kaloeTe-rma men veel buiten ts, beschermen Let eens op DEZE plaatsen - vóór en na een Kaloderma-kuur Vier maal mis en toch raak WEEKTIP VOOR DEN GROENTETUIN OIKE FAMILIEÏAMEI .,jf„.b„AunthskersenDroqistenf.-30en-50 reeds 11 SLOT VAN BLZ. 9 Mijnheer Wentinck kwam lmn een paar dagen later allemaal een bezoek brengen. De gasten waren naar huis gegaan, maar ze hadden geld achter gelaten. Elk van hen zou honderd vijftig gulden krijgen, net als de anderen, doch mijnheer Wentinck zei, dat liij vernomen had, hoe al het andere geld verspild was in het Vergulde Hert en dat hij hun dus drie rijksdaalders per week zou betalen tot ieder zijn deel gehad had. Hij moest het een paar maal zeggen, voor ze het begrepen hadden en Tom Baltus moest, zijn kussen in zijn mond stoppen om beleefd te blijven. Pieter Stoffels was de eerste, die, met zijn arm in een doek, in het Vergulde Ilert. kwam opdagen en hij was zoo neerslachtig gestemd, dat er geen land met hem te bezeilen viel. „Ik vraag me af, hoe ze er achter gekomen zijn," zei Dirk Waller. „Dat kan ik je vertellen," zei Toon Biet, die al dien tijd in een hoek had gezeten en Pieter maar steeds had toegeknikt, hoewel de ander daar geen acht op had willen slaan. „Een vriend van mij in Essendorp heeft hem er over geschreven. Hij was zoo verontwaardigd over de manier, waarop Willem Kamer ling en Hendrik Witters hier kwamen om hun zwaar verdiende geld te ver kwisten, dat hij een brief aan mijnheer Wentinck stuurde, onderteekend met „Een vriend van den werkman", waarin hij hem alles vertelde en hem den raad gaf het geld niet weer in eens te geven." „Een vriend van jou?" vroeg Dirk Waller. „Waarom deed hij dat?" „Ik weet het niet," zei Toon, „hij is een soort geloerde en houdt van brievenschrijven. Hij schrijft er morgen weer één, als ik hem niet vraag er mee op te houden." „Weer één?" vroeg Pieter, die ieder een gezworen had, dat hij, zoolang hij leefde, nooit meer met hem zou praten. „Waarover?" „Over die beschuldiging, dat ik op jullie allemaal heb geschoten," zei Toon. „Ik wil, dat mijn goede naam hersteld wordt. Natuurlijk kan niemand iets bewijzen ik heb getuigen. Maar alles bij elkaar genomen, zie ik in, dat het er verdacht uitziet en ik denk, dat niemand van jullie nog iets van je geld ziet. Mijnheer Wentinck heeft er genoeg van uitgelachen te worden en hij zal eiken stroohalm vastgrijpen." „Dat durf je niet te doen, Toon," zei Pieter. „Ik ben het niet, Pieter, oude jongen," zei Toon, „het is mijn vriend. Maar ter wille van onze vriendschap wil ik hom er wel van afbrengen, als ik mijn deel krijg. Hij zal wel doen, wat ik hem vraag, daar ben ik zeker van." Eerst zei Pieter, dat hij geen cent kreeg, al schreef zijn vriend duizend brieven, maar ten slotte koos hij eieren voor zijn geld en vroeg hij Toon te blijven wachten, tot hij met Jan en Tom over de kwestie gesproken had. Toen hij terugkwam, had hij Toon's aandeel voor de eerste week i n zijn zak, maar hij vertelde, dat Tom Baltus als een krankzinnige te keer was gegaan, en dat .Tan Bekkers den volgenden morgen misschien niet zou halen, zoo was hij van 'streek geweest." De wintor-andij-vie en prei ontwikkelen zich niet zoo goed ale we wel hadden gewenscht. Van dc een zet de struik zich maar zeer lang zaam, terwijl de ander niet in dikte wil toene men. De prei is zeer dankbaar voor een gift, al is hot maar een kleine, stikstofhoudende meststof. De struiken van de andijvie