22 HET A-ö-C VAN DE SCHOONHEID begint met: KHASANA voor de dagelijksche make-up! KHASANA rouge en lippenstift zijn kissproof en bestand te gen weer, wind en water. DoorKHASANAdiskreet te gebruiken legt men het accent op zijn per soonlijk karakter. Daar om zou iedere vrouw KHASANA moeten ge bruiken. KHASANA ImportwfGUke Trading Ca ltd. 44. Siagal, Amstardam C. water. Ver weg, eerst slechts een lijn, „Maar. maar. De toon van maar iedere minuut, die verliep, dui- Aline was bijna nederig. „Zie je niet delijker zich. afteekenend, lag een eiland, „Dien verrassend moeien zone- badend in liet lielit van de ondergaande ondergang? Natuurlijk. Maar dien zou ik zon. Toen zij dichterbij kwamen, ver- liever bij een lekkere boterham zien, als toonde het aan de eene zijde alleen maar je het mij vraagt. Hier is de mand. Pak riet met laag hout. Aan den anderen jij haar uit, terwijl ik een vuurtje maak." kant liep de oever, beplant met hoornen, Hij slenterde wat rond, terwijl hij eenigszins af naar een zandige baai. dorre takken opraapte, die hij terug- Winter bekeek de liefelijke schoonheid bracht en op een hoop stapelde. In er van met goedkeurende blikken. enkele oogenblikken had hij al een vlam, „Een mooie plek om ons souper te die uitgroeide met lange, lekkende nuttigen," stelde hij luchtig vast. „We tongen, geel en amethistkleurig, heel kunnen een vuurtje aanleggen van decoratief tegen den achtergrond van rijshout." „Wij stoppen niet," kondigde Aline aan. „De „Stormvogel" wil stoppen," het geboomte en het riet. Daarna pakte hij de mand uit, die Aline zich niet verwaardigd had aan to raken en nadat hij een bord voor haar en de wereld lacht met u mee Maar laat een goedverzorgde mond zien als u lacht. Dat kan, als uw tanden dagelijks gepoetst worden met „Andrélon"-tandcrème. Een mond vol gave, blinkende tanden en frisch, gezond tandvleesch: een genot om te bezitten, een plezier om naar te kijken. Begin daarom morgenochtend uw tanden met„Andrélon"-tandcrème te verzorgen en lach weer vrij uit. „Andrélon" maakt nu de tandcrème volgens een verbeterd procédé, herken baar aan het gele eti meende de passagier. „Merk je niet, dat en voor zichzelf had neergezet, ging hij zij naar adem snakt? Wij hebben al op het gras zitten en viel met animo tien kilometer gevaren, en dat is meer op de koude kip aan. Terwijl hij haar dan ze kan, geloof ik. Maar een paar ontleedde, kondigde hij het menu aan dagen rust op dit eiland zullen haar er met een stem, die bij voorbaat het wel weer bovenop helpen." komend genot uitdrukte. Aline luisterde niet. Zij was met een „Sardientjes, een paar harde eieren, haastigen uitroep overeind gesprongen kersen, een half pond brood en twee en nu keerde zij zich naar hem toe met fleschjes limonade," vermeldde hij vre eengezicht, waarop de ijzige kalmte had dig. „Niet slecht voor het hotel „De plaatsgemaakt voor toenemende onrust. Wijde Wielen", ofschoon ze er wel wat „Benzine," hijgde ze. „De benzine is extra's bij hadden kunnen doen," op." voegde hij er spijtig aan toe. „Maar mis- Haar gast keek haar beleefd en scliien schiet ik morgen nog wel iots." belangstellend aan. „Heusch?" vroeg daarom zoo?" „Het is die ellendige hij. „Snikt jongen „Mijnheer Winter." „Juffrouw Houwink." „Wij moeten hier vandaan." „Zeker - en voor er sneeuw valt. Let hierop el» u koopt. 