met dispergon tegen tandsteen ONZE VERVOLG ROMAN Prodent plus een goede tandenborstel is de ideale combinatie voor Uw tanden en mondverzorging. Deze vermaarde, heerlijk schuimende tandpasta bevat het kostelijke „dispergon", dat tandsteen verwijdert en nieuwe vorming tegengaat. Maar dan ook 's morgens en 's avonds poetsen! PRODENT HEERLIJK SCHUIMEND - MAAKT DEN MOND FRISCH EN DE TANDEN PARELBLANK GOOI GEEN OUDE TUBEN WEG! Slechts tegen inlevering van een willekeurige oude tube met dop kunt U voortaan een in tube verpakt product koopen I NEDERLANDSCH FABRIKAAT DER N.V. PRODENTA - AMERSFOORT Maar nn keek Adri weer helder, en nuchter. Nu was zij voldoende verschanst in haar trots. Nu kon zij naar binnen. Meneer Rooding was er. Hij zat met haar vader in den hoek bij de serre, j ieder in een leunstoel, bij de groot.e schemerlamp met het tafelvlak in 't midden van den poot. Voor haar vader stond een glas met een sohuimloos restant bier; Rooding had zijn bierglas opzij gezet, en er stonden drie bier- fleschjes naast zijn stoel op den grond, en vóór zich had hij een half fleschje cognac en een glas, bijna leeg. Haar moeder zat in de serre, aan de rieten tafel bij den glazen achterwand, oin 't betere licht. Zij was een patience aan 't leggen. „Zoo, meneer Rooding," zei Adri, „alleen „Ja," antwoordde Rooding, „dacht je, dat ik altijd mijn heele karavaan meesleepte?" „We hadden zaken te bespreken," zei Lan tenia. Da's een zachte wenk, dacht Adri. En de verklaring, waarom moeder alleen in de serre zit. Opgeborgen. „En u bent nog niet klaar, zie ik, want ti bent nog niet aan de koffie. Dus ik verdwijn." „Blijf nog een jaartje de avond is nog jong genoeg!" zei Rooding jolig. „Voor u wel maar wij moeten morgenochtend weer stof afnemen," gaf Adri ten antwoord. „Ik ga moeder gezelschap houden." Ze liep door naar de serre en ging zitten kijken naar de lange rijen kaarten, die haar moeder op de rieten tafel had uitgelegd, en nu nadenkend verschikte, om ze langzaamaan in de juiste volg orde te krijgen. Adri zat, tegenover mevrouw Lauteina, met haar rechteroor precies voor de kierende serredeur. De verplaatsing der kaarten boeide haar niet bijzonder, wijl ze die niet van 't begin af gevolgd had. dus begon ze onwillekeurig te luisteren naar 't gesprek der twee lieeren. Rooding was druk, Lantema praatte weinig en bedacht zaam. Hij zei: „En 't liep al zoo aardig, leek me!" „Dacht ik ookzei Rooding. „Anders had ik me misschien nog wel stil gehouden. Maar hoe praat je, als groote kerels onder elkaar. en ik heb met Han nóóit verstoppertje hoeven spelen. Dus ik zei: als je zin in d'r hebt, grijp dan toe, jongen, da's meteen goed voor de zaken ook en daar werd hij nu juist zoo nijdig om." „De zaken hebben er niets mee uit te staan," zei Lantema. „Nee, natuurlijk niet strikt ge nomen niet, maar je wérkt toch makke lijker samen als je zoowat familie bent, is 't niet zoo? 11; leg mijn kaarten altijd open op tafel, dat weet je. Bluffen doe ik niet ik bied wat ik bieden kan, en geen steek hooger. Dus als je vindt, dat je aan mijn andere huizen geen zekerheid genoeg hebt, moet je 't niet doen. Maar als je nou net op de wip zat en je twijfelde: links of rechts, dan kon den die twee handjes in mekaar misschien precies 't extra-duwtje geven! Enfin, hij is zoo nijdig geworden als een spin. En toen hij hoorde, wat we uit gekheid tegen elkaar gezegd hadden dien eersten keer, dat