^^cvitellSjCs. mm vitamine F? Lijdt Uw huid gebrek aan 35 cent Zeker 98 van de 100 dames lijden gebrek aan vitamine F het vita mine, dat de huid gezond en jong moet houden. Wacht U voor de eerste symptomen van vitamine F-gebrek: een huid, die haar frischheid verliest, brosse nagels, doffe haren Vul dat vitaminen-tekort aan. Gebruik CastellaVitamineF-crêmes... 2000 een heden vitamine F in iedere tube. Her stel en behoud de jeugd van Uw teint. VITAMINE CRÈMES COLD CRÈME VANISHING CRÈME WSMM& C°iec: PER TUBE Weer zoo'n goed ffKLM^N -product „Goed, dan géén komplot. Dan heeft vader gehoopt, dat 't wat wérd tnsselien Adri en mij, en toevallig hoopte meneer Lantema «lat ook. Hebt u meegedaan?" „We hebben er samen om gelachen," antwoordde zijn moeder. „Je vader zou 't wel leuk vinden, en ik vond 't niets naar, dat jullie.hoe zal ik 't zeggen.... elkaar niet afstootten. -Is daar iets tegen?" „Natuurlijk niet," zei Han. „Maar vader wou me opjagen. Hij heeft er een geldzaakje aan vastgekoppeld." „Kom kom...." suste de moeder. Over geldzaken placht haar man haar niet te onderhouden. Ze wist wel, dat hij iets in den zin had. met Lantemaen dat hij grond wou koopen, van een boer, dien hij van vroeger kende.... Maar wat Adri en Han daar mee te maken hadden, wist ze niet. „Nee, moeder, niét kom kom," viel Han uit. En verontwaardigd stortte hij zijn hart uit. ,,lT begrijpt toch wel, dat ik me niet laat, versjacheren?" besloot hij zijn ver haal. „Of dat ik er niet toe meewerk, dat zij versjacherd wordt? Vader heeft een peer van den hoorn willen plukken, die nog niet rijp was. Nu wordt ze nóóit rijp." „Daar weet je niets van," zei mevrouw Rooding. „Nooil is een heel woord!" „Er zou heel wat moeten gebeuren, vóór ik Adri weer aan kon kijken zonder mijn oogen neer te slaan," zei Han. „Ik zou haar niet eens een hand meer kun nen geven, waar vader bij was, of Lante ma, of u." „Jammer dat je mij er ook bij noemt anders hadden wij samen een tegen- komplotje op touw kunnen zetten." Han lachte even. „IT vindt 't een storm in een glas water, geloof ik; maar ik zit er leelijk over in. Als ik naar mijn gemoed te werk was gegaan, had u me niet eens ineer thuis zien komen." Een paar seconden zat mevrouw Rooding rustig naar haar zoon te kijken. „Dat was misschien nog niet eens zoo gek geweest," zei ze. Han keek op. „Hoe bedoelt u?" „Ja. We hebben maar zoo losjes doorgeleefd, met jou in huis, alsof 't, zoo hoorde en altijd zoo kon blijven. Omdat alles zoo prettig liep. Maar er zijn er honderden van jouw leeftijd al lang ge trouwd. Toen je vader zoo oud was als jij, verwachtten we jou al. Maar nu loopt 't ineens niet zoo prettig meer. 't Is iets heel natuurlijks, dat je vader dien wensch van hem heeft uitgespro ken. tegen mijn jongen kan ik alles zeggen, denkt hij die begrijpt me niet verkeerdMaar je bént geen jongen meer. Je raakt zachtjesaan een beetje los van je ouders, als je dertig wordt. Dan ga je hekjes zetten hier en daar. Maar je vader ziet geen hekjes." „LI zegt 't heel aardig," zei Han. .,'t Klinkt waarschijnlijk niet hartelijk, tegenover u.ook niet, maar 't, is zoo. er zijn dingen, die je achter slot wilt houden." „En dat voelt, je vader niet. Omdat je nooit de deur uit bent, geweest. Alleen als soldaat, en toen lag je nog hier in stad. Hij moet. 