Bij een Limburgsch Burgemeester 12 Of het, hij ons in Limburg nu altijd een lollige Bert is liaar troost geweest. De wat lastige, on- verwonde. Dat hij zich niet onschuldig voelde, blijkt boel is? Dat schijnt men zich in het noorden gezeglijke, opvliegende jongen scheen alles wat uit zijn overhaaste vlucht. Men is hier gauw over de soms te verbeelden. Zeker, het zal in ons het leven haar aan leed en onaangenaamheden grens. Bert verdween en dook later in Amerika op. zuiden wel iets blijmoediger toegaan dan b.v. in bracht te willen vergoeden. Toen hij vijftien was, De geschiedenis is tot nog toe niet zoo heel Menaldumadeel of in Finsterwolde, maar bij ons is werkte hij als 'n kerel van dertig. Met zijn moeder tragisch. Alles leek ten slotte zich nog ten goede te hot, ook niet altijd carnaval of kermis. Het leven samen dreef hij een klein boerenbedrijf en alles keeren. Noemde men Bert aanvankelijk „moorde- brengt liier evenveel leed scheen goed te gaan. naar", kwelde men de arme, eenzelvige oude vrouw als in andere streken, doch -Was die ongelukkige aan den heikant met scheldwoorden van de hate- wij vatten de dingen wat S mare van zijn afkomst lijkste soort, toen een jonge mijnwerker, die op de lichter op, we malen niet j QOPPSiPSOSC!10 maar "iet bekend gewor- Staatsmijn Emma verongelukte, op zijn sterfbed om de uiterste consequen- j L Z? den! Of had hij gedaan bekende van den onopgeïielderden moord meer te ties, lachen al gauw met 1 zooals zooveel anderen: weten, hield het lasteren op. iets, kortom, we kennen erop gepocht van een Hunsels werkte ergens in Noord-Amerika op een wellicht wat meer zon, letterlijk en figuurlijk. échten Bokkenrijder af te stammen, een nieuw en farm. Hij verdiende goed geld en zond daarvan Men maakt als burgemeester van een kleinere zonderling soort adel. geregeld wat aan zijn moeder over. Soms schreef gemeente ook heel wat misère van zeer nabij Zeventien jaar geworden, maakte hij wat vrienden hij een paar woorden. Het ging hem goed. Met een mee. Daar schiet me het, tragische geval met en begon de herbergen te bezoeken. Had men hem kameraad uit, Denemarken wist hij een kleine vee- Bert Hunsels te binnen. Laat ik dat even ver- met rust gelaten, er zou nimmer wat voorgevallen houderij te beginnen, die spoedig floreerde. De tellen: zijn. Bert was in den grond, evenals eenmaal zijn moeder van Bert leefde van al die goede berichten Misschien herinneren jullie je nog de fameuze vader, een nette, brave kerel. Bovenal wilde hij zijn merkbaar op. Ze verwachtte zijn terugkomst. Niets kloppartij op de kermis van Elsrode. Daar vielen moeder alle leed besparen. Maar hij had tempera- stond deze in den weg, want er was, bij gebrek aan ewee dooden, één zwaar- en drie lichtgewonden. ment en wanneer iemand, die een glaasje te veel op getuigen we weten hoe dat bij vechtpartijen tr zijn middeleeuwsche oorlogen, die het met minder had, toespelingen maakte op de Bokkenrijders, kon buiten gaat, de een verraadt den ander niet geen moeten doen. Een van de moordenaars kon herkend hij tekeer gaan als 'n duivel. Dan werd er gescholden, rechtszaak van de zware, mishandeling gekomen, worden en gevat. Hij kwam er met zeven jaar van met bierglazen gesmeten en stevig geknokt. Moeder Hunsels heeft gewacht, tien, vijftien jaar. af. Omtrent den anderen dader bleef men lang in Op een ongelukkigen dag is Bert met zijn kornui- Eindelijk zou Bert dan overkomen. Voor goed. Hij het onzekere. Men heeft Bert Hunsels ervoor aan- ten naar de kermis van Elsrode getrokken. Daar had zooveel overgespaard dat hij ergens elders gezien. werd een stevige pint gedronken. Met, verhitte in de provincie een boerenbedrijf kon overnemen. Het begin van mijn verhaal gaat eigenlijk terug koppen trokken de jongelui een danstent, binnen. Hij was nu vooraan in de veertig en zou misschien tot de Bokkenrijders. Over die terecht, beruchte „Sjoen Lieske", de Carmen van Elsrode, werd nog wel trouwen willen met een meisje van zijn bende roovers en moordenaars, kerkschendersaanleiding tot het onheil. Er ontstond een vecht- land. In ieder geval mocht zijn moeder, na een leven en boterdieven zijn geleidelijk mildere gedachten partij, waar Bert zich aanvankelijk bruten wist te vol leed, een onbezorgden ouden dag verwachten, gekomen. Een geschiedschrijver durfde, dapper houden. Toen iemand hem voor „laffe Bokken- Om het oude mensch iets te vergoeden heeft hij overdrijvend, zelfs beweren: de ware schuldigen rijder" uitschold, nam hij aan den slag deel. Er daarginder zeker hard gewerkt en sober geleefd, zaten op den schepenstoel. In ieder geval is de werden messen getrokken.... De mensch wikt, maar God beschikt. Bert Hunsels uitroeiing der bende mateloos wreed geweest en Ik zei reeds, dat er twee dooden vielen. Dat. Bert kwam hierheen, per boot tot Antwerpen en verder men inag aannemen dat tientallen onschuldigen een daarvan op zijn geweten heeft, geloof ik niet. per trein. Naar de gewoonte van volksménschen terechtgesteld zijn of de wijk hebben moeten Vermoedelijk is hij debet geweest aan den zwaar had hij niet precies kennis gegeven van dag en uur nemen. Men paste immers bij het van zijn thuiskomst. Midden November op Zondag in de vroegmis bij de paters 1M(uistrichtsche rnarktvrouwtje geniet, tuxschc.1t haar handel, van een heerlijk volgenden keer beloof ik toch weer Capueijnen. glas donker met suiker! (Panorama-De Jong) wat aangenamere.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 12