ik je in de tram trof, was hij heelemaal niet meer te houen. Wat ie allemaal al niet kletsteHij liet zich geen meisje aansmeren, om de porte- monnaies van de ouwelui te spekken, en hij liet zich niet verkwanselen, en hij paste er voor, om zich door eenkomplöt- je naar 't stadhuis te laten sleepen, en 't was een doorgestoken kaart tusschen jou en mij, en als Adri bij ons over den vloer kwam, liep hij de deur uit, en zoo ging 't maar door." „Hij schijnt 't nogal hoog in den bol te hebben," spotte Lantema. „Dat wil zeggen. hij snapt best, dat hij niets te mooi voor haar is. daarvan niet. Maar raad aannemen heeft hij nooit gekund; en o wee als je je bemoeit met zijn zoogenaamde particuliere dingenDat je vader bent, telt niet meer mee tegenwoordig. Enfin, 't zal voorloopig wel niets worden. Zand er over. Maar 't zou me spijten, als je daarom geen zaken wou doen. Ik dacht 't zoo mooi voor mekaar te hebben!" „Daarom geen zaken doen zég ik niet," zei Lantema langzaam. „Maar waarom wil je 't zoo gróót aanpakken ineens? Waarom niet een paar huizen, zooveel je makkelijk aankunt, en zoo stap voor stap verder?" „Duurt me te lang!" riep Rooding. „Dan wordt 't te laat voor. voor wat anders waar nog veel méér aan te verdienen is." „Wat is dat dan?" polste Lantema. „Nou ja...." Rooding aarzelde. „Als ik tóch geen kans heb, dat er wat van komt. Het bleef even stil. „Neem er nog een," zei Lantema. Hij greep naar de cognacfleseh. „Nee," zei Rooding. ,,'t Is welletjes zoo. Of jij moest ook nemen. „Ik niet," antwoordde Lantema. „Maar misschien wil je wat anders. dan nemen we koffie erna. Een port- flip? Toos!" Mevrouw Lantema hoorde het niet. „Vader roept u, moeder," zei Adri. Mevrouw Lantema ging. „Wil je koffie laten komen?" vroeg haar man. „Maar misschien wil je eerst even een portflip voor Rooding maken." „Doe toch geen moeite," protesteerde Rooding. ,,'t In geen moeite," zei Lantema, „hè schat? 't Is zoo klaar." In een fluitglas kreeg Rooding de KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: Han Rooding, een jong cn energiek journa list van eon plaatselijk dagblad, bemerkt dat in een leegstaande villa achter zijn luiis nieuwe bewoners zijn gekomen, maar tegelijkertijd beeft hij ontdekt, dat bij een schattig en alleraardigst buurmeisje heeft gekregen, dat Adri heet! Op denzelfden middag dat Han deze ontdekking doet, ontmoeten twee oude vrienden elkaar, die vroeger santen op school en in diepst zijn gewoest; het zijn de heeren Rooding, oen groot aannemer, en Lantema, directeur van de Industnehank, de respectieve vaders van Han en Adri. Onder het genot van 'n glaasje halen zij oude herinneringen uit hun dienstjaren op en heiden zijn het er onder uitbundig vermaak over eens, dat Han en Adri zeker geen slecht paar zouden vormenHan vindt het meisje erg sympathiek en maakt al spoedig konnis met haar. De jongo Ronding wil reizend journalist worden; hij heeft hiervoor voor loopig driehonderd gulden per maand noodig en bespreekt daarom zijn plannen met zijn vader. Rooding wil oen complex, hulzen houwen en 'zoekt daarvoor een groot bouwcrediet, dat hij van Lantema wil zien te krijgen. Om hierin te slagen lijkt hem een nauwere ver- hintenis tusschen Han en Adri gewenseht. Han is over dit voorstel van z'n vader heftig verontwaardigd on tracht Adri in den vervolge te ontloopen. Nu kunt u verder lezen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 28