maken het uitstrooien daarvan moeilijk, het is daarom beter deze maar niet te bedoelen. Al groeien onze kweekproducten maar uiterst langzaam, het onkmid lijdt niet aan die kwaal. Waar we land leeg hebben gemaakt, ruimen we het on kruid zeer zorgvuldig opi Afschoffelen of hak ken en daarna opharken, is een vrij vlagge me thode. Zelfs bij vochtigen grond is deze met veel resultaat uit te voeren. Deze manier geeft betere resultaten dan het land nu reeds omspitten. Door de regens slaat de grond toch weer dicht, zoodat als de winter straks komt, de grond niet in die conditie is, dat we van de groote voordeden van doorvriezen kunnen profitee red Bovendien is de lucht- en bodemtempera- tuur nog te mild om te verwachten, dat alle groei stilstaat, dus moeten we er op rekenen. dat het land toch weer groen gaat worden. De broeibak, waarin nu de zaden zijn opge komen, moet regelmatig op lucht worden gezet Dc methode is bekend. Luchten we den bak niet, dan groeien de planten te ijl, het resultaat is, dat de koolplanten in den winter omvallen. Voor de postelein is hot niet zoo ernstig, daar we deze, als ze de lengte heeft bereikt, afsnijden. Natuurlijk is de kans op aantasting door een of andere schimmel in 'n ongeluchten bak grootcr dan in 'n behoorlijk geluchten, zoodat het toch altijd gevaarlijk blijft. De spinazie op den kou den grond is snijrijp. Ook de tuinkers is zoo ver gekomen. De boonen, die we te drogen hebben gehangen, worden gedopt en weer nagedroogd. zoodat ze beslist hard droog naar huis worden gebracht. Is dit niet het geval, dan is schim melen het gevolg. De planten van de bleek selderij zijn nu zwaar genoeg geworden om een paar, door middel van planken, dus door het insluiten in een kistje, van het licht af te slui ten, hierdoor worden de bladeren geel van kleur en heeft men dus het doel bereikt. M. T. STEGEMAN Metrr. J. J. A. S. te Leiden. Namen samen gesteld met Oud en Jamg tonden ontstaan in gezinnen, waar twee broeders denzeltden voor naam droegen. Dit kwam o.a. veelvuldig voor in de Zaanstreek, waar het aantal gebruikelijke voornamen oudtijds zeer klein was, zoodat het gemakkelijk kon gebeuren, dat beide groot vaders bijv. Jan heetten. Werden er meer kleinzonen geboren, dan werden beide groot vaders vernoemd, zoodat het gezin dus twee Jannen telde, die, om ze uit elkaar te houden, als Oudejan en Jongejan werden aangeduid. Die namen werden soms erfelijke familienamen, zooals u kimt zien in de heden nog voorkomende namen Oudejans, Jongejan, Ouwekees, Jong- l,r.cs, Jongenecl (van den mansvoornaam Nelis), Jtmgepicr (Pier is het Friesehe woord voor Piet), "l,. te Eindhmen. De naam iMdewijks behoort tot de z.g. patronymica of vadersnamen, dat zijn de namen, dio het begrip „zoon van' uit drukken. Lodewijks beteekent dus letterlijk zoon van I.odewijk en is de huidige schrijfwijze van den vroegeren vorm Lodowijksz. Dergelijke namen zijn er in ons land vele, ieder ka 11 er tientallen opnoemen, zooals: li iHrrns, 1 eters, Pauls, Egberts, Martens. Zcegers, Buybers, Oerbens, Bessels, Lmiwcs, Wijnasndts, Rutgers, Jar gens, Warnaars, Dingemans, enz. In enkele gevallen bleef de z bewaard, o.a. in dc namen Durksz, Sickesz en Mrinesz. De uitgang soon werd ook wel uitgesproken en gesrlireven als sen, dit ziet u in de namen Derksen, Andnes sen, Cornelissen, Pietersen. Fcddescn, Inywersm, Rorhussen, Fransen, Aartseri, Crijnscn. Als die laatste n wegviel, ontstonden namen als Fhpsc, Karelse, Miehiclse, Reinierse, Kncrtse, Adamse, Jairikse, Hubregtsc on Aaltursc. Door die ver schillende vervormingen zijn vele variatie, mogelijk; zoo deed de mansvoornaam Jan een geheele reeks, verschillend gespelde, familie namen ontstaan Jan», Jansss, Janse, Jansse Jansen, Janssen cn Janszen. Mevr. A. G.