Panko Qe Baron m If sportpakjes xj? 3 Wat een verdriet Q PANKO is een uitkomst in deez' tijd voor huisvrouw, kok en keukenmeid. Flensjes, pannekoek, drie in de pan, vliegen de pan uit en bakken niet an! - ONZE VERVOLG ROMAN voor U en Uw kind, wanneer het prikkelbaar en lastig is. Groeit Uw kind soms te hard en heeft het kalk noodig Geeft U het dan Kalzan, dat juist die stoffen in het lichaam brengt, waaraan het sterk groeiende gestel behoefte heeft. Daardoor wordt Uw kind weer fleurig en goedgehumeurd. het kalkhoudende venterkingspreparaat I |fn poeder- en tabletvorm.] PANKO is het product, dat een uitkomst is voor alle gezinnen met kinderen. U bakt er zonder eieren en melk heerlijke, luchtige pannekoeken van, die niet vastbakken. PEJA-pmdudm - Deventer Neem bij voorkeur een ijzeren kockepan - flink heet. Vraagt Uw winkelier ook ROER-OM, het prachtige bakpoeder om zonder eieren, melk of boter, heerlijke cake en gebak te maken. DRAGEN HET MERK KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: Han Hooding, oen jong cn onergiek journa list van een plaatselijk dagblad, bemerkt dat in oen leegstaande villa achter zijn huis nieuwe bewoners zijn gekomen, maar tegelijkertijd heeft hij ontdekt, dat hij een sehntt.ig on alleraardigst buurmeisje hoeft gekregen, dat Adri heet! Op denzelfdhn middag dat Hun deze ontdekking doet, ontmoeten twee oude vrienden elkaar, die vroeger samen op school en in dienst zijn geweesthet zijn do heeren Hooding, oen groot aannemer, en Lantema, directeur van de Industriebank, de respectieve vaders van Han en Adri. Onder het genot van een glaasje halen zij oude herinneringen uit hun dienstjaren op en beiden zijn het er onder uitbundig vermaak over eens, dat Han cn Adri zeker geen slecht paar zouden vormen. Han vindt het meisje erg sympathiek en maakt al spoedig kennis met lioar. De jonge Roorling wil reizend journalist worden en hij bespreekt zijn plannen met zijn vader. Nu kunt n verder lezen. Ik beschouw 't. als een bar gelukkigen tref," begon Rootling, „dat de fa milie Lantema hier is komen wonen. Niet alleen, omdat ik aan Lantema een ouden vriend heb, waar ik nog steeds graag mee omga want 't is een aan hankelijke en gezellige kerel, al kan hij in zaken zoo scherp zijn als een mes maar ook, eerlijk gezegd, omdat ik een goede zakenrelatie in hem zie. Ik zal niet in technische bijzonderheden van financiën vervallen die zou je toch niet hegrijpen; maar de toestand komt hier op neer; ik wil straks gaan bouwen in de stadhoudershuurtgeen paar huisjes, maar een straat of twee drie; en al zou ik 't héél misschien wel zóó kunnen redden, 't zou me een kolos saal gemak zijn, als de Industriebank me een flink bouworediet, gaf. Dat krijg ik van Lantema allicht makkelijker los, en ruimer, dan van een vreemd. En dés te makkelijker, naarmate onze per soonlijke verhouding intiemer is. Dat snap je wol. De grens van iemands credietwaardighoid is geen stalen reep, maar een elastieken koord. Als ik dat oprek, zou een ander misschien zeggen: ho, man, da's te ver Terwijl een vriend 't misschien néémt. Snap je?" ,,'t Zal wel zoo zijn," zei Han. „Nu heb ik er Lantema al eens over gepolst, en hij aarzelt; maar als eT nu.... hoe zal ik 't. zeggennóg een ge wichtje in de schaal viel, een familie- verbintenis hijvoorbeeld, of een goede kans daarop. Ilan bleef zitten zooals hij zat, maar- zijn oogen keken ietwat dreigend. „Een soort koehandeltje dus!" zei hij. „Pressie met gevoelsargumenten! Als je 't zakelijk niet aanwilt, weet ik wat anders: mijn zoon en jouw dochter- zién wel wat in elkaar. help dan je dochters aanstaanden schoonvader!" „Klets