-AO* Een volmaakte gelaatstint GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN 22 Zonneklaar blijkt uit bovenstaande cijfers, waarmede de Heer P. J. v. d. Weide, Doesburg, voor het Steno-diploma slaagde, dat de PONT-opleiding werkelijk succesvol is. Behalve voor Steno kunt ge aan de 30 PONT-scholen in Nederland (Hoofdkantoor Den Haag) een volledige Kantoorop leiding ontvangen en ook schrif telijk, cursussen volgen voor.- Boek houden, Handelscorrespondentie (ook in de moderne talen). Typen, Algemene Ontwikkeling, Midden standsdiploma, Manufachirenbre- vet. Kruideniersdiploma, Politie- diploma, enz. Alle schriftelijke PONT-cursussen hebben een per soonlijk cachet. Wilt ge werkelijk slagen, studeer dan bij PONT. Schrijf om gratis inlichtingen aan onderstaand odres of zend de coupon even ingevuld op. COUPON Aan CENTR. BUREAU INSTITUUT PONT Afd. Brl.fondeiwij» - AALTEN p.K. 2 Gali» va mij, zonder enige verplichting, inKcl»- tingen te zenden over een schriftelijke cursus voor Naam Adres Plaats: Ecu jeugdig-frissche huid ver krijgt uien niet door het ge laat t e bedekken met crème* en poeder. Zorgt vóór alles dat de huid zelf gezond is. D.D.D. doet de onregelma tigheden van t w huid als bij too verslag verdwijnen. 'En kele druppels zijn reeds vol doende om de huid te zuiveren en te beschermen tegen stof. vuil en ziektekiemen. D.D.D. is veel meer dan een schoonheidsmiddel - het is een reeds tal van jaren be kent! geneesmiddel tegen huidaandoeningen, dat de huidweefsels verfriseht en de natuurlijke schoonheid van het gelaat verhoogt. Flae. a 75 et,, f 1.50 en f2.50 bij Apothekers en Drogisten. had nog veel meer liefde verdiend." Hij had een gevoel of zijn hart moest breken en toch kon hij niet weenen. Alles ging heel snel. De begrafenis ondernemer kwam, de kist, de lijkauto en 's middags lag Greta al opgebaard te midden van bloemen en kransen. Poter kon zelfs niet weenen op den derden dag, toen men Greta begroef, liet was of hij zelf was gestorven. Na de begrafenis verliet hij in gezel schap van professor Littig het kerkhof. „Ga met mij mee, boste Marcus. Je, moet nu niet alleen zijn," meende de professor. „Jawel, ik moet juist alleen zijn," antwoordde Peter. „Er is nog zooveel wat ik doen moet. Daarbij kan niemand me helpen." Maar ook thuis ging het niet. Overal werd hij aan de overledene herinnerd. Hij verborg het gelaat in haar kleeren, streelde met bevende vingers de stof en keerde weer naar de woonkamer terug. Hij maakte geen licht, maar zette zich in de vensterbank en borg het gelaat in de handen. Later ging hij naar Greta's kamer. Nog nooit had hij in haar schrijf bureautje gesnuffeld. Nu deed hij het. En daar vond hij een briefje: „Zeer geachte juffrouw Arends, Hartelijk dank voor uw vriendelijk schrijven uit Amsterdam. Het doet mij even veel genoegen als u, dat uw beschermeling zooveel succes heeft, Voor u moet het wel een heel bijzon dere vreugde zijn. want u weet nu, dat uw groote offers niet vergeefsch zijn geweest. Als ik u een goeden, raad mag geven, laat n dan meneer Marcus ook verder niet merken, dat u zijn studie hebt betaald. U weet net zoo goed als ik hoe trotsch hij is. Ik behoef u wel niet te verzekeren, dat het me steeds genoegen doet van u te hooren. Inmiddels verblijf ik met de beste wenschen, hoogachtend, Karl Littig." Bij liet eerste bericht van haar dood had Peter niet geweend, ook niet toen men haar het huis uitdroeg en ook niet bij de begrafenis. Ma ar na het lezen van diep brief, in het plotseling besef van de groote offers, welke Greta voor hem had gebracht, werd hij door smart over weldigd. Snikkend liet hij liet hoofd op het schrijfbureau zinken en weende hartverscheurend Eerst tegen den morgen vond hij zijn kalmte terug. „Ik ga vandaag nog op reis," zei hij met schorre stem tegen het personeel. „Ik weet nog niet wanneer ik terugkom. Het kan lang of kort duren. Je loon zal elke maand worden uitbetaald, maar als jullie liever niet mocht blijven, zeg het dan meteen." De toebereidselen waren spoedig ge troffen. Daar zoowel de dienstmeisjes als de oude tuinman wilden blijven, was het huis in goede handen en tegen den middag vertrok hij per auto met drie groote koffers. Aangezien hij geen adres had achter gelaten, werd