-K. te Berkel. Bovenstaande be schouwing over de vadersnamen geeft ook antwoord op uw vraag. De naam Garissen behoort eveneens tot deze groep, daar hij is afgeleid van Garis, een mansvoornaam, die, gelijk zoo vele oud-Nederlandsche namen, gaandeweg in onbruik raakte. Op uw tweede vraag komen wij nader terug. J. K. te Westman. De naam Keijmny wijst inderdaad op een verwantschap met een mid- deleeuwschen voornaam Keijne. Wij hebben uw schrijven doorgezonden. A. G. v. T. te. Amsterdam. De familienaam Fan Tienen is afgeleid van de stad Tienen (Fr. Tirlemont) in de Belgische provincie Bra bant. .7. R. S. F. te Vvcht. De naam feyink betee kent zoon van Feye, een oude voornaam. Hier ziet. u de in het Saksische gedeelte van ons land gebruikelijke wijze om „zoon van" aan te duiden, n.l. de uitgang ink of ing. Ook van dezen vorm bestaan vele voorbeelden Eysink. F.n- sink. Schievink, Wiegmink, AJberding, Ansmgh, NnUing, Goseling. In de Friesehe streken komt er nog een a achter Andringa, Ockrnga, Sickinga, Feringa. Al deze namen en vele andere zijn afgeleid van oude, thans ten dc'cle niet meer voorkomende, voornamen. Verschillende lezers vroegen voorlichting, nu zij bezig zijn mot het samenstellen van hun stamboom. Dit stamboomonderzoek wordt bin nenkort in deze rubriek besproken. De Kaloderma Schoonheidsproducten zijn samengesteld op grond van de resultaten der moderne biologisch-cosmetische onder zoekingen. Daarom geven zij Uw huid, wat zij noodig heeft; zij ondersteunen de natuurlijke functie's van de huid en vullen deze op doelmatige wijze aan. Door de weldadige werking der Kaloderma reinigingscrême verdwijnen verwijde poriën. Kaloderma Gezichts water, ondersteund door de voedende werking van Kaloderma Actief-crême, hergeeft Uw huid de elasticiteit en frischheid der jeugd, terwijl Kaloderma Dagcrême de huidporiën beschermt tegen het indringen van stof- en vuildeeltjes. Reeds na een korte behan deling van Uw huid met de Kaloderma schoonheidsproducten zult U bemerken, hoe zij het geheele huidweefsel weldadig beïnvloeden. KALODERMA ACTIEF-CRÊME, KALODERMA REINIGINGSCRÊME, een reinigingscrêmedie Uw huid wer kelijk grondig reinigt en alle stof- en vuildeeltjes uit de poriën verwijdert de basis vooreen doelmatige huidver- zorging. - Doos 0.77. - Pot f 2.04. KALODERMA GEZICHTSWATER. is meer dan een heerlijk verfrisschend en de huid sterkend gezichtswater - het is het ideale middel tegen 'n vermoeide en verwelkte huid. Het verleent de huid een zuivere teint en maakt haar weer jeugdig,glad en soepel.-fl.41 enf 2.10. een speciale voedende coldcrême, die door haar bijzondere samenstelling een onvolledige of ontbrekende roeding der huidklieren op geheel natuurlijke wijze aanvult. Tube f 0.51 en f 1.02. Pot f2.04 KALODERMA DAGCRÊME. verleent de huid een blijvende fluwee- lig matte teint, een eerste vereischte voor een verzorgd uiterlijk. Zonder de huid-ademhaling te belemmeren be schermt zij de poriën tegen verontreini ging. Tube f 0.51 en f 1.02. Pot f 2.04. EEN NIEUWE WEG NAAR NIEUWE SCHOONHEID.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 11