KALZAN PETEE EN VEHONICS TraumaPlast Poreus, maar pnderperforatie li c Traumaplast de juiste wondpleister\ 26 Kalkgebrek verspert U den tveg tot stralende Cexondheid, want kalkgebrek is de oorzaak van vele zwakteverschijnselen bij kinderen en volwassenen. Kalzan, het bekende doeltreffende kalkvoedsel, versterkt Uw bloed, spieren, beendergestel en gebit. Kalzan verhoogt Uw algemeen weer standsvermogen tegen ziekte. - Jonge en verwachtende moeders vinden in Kalzan het aangewezen middel voor het behoud harer gezondheid, terwijl ook baby er den goeden invloed van ondervindt. Voortrefielijk is Kalzan ook voor ouderen van dagen. In elke verpakking vindt U een aanvraagkaart voor onze kostelooze brochures hei kalkhoudende versierkingspreparaat. In poeder- en tabletvorm. O «+- <8 r» C: 2 is de pleisterstof van Traumaplast. Tezamen met het desinfecteerende gaaskussen als een reinigend filter werkende. Traumaplast sluit de wond tegen verontreiniging af en houdt haar luchtig zoodat zij vlugger geneest. Verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten. Carl Blank, Verbandpleisterfabriek, Bonn a. Rh. C> ■N ELASTISCH KLEURECHT VERVOLG VAN BLZ. 23 Berenweide liepen, naast hen zong de beek. „Peter en Veronica," zongen de golfjes, ruischten de boomen, klonk het in de harten der beide jonge menschen. De week verstreek als een droom, de eene dag was nog mooier dan de andere. Rn dagelijks kwamen de gelieven samen, hoewel de Bergboer wild was van woede. Niets had hun geluk kunnen verstoren. Toen Peter aan het einde van de week afscheid nam van Veronica, was hij er rotsvast van overtuigd, dat ze spoedig voor altijd bij hem zou zijn als zijn vrouw. Veronica echter nam op dien lente avond voor immer afscheid van haar liefde. Ze glimlachte moedig, maar haar hart weende. Ze keek den auto na, tot hij in een stofwolk verdween. Toen koerde zij naar huis terug, de vochtige oogen opgeheven naar de bergen, op welker toppen thans ook de sneeuw begon te smelten. ZEVENDE HOOFDSTUK Peter Marcus had met taaie volhar ding zijn studie voortgezet. Weliswaar ontmoette hij geen moeilijkheden op zijn pad, want, een onzichtbare hand ruimde ze weg nog voor hij zijn voeten kon stooten. Alle zorgen waren hem bespaard gebleven en hoewel hij vaak tegen Greta zei, niet te kunnen be grijpen dat alles hem zoo vanzelf in den schoot rolde, wist zij zijn twijfel steeds weer te doen verdwijnen. En zoo kwam de avond waarop hij voor het eerst in het publiek zou op treden. Toen Peter langzaam door de stad slenterde en overal op lichtzuilen en aanplakborden met vette letters zijn naam zag staan, ging een huivering door zijn leden. Zijn gedachten zwierven weg in de verte, naar de bergen, waar Veronica sinds drie maanden weer vertoefde. Zij zelf had hem niet ge schreven, maar zijn stiefmoeder. Vooral op dezen dag verlangde hij smartelijk naar Veronica. Wat zou hij er niet voor over hebben om haar dien avond onder zijn gehoor te hebben. Hij wist, dat hij alleen voor haar zou zingen. 's Namiddags ging hij naar Greta. „Je bent heelemaal niet opgewonden," zei ze verbaasd. „Waarom zou ik opgewonden zijn? Vanmiddag was ik wel een beetje opgewonden, maar dat was niet om het concert. En nu is het over." Greta plukte een paar verdorde blade ren van de kamerlinde in den hoek van het vertrek en zei plotseling, zonder Peter aan te zien„Weet je wel, dat er over ons gepraat wordt, Peter?" „Over ons beiden?" „Ja, de menschen denken, dat ik je :eliefde ben." „Laat ze denken wat ze willen." „Vind je het niet erg?" „Erg? Het is trouwens best te