WAAR JONGE KUNSTENAARS WORDEN GEVORMD Een rondgang door Kunstoefening te Arnhem Arnhem, de hoofdstad van Gelderland, zoo prachtig gelegen aan den hoogen Veluwe- zoom, is een instelling rijk, die zonder eenige overdrijving uniek in den lande genoemd mag pe ieerlingen ran de worden en die, op haar ge bied, 'n geheel eigen plaats inneemt. Wij bedoelen: de middel bare school voor beelden de kunst en kunstnijver heid van het genootschap „Kunstoefening". Een iet wat langademige titel, die echter door de spraak makende gemeente rustig- weg verkort wordt tot „Kunstoefening", waarin eigenlijk het doel en wezen der inrichting kernachtig zijn saamgevat. Hier toch wordt de kunst, de beel dende kunst en de kunst nijverheid, in haar breed- sten vorm „beoefend", doch dat niet alleen: de kunst wordt er ook beleefd en zij wordt er gediend, met een toewijding en een liefde, die weldadig aandoen enmet resultaten, die bij de ingewijden het geen er, gelukkig, heel velen zijn tot groote bewondering en waardeering aanleiding geven. Hoevele jonge kunstenaars zijn er niet in den lande, die met dankbaarheid terugblikken op de jaren, welke zij bij „Kunstoefening" in Arnhem door brachten, en waarin zij gevormd niet alleen, doch ook geleid werden tot volle ontplooiing en waarin de liefde voor hun kunst, die in hen sluimerde, tot een laaiende fakkel werd. En hoevelen zijn er niet onder hen, dip het reeds ver brachten. beeldhomeklax maken hun modellen in klei. Als wij over deze dingen praten met den directeur van „Kunstoefening", den heer G. J. van Lerven, onder wiens bezielende en uiterst kundige leiding de school haar huidige, merkwaardig hooge peil bereikte, geraakt hij in vuur. „Ja," zegt hij, „ik ben trotsch op mijn school en ik ben trotsch op de resultaten, die wij mochten be reiken. Ik zeg dit, oindat wij het recht ertoe hebben. Ons streven is er altijd op gericht geweest, onzen leerlingen een zoo breed mogelijke opleiding te geven. Vóór alles moeten zij de techniek van hun vak beheerschen. Een acte middelbaar teekenen bijvoorbeeld wordt hier niet veroverd door iemand. Daarna wordt de eehete in Kteen uitgehakt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 2