een brief uit Biirglen, die 's middags kwam, teruggezonden aan de afzendster, Apollonia Marcus. Hierin had zijn stiefmoeder mede- gedceld^frat vader en zij in het voor jaar hun intrek zouden nemen in het nieuwe huis, aangezien Frits dan zou trouwen en den winkel overnemen. Verder was er die week een vreeselijk ongeluk gebeurd, want Reitenberger was door een neerstortenden boom zoo ongelukkig geraakt, dat hij er wel niet bovenop zou komen. Hef was zes uur op een voorjaars morgen. Op de Reitenbergerhoeye ston den de karren gereed om uit te rijden. Vanmorgen moest de haver gezaaid worden en een knecht droeg juist- den laatsten zak van den graanzolder en wierp dien bij de andere op den wagen. Veronica stond voor de deur, kringen onder de oogen en een droeven trek om den mond. Het was eeri slechte nacht geweest. De pastoor moest gehaald wor den en de dokter was pas een uur ge leden weggegaan. Nu lag Reitenberger rustig te slapen, voor liet eerst sinds langen tijd. Dat een menseh zooveel kon verdragen! Toen men hem destijds uit het bosch naar huis droeg, leek het of hij den morgen niet meer zou halen. En nu waren sedert het ongeluk al vijf maan den verloopen, zonder dat er beterschap viel te bespeuren. Integendeel, de laatste nachten waren vreeselijk ge weest. Vandaag moest Veronica haver zaaien. Ze had dat werk nog nooit ge daan en wist niet, of ze het wel kon. Maar de zieke had dien nacht tegen haar gezegd: „Je moet de haver zaaien, Veronica. Het is niet moeilijk. Lang zaam stappen en hij iederen tweeden stap werpen." De wagens reden den hof af. Veronica liep er achter, den blik op de bergen gevestigd. De akker lag hoog en hef duurde wel een half uur voor ze er waren. Terwijl de knechten de eg van de kar tilden en de paarden er voor spanden, hing Veronica dén zaaizak om. Toen richtte zij zich op, deed de eerste schrede op den akker, haar rechterhand zwaaide uit en met een zwaai vlogen de goudgele korrels uit- haar hand. Wie wist of ze het nog eens zon doen. De hemel gave, dat haar man het vof- gend voorjaar weer gezond zou zijn 1 Hij mocht niet sterven, want hij was haar nog veel schuldig, haar en dezen akkers! Een zoon was hij hun schuldig, die na jaren eens dezen akker zou ploe gen. Had ik maar een kind, dacht Vero-, nica, terwijl haar voeten diep in de aarde zonken. Dan kon men veel vergeten, ook dat men niet volkomen gelukkig was. Maar zehad geen groot geluk verwacht. Enkel vrede en ge borgen zijn had ze gezocht bij dezen man. En dat had ze gevonden. De zon stond al hoog. Er waren nog maar een paar strooken grond te bewerken, daar steeg uit het dorp een ijl, weemoedig geluid op. Veronica bleef met een ruk staan. Een poosje stond ze daar onbe weeglijk, met- nitgestrekten arm, nief in staat om de korrels te strooien. Ze ontglipten haar bevenden vingers. De knechten kwamen langs met het gespan en hielden de paarden in. „Boerin," zei de een, „denkt u, dat het voor den boer is, dat ze de doodsklok luiden?" Veronica boog langzaam het hoofd. „Ja," zei ze, „dat zal wel. Ik voelde hei al." Nog steeds luidde de klok. En nu zag men ook een der dienstmeisjes van de hoeve naar boven komen. Veronica zaaide nog tot aan den rand van den akker, toen legde ze den zak neer en daalde den berg af. Het was heel stil op de hoeve. Zonder met iemand een woord te wisselen, ging Veronica de trap op, betrad de kamer, de deur achter zich sluitend en bleef met gevouwen handen naast den doode staan. Plotseling begon ze luid te weenen. Begreep ze nu eerst, wat er gebeurd was? Nee, dat had ze al den heeïen weg geweten, dat had ze gevoeld zoodra het doodsklokje begon te luiden. Wat haar nu plotseling overweldigde, dat was het gevoel harer eenzaamheid. Dat was ook de reden, waarom ze drie dagen later aan het graf zoo hart- Het gebeurde op weg naar school. Beppie ga je mee naar school Bep moet vandaag nog maar thuis blijven, ze is zoo verkouden geweest en het is guur weer. Och Mevrouw laat haar mee gaan 't is zoo leuk M'n moe der heeft mij Wybertjes meege geven tegen kouvatten. Ik krijg voortaan zelf ook een doosje Wybert-tabletten mee als ik naar-school ga. Lekker zijn ze. hè f Allcm verkrijgbaar ih origin eelc blauwe doozen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 22