a RESA-ARNHEM Andrépétrde RH£urTv!«t»^' °rdr«"oE °r,'fko"' TROTSCH EN KOPPIG Heen, n AKKERTJE Frans, Duits, Engels L.O. Staatsexamen A en B pA ROOS en HAARUITVAL BEKENDE SCHRIFTELÜKE CURSUS WIE Bil RESA STUDEERT SLAAGT! f - D De Nederlandsche Pijnstiller Dat kan, met „Andrépétrole". Een dagelijksche massage van de hoofd huid met enkele druppels bestrijdt Roos en Haaruit val afdoende en geeft dor haar een fraaie glans. Wacht niet tot het te laat is, maar begint vandaag nog met een kuur. De flacon van f 1.25 is genoeg voor een kuurvan 6 weken. In oliegoede zaken ver krijgbaar. ANDRELON BODEGRAVEN dank zij Vraagt ons Prospectus Hoofdakte A en B Wiskunde L.O. en M O. K1 Nijverheidsakte N Handelskennis L.O. Boekhouden M.O. H. B. S. A en B Onderwijzersakte Mulo-Diploma hel g»-10'9 ileal i' f'9"'" to'T, "°9 h.' en verdn\ven ^ken en traaSP,redie de p,ine° "de oorzaak' sto«en, d,e tevens de bestr'\den VERVOLG VAN BLZ. 11 hem. Hij zag er knap uit., een sterke stond voor haar als een gevangene voor jonge vent met een gezicht, dat zij in- het gerecht, die voor zijn leven pleit, telligent en gevoelig gevonden had. Maar hij wilde niét, bedelen. Maar dat daclit zij nu niet langer. Van „De meeste vrouwen verlangen naar zijn intelligentie bleef weinig over door een eigen huis, is het niet?" zei hij. „Het zijn belachelijke vooroordeelenzijn zou alles van jou zijn. Ik ik zou gevoeligheid was niets meer dan een er ine niet mee bemoeien. Ik zou mijn lastige, liehtgeraaktheid. best doen om je gelukkig te maken." „Uitstekend!" zei ze. „Maar wat heeft „0!" riep ze uit. „Het geeft zelfs niet 't, dan voor zin samen uit te gaan, als jij om te probeeren het je duidelijk te uiet eens vriend wilt zijn?" „Ik heb nooit ge dacht, dat er eonige „zin" in zat," zei hij hoonend. „Goed, dan...." „Luister eens!" viel hij haar in de rede. Hij had zijn hoofd afgewend, zno- dat zij slechts zijn profiel zag, zijn magere kaak, zijn recht donker voor hoofd wat een koppig gezicht! Hij sprak koel, maar zij zag, dat zijn hand den hoek van de tafel zoo hard greep, dat de knokkels wit werden. „Ik kan met jou geen vrienden zijn." maken! Ik ben zoo- niet! Ik zou zoo'n leven niet verdragen heb je niet ge merkt, dat de vrou wen veranderd zijn?" „Dat zal wel," zei hij. „De kwestie is, jij houdt niet van me. Daar is niets aan te doen." Tot haar verbazing vulden haar oogen zich mét tranen. „Maar ik. begon ze en zweeg toen. Ze hield wel van hem, meer dan ze zich bewust was, maar hij kon het aan- ik hod vanhaar vriendschap niet hegrijpen. Rn stellig zou hij haar medelijden niet Eindelijk stemde Itij er in toe, in het huis te blijven. „Omdat ik zoo'n onlogisch, grillig wenschen. vrouwelijk schepsel hen!" Zij lachte. „Ik vraag me af, of ik thee voor ons Zij wist heel goed, dat zij dat niet zou kunnen zetten. Het wordt kil, hè?" was, wat hij ook mocht denken. „Er is geen gas," zei hij. „Hindert het Maar dat alles maakte voor hem geen je als ik rook?" verschil. Zij wist, dat zij in zijn oogen Hij wilde haar niet helpen de situatie slechts een meisje was en zij kende zijn te redden; hij stak een sigaret op en dwaze, onrechtvaardige begrippen om- stond