't is gek dat ik zoo iets zeg, maar je begrijpt me welhij moet een beetje van je vervreemden. Ik bedoelje leeren zien als een apart en onafhankelijk inenseh. Zonder ruzie of vechtpartijen." „Dus?" „Dus moet je maar op kamers gaan wonen." „Stuurt u me de deur uit?" De moeder keek hem aan met oen weemoedig lachje. „Da's geen vraag om antwoord op te geven," zei ze. „Ik zal je genoeg missen. Maar spanningen in huis is heelemóal niets voor mij, en 't lijkt me wel goed, dat je eens een tijdje je eigen gang gaat." „Als vader me dat maandgeld gaf. wou Han beginnen. „Als hij dat niet kón, is de kous af," viel ze hem in de rede. „En ik heb geen verstand van jouw werk, maar ik zou je toch radenbedank niet overijld voor een vaste positie, 't Is geen tijd om kunstjes uit te halen met je boterham." „Een boterham krijg ik altijd wel," meende Han. „Wij geven niet aan de deur," scherts te zijn moeder. „Enfin, je zoekt 't maar uit. Ik heb nog een restje bessen staan. Zullen we die opmaken?" „Hè ja," riep Han. „Dan ga ik ze wassehen. Als je een beschuit wilt, neem je hem zelf maar." Ze ging naar de keuken, en ze was er nog geen minuut, of Han kwam er ook. Achter haar staande nam hij haar hoofd tnsselien zijn twee handen, om het naar achter te buigen en haar een zoen te geven. „Daar," zei hij. „Ik had nooit, een betere moeder uit kunnen kiezen. Ook een beschuit?" „Twee," zei mevrouw Rooding. „Smeer jij ze? De boter staat, hier in de kast." Dankbaar smeerde Han beschuiten voor zijn moeder dik onder de boter, zooals zij ze graag had. Hij begreep heel goed. hoe zwaar 't haar gevallen moest zijn, zoo'n raad te geven. Nu stond ze, bessen wassehende en afristende, haar offer te verkroppen. En ze had geen woord over Adri gezegd! ACHTSTE HOOFDSTUK Adri had op de Markt de tram willen nemen, maar er ging een wagen net voor haar neus weg, dus liep zij maar door naar de Nieuwe Hoogstraat, liever dan vijf minuten of langer bij een halte paaltje te moeten staan. In de Nieuwe Hoogstraat stapte zij in. De wagen was bijna leeg. Zij ging zitten, en toen de tram aan de volgende halte stopte, kwam Han er ook in: hij liep langs haar heen, maar hij zei niets! Hij groette, maar hij groette op een mal deftige manier, door een keurigen kwartcirkel met zijn hoed uit te zwaaien. Hij ging voorop staan en stak een sigaret op. Eerst toen drong liet geval goed tot Adri door, en werd zij er een tikje beduusd van. Was hij zóó aan zijn sigaretten verslaafd, dat hij eerst nog even rooken moest, voor hij bij haar kwam zitten? 't Werd nog vreemder: hij blééf op het voorbalkon staan. Ze zag enkel het lange vlak van zijn rug. Tot de halte Zijlaan toe! Zij stapte, uit, en keek naar het voorbalkon. Maar liij kwam niet, en de tram reed door. Met een hoofd als een boei liep Adri de Zijlaan door, naar de Heinsiuslaan. Ze was geraakt beleedigd door hém, en woest op zichzelf. Wat, een air van dien knaap! Had hij kuren? Expres en in 't oog loopend doen, alsof zij lucht was! Dat hij nog ergens anders heen moest kón slecht: na de Molenlaan volgde het, eindpunt van de tramlijn. Hij ontliep haar! Maar vooral: ze was woest op zich zelf, omdat, ze verwacht had, dat, hij naast haar zou komen zittenomdat ze bedaard naar zijn rug hadjsitten kijken, afwachtend, en zelfs een beetje blij ontken het maar niet, meisje! -dat, ze hem trof, en dat ze straks met hem naar huis zou loopen. Ze had gerekend en gehoopt, op zijn vriendschappelijk, lich telijk opgetogen gezelschap, en zijn houding had gezegd: nee, jongedame, Ze waren goed bij stem! Ik ga weg, anders kom ik te laat op de repetitie van ons koor. Wees maar voorzichtig, het is net weer om een griep op te loopen Hoor eens even wat een gekuch, er zullen er wel veel absent zijn op de repetitie. Het doet me genoegen, dames en he er endat we allemaal aanwezig zijn. Bent U goed bij stem f Hebt U mijn raad opgevolgd f Ja zeker, Wy bert-tablet ten Bastenor, alt of sopraan Allen bevelen Wybert aan. Alleen verkrijgbaar in origineele blauwe doozen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 36