*aaH UrfSb Heem 'n AKKERTJE DE GEVANGENE VAN HET KASTEEL De Nederlandsche Pijnstiller 27 spaarpot, maar daar wou ik liever af blijven, anders ben ik in onvoorziene gevallen zóó ridder te voet. Als ik nu bij u een erediet bad van maximaal driehonderd gulden per maand, dan kwam ik er bovenop, en betaalde ik u 't voorschot mettertijd terug. Doet u 't niet, dan zit ik hier mijn leven lang aan een soort slavenstoeltje vastgespijkerd, en dan komt er nooit uit me, wat er in me zit. Ik harl graag, dat u daar eens over nadacht. IT kent me genoeg om te weten, dat ik u geen knollen voor citroe nen verkoop. Ik weet zeker, dat ik er kom, op die maniet." Hooding tikte de aseh van zijn sigaar en keek naar 't vunrkooltje. „En als 't niet lukt*" zei hij. „Dan heb ik xnijn geld in 't water gegooid, en je komt met hangende pootjes weer thuis, zonder baan." ,,'t Lukt wél," zei Han. „Een mensch kan zichzelf overschat ten. Jij ook." „Goed," zei Han. „We moeten om alle mogelijkheden denken. Als 't niet lukt, zoek ik weer een baan aan een krant, en dan zal ik tevreden vastge spijkerd zitten; dan leef ik zooals ik nu leef, maar dan zónder autootje en zónder B.M.-metje,' en u krijgt uw geld een beetje langzamer terug, maar terug krijgt u 't." „Ja, zooveel kerel zou je wel zijn, geloof ik," erkende Rooding. „Maar 't is en blijft een sprong in 't duister!" „Met .stilzitten kom je nergens," ant woordde Han. „U hebt indertijd ook een sprong in 't. duister gedaan, uit den timmerwinkel van uw vader, en nu staat u stevig op twee beenen, een heel eind hooger dan uw vader stond." „Dat zullen we voor 't oogenblik in 't midden laten," zei Rooding. „Ik kan me begrijpen, dat je aan wilt pakken; 't. leven bij zijn keel pakken, om er uit te wringen wat je kunt. Maar je moet niet van links naar rechts hob belen. Ik ben in mijn vak gebleven, en jij moet ook in je vak blijven, anders verval je in de dertien ongelukken. Die zaak, waar je nu werkt-, is nog tamelijk klein, maar ze gaat vooruit zie ulóar wat meer te bereiken!" „Ik zou niet weten hoe. 't- Is er alle maal gareel. De beste baan is eerste binnenland, dan kun je af en toe een artikel spuien over werkverschaffing of versche kadetjes aan 't ontbijt. Of hoofdredacteur. Gek worden van de soesali eu geen cent voldoening. Er zijn geen mogelijkheden." „Dan mdken we mogelijkheden." „Hoe wou u dat- doen?" „Daar komen we straks aan," zei Rooding. „Als we 't éérst oven over mijn zaken gehad hebben. Ik loop name lijk ook al een tijdje met de gedachte rond, eens flink met je te praten, als man tegen man. Dus vóór we over die kwestie van jou beslissen, trek ik nog even van leer. Maar dan moet ik je eerst iets anders vragen; iets porsoon- lijks. Als je goedvindt, dat ik je gevoe lens ter sprake breng ten minste." Ilan keek twijfelachtig vragend op. „Natuurlijk, vader," zei hij. „Vragen staat vrij." Rooding lachte kort. „Daar komt ie dan," zei hij. „Hoe denk je over Adri Lantema?" Nog duidelijker zei Han's blik: daar begrijp ik geen steek van. „Hoe bedoelt u dat?" „Nou als je aan een jongen kerel vraagt, hoe hij over een knap meisje