bij het raarn te rookenhij gaf trent, meisjes -dat zij buitengewoon geen antwoord als zij iets zei en dat was onredelijke schepselen waren. alles. Het was inderdaad alles, waar hij „Nee. zei hij een beetje onvast, toe in staat was. ..Dat bedoelde ik niet. Ik bedoel.... „Ik zal deze bordjes even wasschen ik bied je alles aan wat ik heb. Ikik zei ze, terwijl ze opsprong. wil alleen maar voor jou werken voor je zorgen. Is dat nietbeter dan vriendschap?" Zij draaide zich vlug naar hem om. Hij draaide zich om. „Nee!" zei hij heftig. „Nee! Ik wil niet, dat je dat doet!" „Goed," zei Lous. „Laat ons dan een „Het spijt me," zei ze, „maar dat is wandeling maken." niet zoo. Ik wil niet, dat iemand anders voor mij werkt, begrijp je? Er hoeft niet voor mij gezorgd te worden. Ik wil geen Zij zweeg plotseling. „Wil je geen.liefde?" vroeg hij. De gezonde kleur week uit haar wan- „Nee," zei hij weer. „Ik breng je weer thuis." „Maar ik wil niet naar huis!" riep ze en begon te lachen. Je hebt me voor den heelen middag uitgenoodigd." Hij pakte haar hij haar pols. „Luister!" zei hij met lage, woedende gen. Het was de eerste keer, dat hij dat stern. „Ik ik houd van je. Ik ik woord gebruikte. vind het niet zoo erg grappig. Ik breng En zij wilde het liever niet liooren. je nu naar huis." „Nee!" zei ze. „Nee, da.t wil ik niet!" Hij .wist niet, dat het huilen haar Hij was opgestaan en toen hij voor nader stond dan het lachen. Zij had haar stond, zag zij hem in een nieuwe vriendelijk willen zijn, maar niet als lrij hoedanigheid, zoo hard en onverbiddc- zich op een dergelijke manier gedroeg, lijk, dat zij zich even angstig voelde. ,,Ik wil niet naar huis," zei ze. Ifet, woord liefde was in zijn mond niets Het leek hem, dat zij opzettelijk dan een valstrik. Hij zei, dat hij haar wreed was. Zij wilde hem niet. hebben, alles wat hij had wilde geven, maar maar zij wilde hem ook niet laten gaan. wat hij haar werkelijk aanbood was Hij liet haar pols vallen en draaide een kooi. Hij wilde, dat zij haar werk zich om. en haar vrijheid opgaf; hij wilde haar „Goed," zei hij. „Doe wat je wilt. hier opsluiten, in dit nare, oude huis; Ik ga." liij wilde, dat zij slechts had. wat hij In de deur zei liij: haar gaf. „Nee," riep ze. „Als ik ooit trouw, moet het -heel anders zijn dan jij je kunt voorstellen. Ik zou mjjn werk en mijn eigen leven willen houden...." Hij luisterde niet eens naar haar. „Ik zal je van het station een taxi sturen." Zij ging weer aan de tafel zitten. Ze hoorde de voordeur achter hem dicht slaan; daarna zag zij hem over het tuin- ,Kijk eens," zei hij. „Het gaat mij pad loopen. Het was nu begonnen te vrij goed. Later krijg ik nog meer. En regenen, trage, zware druppels. Haar intusschen jij kunt het wagentje schouders schokten van het lachen, krijgen. Je kunt het huis op laten knap- omdat hij zoo belachelijk eigenzinnig pen, zooals je dat wilt. Het zal van jou was. Hij moest, maar gaan, als hij zoo zijn jouw eigen huis. graag wilde. „Ik wil geen huis!" Hij kon den wagen niet op gang Een oogenblik lang zweeg hijhij krijgen. Zij begreep, hoe hem dat, moest

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 14