HEASCHEA OP DE HARKT TE MAASTRICHT Bekende gedichten Verkoopster en koopster: twee oudgedienden bijeen. Het bloemen vrouwtje ontbreekt niet. Wie dikwijls in zijn eigen stad de markt bezoekt, kent ten leste goed de gezichten van kooplieden en bezoekers. Het. zijn karakteristieke gezichten, waarop het leven zijn teekens groefde. De kooplieden verdienen gewoonlijk niet op gemakkelijke wijze hun brood en dit is van velen ook niet de bedoeling. Zij zijn zakenmenschen, die gaarne hun beste beentje vóór- zetten, die zich druk maken, die er moeite voor willen doen. De besten van hen kunnen praten als Brugman en leggen dikwijls een prijzenswaardige actie en geduld aan den dag. Zij weten hun artikelen aantrekkelijk uit te stallen en met flair aan den man te brengen. „Kijkt, u eens, wat een prachtige bloemen, wat een kleuren, wat een rijkdom in uw huiskamer!" Een ander prijst een meloen aan en houdt de groote vrucht met uitgestrekten arm den kooper voor. Weer een ander laat een kannetje of een schoteltje zien, als een kostbaar kleinood. Tusschen die verkoop-drukte in, wordt soms even Twee oude vrienden ontmoeten elkaar. De afdeeling ceramiek. „Weet je 't óókbuurvrouw geposeerd, om een boterhammetje smakelijk op te peuzelen of zijn dorst te lesschen. Ook is er wel eens tijd voor een gezellig praatje met de andere verkoopers of verkoopsters. Ook de geregelde inarktbezoekers kan men spoedig kennen. Zij hebben iets geroutineerds over zich, iets zakelijks en deskundigs, zoo'n air van„mij verkoop je geen knollen voor citroenen". En als zij elkaar ontmoeten op de markt, dan volgtdikwijls een prettig gesprek over alles en nog wat en men raakt niet spoedig uitgepraat. De gezichten van verkoopers en bezoekers vindt men op deze pagina, in eenige verscheidenheid, voorge steld. Als men ze goed bekijkt, voelt men spoedig de marktsfeer om zich, alsof men werkelijk ter plaatse was (Foto's Panorama-Do Jong)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 18