WW,W,:: Ill ill1 l)e gedoodc cocoas wordi op kwaliteit gesorteerd. .J*/.* Het „voederen" van de vraatzuchtige beestjes. nner in een kluwen te maken, dat <1 eei vrij vasten vorm aanneemt door - kroningen. Er komt echter na betrek- tijd een stadium, dat de draden veel <aar liggen, en bet binnenste van een ook perkamentachtig en voor de zijde en slecht te gebruiken als het buitenste is een kunstig geval, zoo'n cocon, maar lekwoeker heeft de rups slechts een ui den tijd, waarin zij bezig was, zijde i een zijderups niet dresseeren en haar e zijde laten spinnen dan zij gewoon is r wel kan men den oogst vorgrooten door wetenschappelijk onderzoek. Dit laatste heeft men in Duitschland verricht, waarbij nagegaan wordt hoe do dieren behandeld moeten worden om ziekten te voorkomen, welke kruisingen do gunstigste zijn, enz. enz. Men is tot de overtuiging gekomen, dat de ook nu nog in breede kringen verspreide meening: zijderupsen hooren in een warm klimaat thuis en gedijen niet in gematigde streken, onjuist is en dat iemand, die de noodige zorg aan zijn „kwockelingen" besteedt, wel degelijk een goed pro duct kan afleveren. Juni, Juli en Augustus zijn natuurlijk de gunstigste maanden, maar zelfs in dezen tamelijk korten tijd kan men, aangenomen dat men over voldoende voodsolboscliikt, 'n flinke winst maken. De door de kweekers toegezonden cocons worden in het proefstation voor zijdecultuur te Geile in Duitschland op ramen uitgespreid. üe rupsen spinnen zich tussehen het latwerk in. Daarondereen zijdevlinder met eieren ter grootte van een papaverzaadje. (Foto's Scherl-Fellinga) Het aantal moerbeiboomen moet echter uitgebreid worden, wil men op grootere schaal kunnen kweeken, want een rups eet vrijwel voortdurend tijdens de zes a zeven weken van haar leven, on zoo is men in Duitschland dan ook met den aanplant van deze zoo nuttige hoornen op groote schaal begonneh.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 15