50 ct VERKOOP^AFD. POSTBUS 1 - BODEGRAVEN Bakker," riep Aline uit. „Hij zei tegen Daar zal ik voor zorgen." Hij knikte, mij, dat hij er vanmorgen voor gezorgd troostend, met zijn mond vol. „Zorg had, maar ik had hem niet moeten in den tusschentijd, dat je op krachten gelooven. Ik had zelf moeten kijken. Je blijft. Eet." kunt geen mensch vertrouwen," voegde „Je kon wel wat meer rekening met ze er bitter aan toe. „O, wat moet ik mijn gevoelens houden. Je kon wel een beginnen!" beetje. een beetje tact en kieschheid Haar metgezel gaf zijn meening over toonen." het probleem. De jonge man legde de boterham en „Ten eerste," zei hij vroolijk, „zou het hardgekookte ei, dat hij juist naar ik, als ik jou was, de „Stormvogel" op zijn mond bracht, neer. den oever stilren en haar daar een dutje „Houd ik niet op de meest kiesclio laten doen. Dat schijnt zij graag te_wijze rekening met je gevoelens?" willen. Dan zou ik een vuurtje maken en vroeg hij. „Daar zitten wij nu, eens een boel eten. En daarna zou ik naar de geliefden, nu vreemden, drie dagen, maan kijken en je door mij het hof laten gescheiden door een dom misverstand maken. Iets zegt me," voegde hij er en daarna gestrand op een verlaten bescheiden aan toe, „dat ik je vanavond eiland, dat naar wilde bloemen ruikt goed het hof kan maken." en in zeventien verschillende kleuren de „Lieve help, kun je het dan niet zon laat ondergaan. Wat moest mijn begrijpen? Wij.... wij moeten hier natuurlijke ingeving zijn? Jou te ver blijven!" tellen, dat ik je aanbid daarmee door Winter knikte. te gaan tot ik niet, meer praten kan en „Dat weet ik," gaf hij toe. „Aanland dan de goden te leeren het voor mij gespoeld, gestrand, schipbreuk geleden te zeggen. Jou in het avondrood te en al die grapjes meer. Ik zal je Vrijdag hullen, je de maan en de sterren te zijn. Ik ga een huis voor je bouwen en geven en er bij te zeggen, dat ik ze voor het strand afzoeken naar gereedschaps- jou gemaakt heb -en waarom. Doe ik kisten en wild schieten om je in het dat? Neen. In plaats daarvan eet ik leven te houden. Hoeveel eet een meisje hard gekookte eieren," zei hij bitter en per dag?" voegde hij er met plotselinge hij voegde de daad bij het woord, belangstelling aan toe. „Kun je niet iets bedenken, waardooi Alle gedachten van Aline waren er we weer naar huis komen?" drong het op gericht om de stervende „Storm- meisje aan met een stem, die beefde, vogel" in de nauwe haven te sturen, die ondanks haar pogingen om deze vast voor hen lag. In de oogenblikken, die te doen klinken. volgden, speelde zij dit klaar en even „Misschien, dat een tjalk ons op]tikt later was de boot Vastgelegd en betraden of een walvisclivaarder of zooiets der de beide scliipbreukelingen het eilandje, gelijks. Maar tot die komt, voegde lnj Het meisje ging meteen zitten en keek er vast aan toe, „geen woord van liefde naar de onbestemde lijn van den oever van mij geen enkel pleidooi, geen van het meer met een uitdrukking van enkel verwijt. Ik wil je niet eens ver verlangen en wanhoop. tellen, hoe ellendig ik mij de laatste „Eerst eten," kondigde Winter vroo- drie dagen gevoeld heb lijk aan. „Ik ga het rijshout zoeken, „Denk je, dat er kans bestaat, dat terwijl jij de tafel dekt. In een paar er een boot komt?" dagen ontwikkel ik mij tot één van die „Of hoe ik iedere minuut jouw oogen dappere en vindingrijke genieën, waar- voor mij gezien heb van je zoo vaak leest. Als het regent „Houd je stil." vind ik waarschijnlijk een massa wol- Winter gehoorzaamde en wijdde al gras en maak daar een weefsel van, dat zijn aandacht aan den maaltijd, je over een paar stokken kunt spannen „Zouden wij geen noodsein kunnen als paraplu. Maar vanavond doen we maken?" vroeg liet, meisje ten slotte, het maar met de voorraden, die we „als er dan een boot langs komt. meegebracht hebben." „Zoodra wij klaar zijn, zal ik het Hij had het leelijk te pakken! Als het erg druk is in 't distri butiekantoor, valt het niet mee _om in de rij te staan. Er is een gure wind en menigeen staat te hoesten. ,,U hebt het leelijk te gakken, mijnheer Smit", zegt zijn buur vrouw, „neemt U meteen een Wybertje." „Ik ga in dezen tijd nooit de deur uit zonder Wybert-tabletten. Die hebben mij al menige verkoudheid bespaard." Alleen verkrijgbaar in origineele blauwe doozen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 22