GEHAAKTE SPREI X A\ jarnaien mversr en vorm Nu fle dagen weer korter worden, hebben we in onze avonduren ruimschoots gelegenheid ons bezig te houden met een handwerkje. Wat vindt u van deze sprei, gehaakt in sterpatroon? De motieven zijn door middel van vierkantjes aan elkaar verbonden. Bevnoil i gil hedenHiervoor gebruiken we écru liaakgaren no. 5 en een haaknaald no. 4. Hondje. We zetten 12 lossen op, sluiten deze tot een ring en gaan verder als volgt: le toer: 23 stokjes om den lossenring (het eerste stokje van dezen toer vervangen we door drie lossen, terwijl wij den toer sluiten met een halve vaste). 2e toer: 4 lossen, daarna haken we een stokje in elk volgend stokje, afgewisseld door 1 losse; het laatste stokje bevestigen we aan de derde losse. We krijgen nu in het geheel 24 openingen. 3e toer: 3 lossen, daarna 2 stokjes in de eerste opening; in elke volgende opening drie stokjes; toer sluiten met een halve vaste. 4e toer: 10 lossen, we slaan 5 stokjes over en haken in het Oe stokje 1 vaste; van af Steeds her halen tot het. einde van dezen toer. (We krijgen nu in het geheel 12 bogen.) öe toer: We haken elf vasten in eiken boog. (ie toer: Met halve vasten tot het midden van den eersten boog, 5 lossen, een dubbel stokje in de vol gende vaste, 2 lossen, 2 dubbele stokjes in dezelfde vaste, 10 lossen, 2 dubbele stokjes in de middelste vaste van den volgenden boog. Van af steeds her halen. We eindigen dezen toer met 10 lossen en sluiten met een halve vaste. 7e toer: Met halve vasten tot na het 2e stokje van de eerste stokjesgroep, 5 lossen, 1 dubbel stokje in de opening (dus in het midden van de eerste stokjesgroep), 2 lossen, 2 dubbele stokjes in dezelfde opening, 10 lossen, 2 dubbele stokjes om de 2 lossen in het midden van de volgende stokjesgroep. Van af steeds herhalen. De laatste 10 lossen bevestigen we met een halve vaste aan de öe losse van de eerste stokjesgroep. 8e toer: Met halve vasten tot na het 2e stokje van de eerste stokjesgroep, 8 lossen, 1 pieotje (3 lossen en 1 vaste in de eerste van deze 3 lossen), 4 maal (1 dubbel stokje, 1 pieotje om dezelfde 2 lossen); lossen. 1 vaste om de lossenbogen van den 6en en 7en toer, 5 lossen, 1 dubbel stokje om de 2 lossen in het midden van de volgende stokjesgroep, 1 pieotje. Van af steeds herhalen. We sluiten den toer met een halve vaste. Het eerste rondje is nu klaar. Bij 't haken van den laatster; toer van het volgende rondje wordt het middelste pieotje van een wille keurige stokjesgroep verbonden met een stokjes groep van een ander rondje. Dit herhalen we nog een keer. Zoo zitten dus twee rondjes door middel van 2 pieotjes aan elkaar vast. De volgende stokjesgroep slaan we over, hieraan bevestigen we later het vier kante motiefje. Naargelang van 't aantal rondjes kun nen we de sprei de grootte geven, die we zelf wensehen. De vierkantje8 worden op de volgende manier gehaakt We zetten 8 lossen op, sluiten deze tot een ring. le toer: 3 lossen, 15 stokjes in den ring. Toer sluiten met een halve vaste. 2e toer: 8 lossen, 1 stokje overslaan, 1 vaste, 8 lossen, van af steeds herhalen tot. het einde van den toer. We hebben nu in hét geliee.l 8 bogen. 3e toer: We haken in eiken boog 11 vasten, toer sluiten met een halve vaste. v Fot o I'uil' uarnast udi»,-Franse) 4e toer: Met halve vasten naar het midden van den boog; 10 lossen, 1 vaste in het midden van den volgenden boog. Van af steeds herhalen. Se toer: vasten in den volgenden boog, 6 lossen, een halve vaste tusschen de twee pieotjes die twee rondjes aan elkaar verbinden, 6 lossen, daarna weer 6 vasten in denzelfden boog, f> vasten in den volgen den boog. Nu verbinden we het middelste pieotje van de stokjesgroep (van het rondje) met een halve vaste, daarna nog fi vasten in denzelfden hoog. Van af herhalen tot het einde van den toer. |_|et verbruik van garnalen is in den laatsten tijd zóó enorm gestegen, dat het nauwelijks nog gestimuleerd behoeft te worden. Ondanks dit feit lijkt het ons toch niet ondienstig, er eens wat meer aandacht aan te besteden en dat niet aan het verbruik zelf, maar meer aan de talrijke mogelijkheden, die dit kostelijke geschenk van de zee ons biedt. Garnalen, die ongepeld gekocht worden, kunnen wij, na ze eerst even onder de kraan te hebben afgespoeld, zonder meer bij de boterham op dienen. Het koken kan dus aehterwege blijven, omdat een wettelijk voorschrift bepaalt, dat zij uitsluitend in gekookten vorm in den handel mogen worden gebracht. Laten we de garnalen eenigen tijd in een marinade staan en serveeren we ze, gegarneerd met tomaten, sla, uitjes, augurkjes en eventueel nog andere hartigheden, dan hebben we een meer uitgebreid gerecht, dat zelfs op een feesttafel nog uitstekend op zijn plaats is. Ditzelfde kan ook van uitgeholde tomaten, die met een pikant garnalenmengseltje gevuld zijn, worden gezegd. Het bekendste gerechtje van garnalen is wel de garnalenragoüt, waarvoor als „basis" wat bouillon, melk of vischbouillon, die met bloem of maïzena gebonden wordt, dienst doet. Na het gebonden sausje met boter, gehakte peterselie, peper en zout op smaak te hebben ge bracht, roeren we er de garnalen doorheen en ver warmen deze flink, maar zorgen er voor, dat ze niet koken, daar er dan kans voor taai worden bestaat. Zoo'n garnalenragoüt die nen we op als warm hapje bij de lunch, ofwel in plaats van vleesch. Sla, roode- kool, bieten of worteltjes smaken er in het laatste geval heel goed bij. Ook kan de ragout als vulsel dienen voor een rand van aardappelpuree of gort. Een eenvoudig, maar misschien wel het meest smakelijke gerecht van warme garnalen is gar- dat heel gemakkelijk bereid kan M. Kollor) nalengehakt worden. Hiervoor namelijk hakken we de afgespoelde gar nalen fijn (niet malen, daar de smaak er dan op achteruit gaat), vermengen de gehakte massa met geweekt brood of droge beschuit, zout, peper, noot muskaat, fijn gehakte peterselie en zoo noodig met wat melk, vormen er platronde koekjes van en Wat zullen we eten? Zondag: Roast beef. Gesmoorde prei en selderij. Aardappelen. Sagopud- ding met vruchtensaus. Savoyekoolstamppot. Maïzenavla. Havermoutlapjes. Gestoofde bie ten. Aardappelen. Woensdag: Stevige uiensoep. Donderdag: Koolraap. Aardappelen. Karne- melksche pap. Vischkoekjes. Andijviesla. Aard appelen. Soep van beentjes. Filosoof van verschillende groenten. Maandag: Dinsdag: Vrijdag: Zaterdag:

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 30