■HFdHII VIJFTIG MAAL af den Westertoren af «o >-a x BHfcSrV'*3jik. -v:.^ k£« 1:'»V !-W*V- <^4.' %.-*■. ét Zijderupsen spinnen draden van vierduizend meter Het plukken van bladeren in een jongen aanplant van moerbeiboom,en Toch is het logisch, dat er van die primitieve spinnerij niet veel terechtkomt, want wat doet een zijderups eigenlijk? Zij laat de spinstof uit twee openingen aan de onderlip te voorschijn komen, zoodat twee draden (fibroïne) ontstaan, die door het vocht uit twee klieren, de sericine, tot één draad vereenigd worden. Als zij nu maar zoo verstandig was zich vijftig maal van den Westertoren te laten zakken, dan kregen we inderdaad vierduizend meter bruikbare zijde, maa r zij maakt met, haar kop bewegingen in den vorm van een acht en het resultaat is in het begin een tamelijk warrig hoopje draad, dat niemand kan ontwarren, De zijderups zit zelf in dat hoopje en Het wijfje van den zijdevlinder legt in een dag 3000-4000 eieren. begint nu binner in c langzamerhand eeii vrij de veelvuldige kr^jsinge kelijk korten tijd een s te vast op elkaar liggei cocon is dan ook perka verwerking even slecht t losse deel. Het is een kun voor den zijdokwoeker tiende deel van den tijd gesponnen. Nu kan men een zijde meer bruikbare zijde lat te doen, maar wel kan Ue De zijderups heeft voor haar ontwikkeling 36-40 dagen noodig en vervelt in dien .tijd vier maal. Zijderupsen na de derde vervetting Vijftig maal de lengie van den hoofdstedelijken Westerforen is een afstand van vierduizend meter. Het lijkt erg veel, maar als men hoort, dat van die vierduizend meter in het algemeen slechts vierhonderd tot zeshonderd meter te gebruiken zijn, dan valt het weer niet mee. r.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 14