"cJ£ ZWARTKOP T3" De sportieve vrouw SHAMPODOR SHAMPODOR-BLOND is zonder doelmatige lichaamsverzorging ondenkbaar. „Verloren dagen" zijn voor haar geen probleem meer, want zij waardeert de moderne Camelia-Hygiëne, die haar zekerheid, onvermoeidheid en absolute bescher ming geeft. het betrouwbare verband Nederlandsche Camelia Maatschappij N.V. Amsterdam-C., Keizersgracht 453 U ^WART^°r hoor dankt u borst van den ouden man en liingen gebaar in. Zijn blik bieef gevestigd neer door de zwaarte van twee bolle op de vlekken in den zak. voorwerpen, in ieder eind één. Het ,,Ik woon ergens in IVest iaunde- kadden eocosnoten kunnen zijn, naar ren," vervolgde Bertus, „in een streek, de omtrekken te oordeelen. Heel zwaar die ge óók kent. Veertig jaar geleden leken ze niet te zijnde oude man droeg was ik daar vrienden met oenen Jan ze-ten minste zonder eenige moeite. Caroen, die een schoon stukske land Die zak nu was ten eerste zeer vuil, van zijn vader erfde. Hij is met een van en wie hem goed bekeek, kon zien, dat de meiskes van Borstel getrouwd, ook er donkerrood» vlekken op zaten, vrienden van me, en toen hebt ge Jan Terwijl Bertus met knipperende oogen Caroen overgehaald, om spaarpolissén naar Van Fleteren stond te kijken, van u te koopen en effecten op albe- verwijderde hij langzaam, en met eenig taling, en dat heeft Jan Caroen zooveel vertoon, den zak van zijn hals, en geld gekost, dat hij zijn land heeft gooide hem over zijn arm, zoodat hij moeten verkoopen en straatarm werd." van het midden neerhing en de twee „De justitie heeft uitgemaakt, dat ronde vporworpen als slingers heen en ik niet over de schreef ben gegaan, weer zwaaiden. zei Van Fleteren heesch. „En overigens De oude man nam zijn havcloozen -=r- je komt toch niet hier om dingen op hoed af en maakte een buigingske. te rakelen, die we al zooveel jaren achter „Ik kom hier, omdat ik liever niet den rug hebben?" met de politie te doen heb," zei hij. „Ze „Een oogenblikske, meneer, zei Ber- kunnen me niets doen, maar ik heb tus. „Daar kom ik zóó aan. De justitie liever geen last. En daarom wil ik mijn hoeft 't uitgezocht, maar bij ons in de naam ook nog maar even stilhouden, als buurt zeien ze, dat de rechter u wat ge 't goedvindt, 't Zal voor ullie wel de graag veroordeeld had u was alleen hoofdzaak zijn, dat ge krijgt, wat ge maar te slim, om uw vingers te branden hebben wilt, en niet, waar 't vandaan en Jan Caroen was dom geweest. Goed. komt." Maar zijn vrouw zit nu toeh maar in „Hm," bromde Van Fleteren. „Ga armoe, en zijn jongens zijn den verkeer - maar eens door. Zeg wat ge te zeggen den kant op gegaan, en dat was mis- hebt." schien nooit gebeurd, als u weg was „Ik ben een fatsoenlijk burger," ging gobleven met uw spaarpolissén en uw Bertus voort.' „Ze zeggen weieens, in de effecten." buurt waar ik woon, dat ik stroop en Hij tastte in zijn zak en haalde een stéel, maar 't ligt er maar aan, wat je verfrommeld stuk gazet voor den dag. stroopen of stelen noemt. Ik kan goed „En nu hebben die twee zoons van schieten, al zeg ik 't zelfik schiet nooit Jan een leelijken slag bij n geslagen, mismaar ik schiet alleen als ik móét of een schoonen slag, zooals ge 't noemen en ik zeg maar zoo: nood breekt wet." wilt. Die jongens deugen niet, maar „Hm," bromde de directeur opnieuw, hun moeder kan 't niet helpen. En nu pnstaat er een stukske in de gazet, dat „En," hernam Bertus, ,,'t gaat over ge een prijs van vijftigduizend franks die jongens van Caroen. Die heb ik al hebt uitgezet voor hun hoofden, gekend van kleine jongens af. Daar Hij gaf het stuk gazet aan V an heb ik die heele reis voor gemaakt, van Fleteren en wees met een vereelten mijn huis heelemaal naar hier." vinger. De bankier keek er heel even Van Fleteren keek Van Gent aan. naar. „Heb ik niet gezegd, dat 't met die „Dat klopt," zei hij. ,,\an hun belooning gauw" zou lukken'!"vroeghij. familierelaties wist ik "niets en die „De politie zei, dat 't niets hielp dat volkje heeft zoo '1 land aan u, zeien ze, dat ze him mond houdenmaar ik wist wel beter. De mènschen zijn overal 't zelfde. Als ge maar geld genoeg biedt, verraden en verkoo pen ze hun eigen broers, en hun vader en moeder erbij." Van Gent zei niets, want hij wist, dat er geen antwoord van hem verwacht werd. „Ik zal maar even gaan zitten, als u '1 goedvindt," zei Bertus, en hij wees interesseeren me ook niet." Hij had als onder een vreemde betoo- vering naar den zak zitten staren en vooral naar de roode vlekken gekeken. Toen Bertus naar den zak keek, schoot het Van Fleteren door den kop, dat het bloedvlekken waren. „Er staat hoofden," betoogde Bertus plechtig. „Vijftigdui zend franks op hun hoofden. Nu, heeren, toen dacht iknu kunnen die deug- oh hield de mannen strak in 't oog. njet;en van Caroen voor 't eerst van naar een stoel hij de tafel. De directeur hun leven hun oude moeder helpen.. knikte, en de oude man ging zitten, dus kom ik de belooning opeisehen. vlak tégenover den bankier. en hiér hebt ge de twee hoofden!" Door het raam viel het licht op zijn Met een rappe beweging zwaaide hij gestalte, een vreemde gestalte, die er den zak op de tafel, vóór Van Fleteren. scherp door werd afgeteekend. Ilij zocht Hij kw am met een zachten plof neer, in zijn zakken naar zijn bril; want hij en de ronde voorwerpen rolden, tot er meende met te kunnen spreken, als hij één over den rand van de tafel viel, dien niet ophad. Het kostte hem blijk- en bleef hangen, bijna op den school baar moeite, den bril goed op te zettenvan den bankier. Met een kreet van af- bij iedere beweging van zijn armen schuw deinsde de directeur terug. Hij rolden de voorwerpen in den zak her sprong op. en der. In het licht waren de donkere „Wat, zegt ge?" riep hij uit. „Iloof- vlekken op den zak duidelijk zicht- den? Hoofden in dien zak?" I)aar „Hoofden," zei Bertus kortaf. „Er „Heeren," begon Bertus, „ik ben staat vijftigduizend franks op, en die geef geen beste redenaar, maar ik zou gaarne ik zóó aan de weduwe van mijn vriend, öon paar woordjes tegen u zeggen." Ik dacht: ik zal ze maar meteen bij den Van Fleteren hield oen ongeduldig haas zelf brengen. De politie betaalt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 26