Katwijk aan het werk om. een oudheidkamerin de puntjes Netten koetsiers te Scheveningen. lie merkwaardige hoed van de voorste wordt als beschutting
af te leveren. tegen de zon gevouwen uit een wollen omslagdoek.
de eenige echte kant, heeft 't niets hoegenaamd
temaken. De echte wordt van spin ragdun linnenga
ren met de hand gemaakt. De virtuoze handen van
'n levenslang geroutineerde kantwerkster hebben de
honderden draden in de vrij smalle strook mutsen
kant één voor één vervlochten en verstrengeld tot
een patroon van bloemen en bladeren, van stengels
en ranken, die in de gaas-lichte, toch heel sterke
mazen van het „fond" gevangen zitten. Neem zoo'n
stukje echte kant eens in uw handen met aandacht:
het is geen wezenlooze lap met gaatjes, zooals het
maehineproduct, maar een spring
levend kunstwerk, waarin de fijne
linnendraden als zenuwen hun ver
loop hebben en de sidderende om
trekken van de witte bloesems af-
teekenen. Dat hebben de boerinnen
begrepen, beter dan wij stedelin
gen. Een „stoomkantje", zeggen
ze, en achten het. geen zier.
Scheveningen heeft in tegenstel
ling met Delft, Vlaardingen en
Katwijk (waar het de mooie „scoer-
mantel"-dracht gemeen mee heeft)
nooit veel aan kant besteed. De
„moppes" van Scheveningen is
gewoonlijk van wit batist en dankt
zijn bekoring hoofdzakelijk, ge
steund door het onmatig verlengde
oorijzer, aan de snit. Komt er bij
feesten een stukje kant aan te pas.
dan is het wat met de hand door
werkte tule.
Utrecht, is helaas niet rijk meer
gezegend met „dracht", maar be
zit in de tweeling-dorpen Bun
schoten en Spakenburg een heel
merkwaardig en rijk document van
aloude dracht.
Daar gaat. van de
kleinste meisjes tot
de vrouwen op ja
ren nog vrijwel alles
als vanouds ge
kleed. Baby's als
heel kleine vrouw
tjes in lange rok
ken. Worden ze wat
grooter, dan krijgen
ze de kleeren waar
in de geruite ka
toenen, het z.g.n.
„Friesehe" bont, 'n
rol gaan spelen en
die zoo hoog opge
sjord en vastge
haakt word en van
achteren aan den
„glippenkolder",
dat de rokken en
de boezelaar de
merkwaardige d ra -
peering langs buik
en heupen gaan krijgen, die met den uitstaanden
(soms van prachtige antieke sitsen gesneden) kraplap
over borst en rug het heel aparte silhouet helpt af-
vornien, waaraan die dracht haar karakter ontleent.
Even merkwaardig als de enorm met zilver begespte
schoenen zijn de kleine, krap om den kop sluitende
ondermutsjes van wit haakwerk, waarin bijzonder
mooie, sprekende en door de vrouwen zelf ontwik
kelde patronen aan het woord komen en die door de
week open en bloot gedragen worden.
CRUYS VOORBKRGII.
Foto's archief Panorama (3), Panorama-
Vaiks (3), v. Agtmaal (2).
De Helleveningsehe noehtmuts wordt thans ook vaak overdag gedragen.
Wat is non toch eigenlijk „echte" kant? denkt
onwillekeurig deze of gene een beetje kriebelig.
En waarom wordt daar zoo'n drukte overgemaakt?
Dat is een heele historie, maar we zullen probeeren
er iets van te vertellen.
Een kunstambacht, dat, zich. zij het ook moeilijk,
tot op heden staande heeft gehouden, alle concur
rentie van de maehim ten spijt, is dat van de kant
werkster. De stedelingen vergapen zich al jaar en
dag aan de z.g.n. „kanten", die bij meters per
minuut uit een of andere onbegrijpelijk vernuftige
machine naar bui
ten ratelen en met
zwierige drapeerin
gen achter de blin
kende ruiten de
modedienaressen
trachten te verlei
den, doch die min
der effect hebben
dan ze beloven.
Allemaal best,
als dat machinale
product ook maar
geen „kant" ge
noemd werd. Want
met „echte" kant,
De „moppes" of
■mopmuts van Sche
veningen met het
mooie goudwerk aa n
het oorijzer en de
aardige naalden
die ah voelsprietjes
omhoog staan.
Oud-katholieke hovenierster uit de provincie Utrecht,
die de echte knipmutsvan Twente in eere houdt.