be grijpen dat ze het denken. We gaan samen rijden en bezoeken concerten en schouwburgen. Ik kom bij jou en jij bij mij. We zijn meer samen dan de meeste verloofde paartjes, ofschoon ik in werke lijkheid enkel je chauffeur ben. Ja ja. zoo is het toch," zei hij haastig toen ze hem in de rede wilde vallen. „Je hebt me toch die betrekking aangeboden en ik ben je ook erg dankbaar, want mijn spaarpenningen waren bijna opgebruikt en ik had niets meer. Vind jij het dan erg dat de menschen over ons kletsen?" vroeg hij plotseling en zijn gezicht betrok. „Ja, natuurlijk. Nu begrijp ik pas, waarom je dat zooeven zei. Voor jou moet het natuurlijk pijnlijk wezen, dat men mij voor je minnaar houdt. Een dame als jij moet natuurlijk met de menschen rekening houden." Greta trad haastig op hem toe. „Hoe kun je dat nu denken, Peter? Het kan mij niets schelen en ik behoef met nie mand rekening te houden. De menschen hebben trouwens gelijk, want ik heb je lief en ik zaJ me nergens iets va,n aan trekken, wat er ook gebeurt, en zeker niet van dwaze kletspraatjes," besloot ze. „Ik zou het alleen erg vinden als jij niets meer van me wilde weten. Vreeselijk zou ik dat vindenzei ze met trillende stem. „Dat zal immers nooit gebeuren," antwoordde hij. „Je weet heel goed, dat het nooit gebeuren zal. Als ik Veronica niet liefhad, zou ik je ten huwelijk vragen, omdat ik weet hoeveel je van me houdt. Maar juist omdat je zooveel van me houdt, kan ik het niet doen, want je liefde verdient een even groote wederliefde. Ik heb me dikwijls afgevraagd hoe het later moet gaan, als ik weg moet. Maar daarover zullen we nu niet praten. Voorloopig blijf ik bij je. Maar al te lang kan ik Veronica niet laten wachten. Dat zie je toch ook in, Greta?" „Natuurlijk," zei ze, zich haastig omwendend. Toen Peter zich 's avonds in rok had gestoken, werd er geklopt en Greta stak het hoofd om de deur. „Ben je al klaar, Peter? Mag ik bin nenkomen? 0, wat zie je er keurig uit!" „Ja, dat kan ik me voorstellen. Mensch, ik zou me doodschamen als iemand uit Bürglen mij zoo zag. Je reinste dwangbuis." „Maar, Peter. Je hebt juist een figuur voor een rok. Het is alleen de ongewoon te. Je zult er aan moeten wennen, er zal niets anders opzitten." Hij liop een paar maal de kamer op en neer, bleef toen voor Greta staan en monsterde haar. „Waarom kijk je mij zoo aan?" vroeg ze. „Ik begrijp het niet: heb ik al dien tijd mijn oogen in den zak gehad of vind ik je nu opeens zoo mooi, Greta?" zei hij, en keek met oprechte bewondering naar haar slanke gestalte in de avondjapon van zware, zilvergrijze zijde. Haar ar men waren bloot en aan de halsuitsnij ding droeg ze een donkerroode roos. Hij boog het hoofd een weinig om den geur van de bloem op te snuiven en meteen sloeg ze den arm om zijn hals en kuste hem. „Lieve jongen." Buiten toeterde de auto, die op dezen avond door een anderen chauffeur werd bestuurd. Het was inderdaad de hoogste tijd en Greta vond het bijna jammer, want Peter was nog nooit zoo lief tegen haar geweest als nu, een uur voor zijn eerste concert. Toen ze bij het gebouw aankwamen, heerschte er reeds een levendige drukte. Peter nam in de hal afscheid van Greta en begaf zich naar de garderobe, waar professor Littig hem wachtte. „En hoe gaat het, Marcus? Plankenkoorts?" Peter schudde het hoofd. „Waarom zou ik? Ik heb me al zoo lang op dezen dag verheugd." „Nu, dan wensch ik je veel succes." Littig ging heen. Eindelijk was het oogenblik gekomen. Met vaste schreden betrad Peter liet

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 26