denkt, wat bedoel je dan?" Han kreeg een kleurtje. ,,Tk ben blij, dat ik haar ken," zei hij. „En als ik een hoed ophad, nam ik hem voor haar af." „Hm. Verder niets? Geen neiging, om haar in je armen te nemen en haar af te zoenen?" Han was a.an de ronduitheid van zijn vader wel gewend, maar geneerde zich nu toch. „Toe nou, vader," verzocht hij. „U gaat zoo vér ineens. Ik zou 't niet eens durven denken. Wie ben ik heele- maal? De tuinmansjongen tegenover de freule." „Mooi zoo;" prees Rooding. „Da's een prachtig begin. Maar je kent '1 sprookje. De arme kleermakerszoon trouwde met- de prinses." „Die prinses was gek," zei Han. „Maar waar wilt u naar toe Ik had 't over mijn toekomst, over de toekomst in mijn werk bedoel ik, en u wou 't- over uw zaken hebben „En nu zing jijhoe rijmt men dat tezaam," zei Rooding. „Zal ik je ver tellen. Maar dan vraag ik op mijn beurt: laat me uitpraten. Zoolang de planken nog niet liggen, moet je niet gaan schreeuwen, dat de vloer niet deugt." „Goed, vader, ik luister." Beiden trokken aan hun sigaar. Toen legde Han de zijne neer en ging achter over zitten, met zijn armen over elkaar, wachtend, en daarna luisterend. Wordi vervolgd PANORAMA. Geïllustreerd weekblad met de bijbladen .Humorist", ,,Sjors" en .Haken en breien". Verschijnt Donderdags. Hoofdredacteur J. A. M. Douwes, Heemstede. Plaatsvervanger W. N. Stuifbergen, Haarlem. Abonnementsprijs 13 cent per week per kwartaal 1.69, franco per post 1.80 per kwartaal bij vooruitbetaling losse nummers 16 cent. (Prijsverhooging toegestaan door het Departement van Handel. Nijverheid en Scheepvaart onder nr. 17796 N.P. d.d. 23 April 1941.) Voor postabonne menten en adreswijzigingen van postabonnementen gelieve men zich uitsluitend te wenden tot het bureau te Haarlem. Bureau's HAARLEM Nassaulaan 51, Telef. Int. 13866, Giro nr. 142700. AMSTERDAM, Singel 263, Telef. Int. 33170, Giro nr. 97946. ROTTERDAM. Provenierssingel 27. Telef. Int. 47133, Giro nr. 101981. 's-GRAVENHAGE. Stationsweg 95, Telef. Int. 111666, Giro nr. 43141. UTRECHT, Biltstraat 142, Telef. Int. 13473, Giro nr. 149597. ENSCHEDE. Oldenzaalschestraat 56. Telef. Int. 2188, Giro nr. 383773 ARNHEM, Nieuwe Plein 42, Telef. Int. 24825, Giro nr. 383772. 's-HERTOGENBOSCH Stationsweg 27, Telef. Int. 4286, Giro nr. 129750. MAASTRICHT, Stationsstraat 20 Telef. Int. 5851, Giro nr. 124690. VLISSINGEN, Badhuisstraat 5. Telef. 81. K 13ll Do roman verschijnt volgende week. Prijs 16 cent. Verkrijgbaar bij onze kantoren, be zorgers en agenten. Toezending per post geschiedt alleen na overschrijving van het bedrag, verhoogd met 2l/a cent per exemplaar voor portokosten, op postrekening no. 142700 of na ontvangst van postwissel. Een nieuwe, spannende roman van de serie Avonduur-lectuur Een spookverhaal in ouden stijl, een romantische geschiedenis, cfie zich afspeelt op een oud kasteel. De schrijver ervan is Qeralcl BI iss. W neer U zich zenuwachtig. ,9®J.KErTje" pekelhoer voeh, danjjo y „eer een w-ldad Een -er wicht brengen, mQrgens 6* ^^ez:^^:enu^ Uw migraine'

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 27