niet," zei Rooding plomp. „Je hoeft 't. er niet om te doen, maar je hoeft 't er óók niet om te laten. Je vindt 't een schat van een kind. Is 't ook. Omdat je wat anders in je hoofd hebt, denk je niet aan 'verloven en trouwen, maar verliéfd ben je ge noeg." Dat heb ik best in de gaten. Je lroeft alleen de remmetjes maar los te gooien. En ze schijnt jou ook wel te mogen. Je weet natuurlijk nooit bij een meisje ik lieh daar-ten minste weinig kijk op maar ik geloof nooit, dat je bot zou vangen; en dat schijnt Lantema ook niet te gelooven." „Dus u hebt 't, er al.eens over gehad „Nou, over gehad, over gehad.... Wc geven elkaar wol eens een knipoogje en zooomdat, we 't wel leuk vinden, dat ons voorloopige speculatietje zoo netjes schijnt uit te pakken...." „Wat voor speculatietje?" vroeg Han. Rooding schoot in den lach. „Nou," zei hij met een rood gezicht, ..toen ik Lantema dien eersten keer weer trof, je weet wel, in de tram, liet hij me 'n portret van Adri zien, en ik liet jouw portret zien, 011 toen zeiden we zoo half uit scherts tegen elkaar: misschien is dat iets, om er één firma van te maken...." Nu schoot Han overeind. „Dat vind ik gemeen!" riep hij uit. ,,'t Is dus van 't begin af een doorge stoken kaart geweest U hebt ons aan elkaar willen koppelen, om ons als lokaas te gebruiken. „Je raaskalt," viel zijn vader hem geraakt in de rede. „We hebben ge lachen om een ideetje. om een fan tastische mogelijkheid. Er zijn geen twee vrienden op de wereld, die ieder een baby hebben, de eene een jongen en de andere een meisje, of ze zeggen dat kan een goed span worden. Noem je dat koppelen? De kinderen zien elkaar misschien nooit meer later, en als 't, wél zoo is, en ze gaan van elkaar houden, moeten ze hun ouders dan een verwijt maken?" „Neemt u niet kwalijk, vader," zei Han, ingehouden en bleek, „maar u verdraait den boel. We waren geen baby's, en we zijn niet vanzelf met elkaar in aanraking gekomen. IJ hebt ons om zoo te zeggen naar elkaar toe geduwd. U en Lantema. Ik heh er niets van gemerkt, maar nu begrijp ik een heeleboel kleine dingen. Dat er af en toe iemand een kamer uit ging, en dat we toevallig altijd alleen in den tuin hieven, of alleen zin hadden in wandelen en zoo. „Wou jij dan, dat ik mijn hoofd tus- schen jullie in stak, als jullie zaten te smoezen „We smoezen niet," stoof Han op. „We praten gewoon, als twee groote menschen. En 11 zat met Lantema te gnuiven: kijk ze eens snoezig zijn tegen elkaar, kijk ze eens happen! 't Spijt me dat ik u die pret moet ontnemen, maar ik zal wel oppassen, dat 't niet weer gebeurt. Als u naar Lantema gaat, ga ik niet mee, en als ze hier komen, ga ik de deur uit. De voorstelling is gestaakt." Rooding hield zich met alle geweld kalm. „Ga zitten, Han," zei hij, „en schreeuw niet zoo." Han ging zitten. „Ik heb 't misschien een beetje te heftig gezegd," zei hij. „maar ik meen, wat ik zeg, en ik blijf er bij ook." „We zullen zien. Je zult er wel anders over denken, als je 't inziet zooals 't de waarheid is. Aan groote woorden en koppigheid hebben we geen van tweeën wat. En er is geen reden voor. Geen mensch heeft gekoppeld, en geen mensoh heeft jullie in eikaars armen gegooid. Jullie bleven alleen in den tuin, omdat jullie liever samen buiten bleven dan mee naar binnen te gaan, en jullie hadden alléén zin in wandelen, omdat anderen géén zin hadden. De fantas tische mogelijkheid scheen werkelijkheid te worden, vanzelf, en 't. was wel al zóó ver, dacht ik. dat ik er als vader over mocht praten." ,,U bent er over gaan praten, omdat u er een voordeel in zag voor uw

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 30