? En de Kale heeft er vier
of vijf. met nog een stelletje slangen en
draken er bij!"
„Jullie snappen 't niet," kreunde
Jaap. „Je weet toch, dat ik nu kastelein
ben, en geen zeeman meer?"
„Wat maakt dat dan voor verschil?"
vroeg ik.
Jaap werd een beetje kalm. om 't
uit te leggen, dus lieten we hem op
kotneu.
„Weten jullie niet, dat een kastelein
een vrouw hoort te hebben?" zei hij.
„Een kastelein is een fatsoenlijk lid
van de maatschappij, en hij moet oen
vrouw hebben, voor de zaken ook. Heb
jij wel eens gehoord van een café, waar
de baas geen vrouw had?"
Paar hadden we niet om gedacht.
„Je bedoelt toch niet," riep Antoon
met zóó'n paar oogen, „dat je wilt.
trouwen? Wat heb jij voor verstand van
meisjes?"
„Niks," zei Jaap. „Maar ik moet toch
een vrouw hebben. Ik wil een normaal
en ordelijk leven gaan leiden. Ik heb
alles al uitgedacht. Ik wou een aardig
kalm meisje zoeken, en met 'r trouwen,
en non hebben jullie 't heele spul be
dorven met jullie idiote streken! Ik
heb me nog nooit van mijn leven met
vrouwen bemoeid en nou zal ze denken,
dat ik net zoo'n deugniet ben als jullie!"
„Hoezoo?" zeien we alle drie tegelijk.
„Ik zit hiér toch mee?" brulde Jaap,
op zijn horst honkend. „Hoe moet ik dat
goedpraten? Ze vraagt natuurlijk, wie
Amanda is, en de rest, en dan is ze zon
jaloersch als een varken. Pat zijn alk-
vrouwen. En als ik de waarheid zeg.
denk je dan, dat ze me gelooft? Als we
maar even een paar woordjes met elkaar
hebben, komt ze om de vijf minuten met
Amanda aandragen, en dat gooit ze dan
naar mijn hoofd, en dan is 't gewoon
geen leven meer!"
Dat was nog niet zoo gek geredeneerd
dat begrepen we allemaal.
„Wees maar gerust," zei de Kale. ,,'t
Komt best in orde. We duiken wel hier
of daar een anderen huidkrabber op, en
dan laten we 't veranderen inden
Slag bij Duins of zooiets onschuldigs."
„Dank je lekker!" riep Jaap. „Ik
■ga nooit meer naar zoo'n prutser, al leg
je er oen millioen naast!"
„Je kunt er den witkwast overheen
halen," zei ik. „Weet je wat? Ik en
Antoon zullen 't iederen Zaterdag voor
je komen doen, als je in 't had bent ge
weest."
Jaap deed een sprong naar me toe,
dus moesten we weer bovenop hem
gaan zitten.
„Hoor eens, lui," zei Antoon. „Jullie
grijpen er allemaal naast. Er is een
doodmakkelijk maniertje, om uit de
narigheid te komen - als je maar her
sens hebt."
„Wat dan?" vroeg de Kale.
„Nou," zei Antoon. „Jaap zoekt een
vrouw. En op zijn horst heeft, hij twee
bloeiende harten en den naam Amanda.
Pus hoeft, ie niks anders te doen dan
een meisje zoeken, dat Amanda heet.
Pa's net zoo eenvoudig als uit je kooi
rollen waar of niet?"
„Ik weet niet," bromde Jaap. maar
er kwam al een beetje meer leven in zijn
oogen. „Waar vind ik oen meisje dat
zoo heet?"
*j«!>STCfFtN
ffr
'sroj#
>IT ZEGEL waarr.org;
at de zulnlgheidswenk'
"bracht, de mstemmir
ebben var- den Econc
ischen VoorUchtingsdier -*
•dd v. h. Dep. Hande
Jtjvérheid en Scheep-vaa'-
ZUINIG
De gelukkige bezitters van een Beckers F. W. Haard
komen den winter wel doorzij sparen brandstof
dank zij de vernuftige Front- of Front-Wandcircu-
latie J Ook de Beckers Haardkachels „Fram'
„Germaine", „Paula" zijn uitgerust met dit ge
octrooieerde systeem voor 100 warmte-uit-
straling en hoogste zuinigheid I
NUTTIGE
STOOK-WENKEN
1Een schoorsteen,die
angen tijd ongebruikt
.leef, wordt vaak voch-
-<g en trekt dan slecht.
Verbrand bij den eer
sten aanmaak dus
eerst flink wat losse
krantenproppen.
2. Ook als de schoor
steen vuil ts, brandt
haard of kachel niet
naar wensch en ver-
bruiktdan meer brand
stof. Laat den schoor
steen vegen en zie toe
dat de pijp weer goed
wordt aangesloten
(Word', vervolgd)
met
fii
Circulatie
HUBERT C. BECKERS - BERGEN OP ZOOM
Aan den voorkant wit,
den achterkant
getast door tandsteen
ZIJ HEEFT IMMERS MOOIE WITTE TANDEN
Zoo te zien heeft zij zelfs een volmaakt gebit,
waarop* ieder jaloersch kan zijn. Toch kan
men iemands tanden niet alleen beoordeelen
naar de voorzijde. Het grootste gevaar voor
het gebit zit juist meestal verborgen: Achter
de tanden, groeit langzaam maar zeker een
laag tandsteen. Tandsteen wordt steenhard en
dringt tussehen de tanden en het tandvleesch.
Het is de oorzaak van het los gaan staan der
tanden, die ten slotte zelfs uitvallen. De mo
derne tand verzorging kan dit zoo gevaarlijke
tandsteen echter doelmatig bestrijden. Solidox-
tandpasta is hiervoor het aangewezen middel.
Want Solidox-tandpasta is het eenige Neder-
iandsche tandpasta, dat Sulforiciuoleaat
(Ned. Octr. 19178) bevat. Daardoor voorkomt
Solidox niet alleen tandsteen, doch verwijdert
ook reeds aanwezig tandsteen. Solidox maakt
daardoor de tanden niet slechts parelwit, doch
zorgt ook voor een volkomen rein en gezond
gebit. Ga óók Solidox gebruiken en koop
vandaag nog een tube. Poets tweemaal daags
Uw tanden aan de voor- en achterzijde met
Solidox en ga elk halfjaar naar Uw tandarts.
NU OOK EXTRA GROOTE TUBE VOOR 65 CT. VERKRIJGBAAR