"Ja" xet (/e
SOLIDOX
HUIDUITSLAG
GELUK
alléén DOET het
niet
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
WITTE TANDEN - WITTE MASKERS?
tegen tandsteen
25
had hij geld en veel minder werk en
zorg. Uit den grond om 't, huis heen won
hij nog royaal den kost. Dan zou hij aan
de klok kunnen werken, niet alleen
's winters af en toe een uurtje, maar ge
regeld, heele middagen en avonden.
Do lange, magere Van Stiel, met zijn
spitse, maar stille gezicht, werkte zich
door den ochtend hoen, en ging naar huis
om'te eten, toen hij op 't groote bieten
veld klaar was. Zijn zuster Anna was in
de keuken bezig, en Willem zat al
aan tafel.
„Niet naar de veiling geweest vroeg
Nelis aan Willem.
„Nee, oom, ik heb Dries gestuurd,"
zei Willem. „Ik had 't 'te warm."
„Makkelijk," zei Nelis.
Dat was zijn bezwaar tegen Willem:
die was te makkelijk. Hij maakte van
zijn leven en zijn werk een spelletje.
Was er wat nieuws, dan holde hij, maar
vroeg de taaie sleur om volhouden, dan
stond hij stil of krabbelde hij terug.
Zijn vader liad gewerkt, en daardoor
was hun tuinderij flink vooruit gegaan.
Nu ging ze achteruit, zoo hard als een
paard maar kon hollen. Willem floot
liever, dan dat hij zijn handen uitstak.
Krimp lijden zou hij toch niet, meende
hij. Kreeg hij bij zijn aardappels geen
jus meer, dan at hij ze droog. En metter
tijd kwam toch de erfenis van oom Nelis.
Als die komt, dacht Nelis. -Hij zei
niets, maar hij vond 't een hard gelag,
zijn goedje aan dien Willem te moeten
nalaten, om er mooi weer van te spelen
terwijl hij zelf zijn leven lang had ge
ploeterd, met gebogen rug tegen, wind
en regen in, en niet'eens tijd had over
gehouden voor zijn klok. Doorploeteren,
en nooit aan de klok toe komen, en een
ander in zjjn stoel laten zitten -7- een
ander, die te lui was'geweest om bij
de kachel vandaan te komen? Dat leek
hem heel niet.
,,'t Eten is klaar," riep Anna tegen
haar broer. „Ga maar vast zitten."
Anna kwam koken 's morgens, en
dan bleef ze met Willem meeëten. Dat
was haar loon. Want zij wou geen geld
aanpakken, en Nelis wou niets voor
niets hebben. Ze praatten weinig aan
tafel, want als ze 't wél deden, kregen
ze gauw woorden. Nelis met •Willem
ten minste. Dat hadden ze ondervonden.
Maar nu had Anna iets op haar hart.
Een plan. 't Zou misschien moeite kos
ten, haar zin te krijgen: misschien
lukte 't heelemaal niet; maar ze wou 't
probeeren.
„'t Is toch eigenlijk niets voor je,
ochtend en avond zoo alleen," begon ze.'
„Alleen bij 't middageten heb je aan
spraak, als je -'f werkvolk niet mee
rekent."
„Gezellig is 't natuurlijk niet," gaf
■Nelis toe. „Maar ja 't ligt er nu een
maal toe...."
„En we sjouwen maar heen'en weer,
ik en Willem," ging Anna voort. „We
konden eigenlijk beter hiér intrekken,
en Dries in ons huis laten wonen."
Nelis van Stiel keek zijn zuster aan.
boog zich weer over zijn bord en at
aardappelen.
„Ik zou 't. ook zonder warm eten
kunnen doen," zei hij een minuut later,
„want bij jullie komen eten doe ik niet."
„Zonder warm eten loopen? Dat zou
toch te gek zijn! Dat houd je niet
vol.
„Een mensch kan heel wat volhouden
als hij wil," zei Nelis. „Maar jullie hier
intrekken, (la's óók al zoowat. lloe moet
het dan met de tuinderij?"
„Ik kan er toch ieder oogenblik
heen?" zei Willem. „En als Dries er
Woont.
„Ja juist," zei oom Nelis. Hij at door.
„Je zou een hoop gemak van Willem
kunnen hebben," begon Anna weer.
„En van mij natuurlijk ook."
Nelis keek zijn neef aan.
„Jawel," zei hij. „Een jonge kerel
op 't goeddie aan kan pakken
zoolang 't een nieuwtje is. Bevalt 't
niet op den duur, dan ziet hij wel wéér."
Dat sloeg hieropWillem was een
paay jaar te voren een tijdje stedeling
geweest; als 't is raar maar waar
als kellner. Hij had 't hotelvak willen
leeren. Maar 'f was hem niet meege
vallen. 't Hotelwezen bleek niet zoo'n
makkelijk bestaan te geven, als hij had
gedacht. Dus toen was hij maar weer
thuisgekomen, om opnieuw het bestuur
over de tuinderij in handen te nemen.
Over een kruidenierszaak had hij 't ook
een tijdje gehad. Hij sprong van den
hak op den tak. en de tuinderij liet hij
waaien.
Het was evenwel niet dat laatste,
waar Nelis zich het meest aan ergerde.
Wou Willem iets anders dan groenten
telen en verkoopen, dan moest hij 't
ook doen. Maar Willem kon niet dóór
zetten. Begon je aan een klok, dan
maakte je hem af, al duurde het dertig
jaar. Begon je aan 't hotelvak. dan beet
je dóór, al hield je als kellner geen voe
ten meer over. En tuinierde je, dan
tuinierde je goed!
Vandaar die steek onder water. Wil
lem voelde hem, en keek nijdig, Anna
voelde hem ook, en pleitte.
„Dan houd ik er de hand wel aan,"
zei ze. „Voor mij doet hij heel wét, is 't
niet, Willem?"
„Ik zou me er gauw genoeg inwer
ken," zei Willem.
„Daar. ben ik óók bang voor," zei
Nelis droog. „Maar ik kleed me niet
uit, voor ik naar bed ga,"
Ze zwegen, en aten.
„Zou je er niet eens over denken?"
probeerde Anna nog. „Zóó is 't toch
ook niets."
„Ik zal .er wel wat op vinden,"
antwoordde Nelis, „maar ik kleed me
niet uit, voor ik naar bed ga. En zoo
ver is 't nog lang niet."
„Dan hoor ik 't nog fcvel van je," zei
Anna, ,,'t Is voor je feigen bestwil."
Ja, dat was 't, wel, van Anna's kant
bekeken. Anna was een beste meid.
't Was bij haar geen halerigheid of in
dringerigheid. Maar Nelis was zoo vrij.
den aard van zijn eigen bestwil zelf te
beoordeelen
„Zóó is 't toch ook niets," had ze
gezegd, en ze had gelijk. Een toestand
van eerste-hulp, die twee maanden
duurde. dat was al veel te lang.
Er moest wat gebeuren.
Maar een halve oplossing was géén
oplossing. Den grond aan den-overkant
van de Oude Vaart verkoopen, en in 't
huis blijven wonen. tijd overhouden
en geld kunnen besteden, en aan de
klok werken, goed. Maar de huis
houding dan? Of Anna moest bij hem
intrekken, met Willem, of ze moest
doorgaan zooals ze nu deed, óf hij moest
een'huishoudster nemen, 't Laatste was
misschien nog 't beste, maar veel zin
liad hij daar ook niet in. Je weet wel,
waar je mee begint, maar niet, waar je
mee eindigt. Dan verkocht hij nog liever
den lieelert boel, en trok hij ergens
anders in.
Als hij dien grond aan Rooding ver
kocht, kreeg hij een mille of negen in
handen. Een aardig sommetje. Misschien
was er nog meer uit te slaan, maar de
prijs, dien Rooding bood, was ordente
lijk, en zoo'n onderliandsche verkoop
had veel vóór geen geklets en geen
soesah. En slóég Rooding er voordeel
uit, goed.... zijn oude vrind kon 't
wat hém betrof, beter hebben dan een
ander.
Met geluk alleen
verovert U niet blij
vend een goede
baan. Kennis moet
dat doen. In de
technische beroe-
pen liggen vele
kansen voor hen,
die zich kennis ver
overd hebben! Kies
den weg van PBNA.
Grondige, weten
schappelijke oplei
ding. Schriftelijke
cursus met privé-
karakter. - Erkend
diploma.
On* P
p 335/A
tlUop
(Mo. duid*
ermede")
p M W
A R N H
Het kwaad in zijn oorzaak
bestrijden door een hygië
nische behandeling. Dit is
de manier om te worden
verlost van den folterenden
jeuk en den dikwijls nndrage
lijken last bij eczeem en
andere huid-aandoeningen.
Het D.D.I).-recept van Dr.
D. Dennis wordt met succes
aangewend tegen het voort
woekerende kwaad. D.D.I).
is een heldere vloeistof,
die diep in de poriën dringt
en onder de huid de ziekte
kiemen doodt. Reeds de
eerste druppels geven on
middellijk verlichting en
overwinnen den aandrang
tot krabben.
Flacons, a 75 et., f 1.50 en
f 2.50 bij Apothekers en
Drogisten.
Aan den voorkant wit,
aan den achterkant aan-
g getast door tandsteen.
(Wat da tandspiegel ta xien gaf)
S* "TÏÏc*
.."'porf.i
Geu>°w
N w°° óCct
ote tube
Extraêr0
Met den tandspiegel kwam de onthulling. Wie had ooit
kunnen denken, dat zulke mooie witte tanden een
afschuwelijke laag tandsteen zouden verbergen? Is
hiertegen nog iets te doen? vraagt U zich af. Zeker!
Solidox, het moderne, nieuwe tandpasta tegen tand
steen, brengt redding. Solidox bevat Stil/oricinoleaal,
als het eenige tandpasta in Nederland (Ned. Octr. 19178).
Sulforicinoleaat verwijdert en voorkomt tandsteen op
volkomen veilige wijze.
Staak de ouderwetsche tandverzorging met een gewoon
tandpasta en ga Solidox gebruiken. Poets Uw tanden
niet alleen aan de voorzijde, maar vooral ook aan de
achterzijde en doe dit tweemaal per dag met Solidox!
Ga bovendien tweemaal per jaar naar den tandarts;
dan pas is U zeker van een gezond, wit gebit, bevrijd
van het gevaarlijke tandsteen.