Castella
tandpasta
kent geen
onbereikbare
plaatsen" meer!
Castella
Q&Bamri en de Freule
III. WINTER
schuimende TANDPASTA
Onvolledige
mondverzorging
afgedaan I
De kleine holten en plooien
van het gebitdat waren
tot nog toe „onbereikbare
plaatsen"". Castella tand
pasta bevat de wonderlijke
nieuwe stof' Perldondie
met duizenden sehuiinbel-
letjes, niet grooter dan de
punt van een naald, ook
de allerkleinste holten in
tens reinigt!
De eenige tandpasta
met PERLDON
35 CT. PER TUBE
Weer zoo'n goed
d|bbelm^n -product!
Zijn collega hielp hem!
VERVOLG VAN BLZ. 29
„Nee, maar. ik vroeg 't je. Zou je
niet wijzer doen, als je 't deed?"
„Daar heb ik nog niet over gedacht,
maar voorloopig doe ik 't zeker niet."
„Je hebt geen kinderen," betoogde
Lantema, „en je neef dóe je er niets
mee tekort. Die heeft zelf een hof, en
hij erft later toch van je. Dus als ik jou
was, nam ik 't er maar van, de rest van
mijn leven. Geen koeien geen moeien."
„Je kunt ook zeggen: geen koeien
geen kalvers," zei de boer.
„Geld op de bank brengt óók in
komen op."
„Dat is zoo," erkende Van Stiel, „maar
toch zal ik 't voorloopig niet doen."
„Denk er nog eens over. Als je een
redelijken prijs noemt...."
„Ik hoef er niet over te denken. Voor
loopig doe ik 't niet."
„Dus later misscliien wel?"
„Alles is mogelijk. Maar over later
kunnen we l;iter nog praten."
„Dn als je ooit den boel van de hand
wilt doen, kom je dan bij mij?"
„Dat zou kunnen," zei de boer.
„Dan ben je van alle zorg en last af,
je hebt je kapitaaltje en je goed blijft
in één hand."
„We zien nog wel," antwoordde Van
Stiel. „Voorloopig laat ik 't maar,
zooals 't nu is. Wat ik zeggen wou,
hoe gaat 't met Rooding?"
„Heb je hem al dien tijd niet ge
sproken!" vroeg Lantema.
„Nee, sinds 't voorjaar niet."
Lantema voelde zich opgelucht.
„Hij maakt 't uitstekend," zei hij.
„Druk aan 't bouwen. Ik mag geen
bankgeheimen verklappen, maar ik
geloof wel, dat hij er goed voorstaat.
En allemaal gezond bij hem thuis."
„Hoe doen jullie nu met dien grond
aan de Oude Vaart?" vroeg Van Stiel
belangstellend.
„Nog niets," antwoordde Lantema.
„Daar zijn we nog niet aan toe. Mis
schien wordt dat oo.k bouwen later."
„Zoo," zei Van Stiel. „Zoo. Misschien
komen jullie samen eens langs! Dan
kunnen we nog eens over vroeger
praten, voor ik hier vandaan ga."
„Ga je dan weg?"
,,'t Zou kunnen," zei de boer.
„Maar dan doe je toch wijzer.
„Nee, Lantema, heusch niet
voorloopig niet."
VIJFTIENDE HOOFDSTUK
In de eetkamer stond Adri over den
stoel en den schouder van haar
moeder heen gebogen. Zij droeg het.
zwarte haar weer langer, en nu met een
parelmoeren gesp bijeengenomen op
baar slanken, gevulden nek. De twee
vrouwen keken in een modeblad, dat
open voor haar lag. Verder op de tafel
lagen rechts nog meer modebladen, en
links een gedeeltelijk opengeslagen lap
van bruine wollen stof.
„Ik heb een ontzettenden zin, om er
meteen de schaar in te zetten!" zei
mevrouw Lantema. toen haar dochter
zich oprichtte.
Heel even trok Adri haar dunne maar
krachtige wenkbrauwen op.
„Doet u 't dan!" riep ze uit.
Mevrouw Lantema keek naar de
kloken daar kwam het bezwaar,
dat Adri voorzien had.
,,'t Is over vijven straks komt je
vader thuis!"
„Nu, wat zou dat?"
„Hij heeft zoo'n hekel aan rommel!"
Adri lachte en sloeg haar arm om den
hals van haar moeder.
„Arme schat!" zei ze. „Altijd in angst
en beven! Doet u toch eens uw eigen
zin. en kijkt u niet altijd naar vader z'n
oogen of naar mijn gezicht!"
„Je vader werkt en zorgt den heelen
dag voor ons," antwoordde mevrouw
Lantema. „Hij vindt nu eenmaal graag
een gedekte tafel, als hij thuiskomt,
en da's niets te veel gevraagd. En voor
jou
„Sta 'k drie uur in de kou," schertste
Adri. Ze zette de vaas met chrysanten
op het buffet en greep de afgekeurde
modebladen om ze weg te leggen. „U
offert u veel te veel op. U geeft, nw
dochter een slecht voorbeeld!"
„Slecht voorbeeld?"
„Ja als ik naar u kijk, zie ik tegen
't huwelijk op als tegen een berg. Een
getrouwde vrouw is een slavin! Geen
vinger mag ze in de pap steken, of ze
moet eerst kijken, of haar heer en
meester wel toestemmend kijkt. Als ze
in een nieuw huis komt te wonen, en ze
wil van de gelegenheid gebruik maken,
om moderne meubels aan te schaffen,
dwingt het. hoofd des gezins net zoo
lang, tot er tóch weer een Engelsclie
eetkamer staat."
„Je vader heeft, niet gedwongen."
„Nee, alleen maar zijn mond gehou
den en af en toe zuur gekeken. Vroeger
merkte ik zulke dingen niet, moeder,
maar tegenwoordig vraag ik me wel
eens af: waarom moet in 't huwelijk
altijd één partij overmacht uitoefenen?
Een man is óf een pantoffelheld óf een
tiran."
„Je vader is geen tiran. Hij heeft
net zoo goed recht op een eigen smaak
als ik."
„En u hebt net zoo goed recht, op
een eigen zin als vader."
„Je draaft door," zei mevrouw
Lantema ernstig, ,,'t Was te wensclien,
dat alle huwelijken zoo gelukkig waren
als t onze. Heb je ooit iets anders gezien
dan vrede en opgewektheid?"
„Nee," zei Adri, „maar u bent een
engel, en dat ben ik niet. Als ik zoo'n
man krijg als vader, hebben we een
huis vol ruzie. Maar gaat u nu aan 't
knippen! 't Is acht over vijf vader
komt pas om zes uur. Als hij den sleutel
in 't- slot steekt, neemt u met één veeg
den boel van tafel, en ga ik in volle
vaart aan 't dekken. Als 't niet goed is,
schiet u maar naar boven, dan vang ik
de bui wel op."
„Een beetje meer respect voor je
ouders, jongedame!" zei mevrouw Lan
tema, maar zij glimlachte, nam het
kleed van de tafel en haalde schaar en
centimeter.
Adri reikte behulpzame handen, en
een goed kwartier werd er met vuur en
in stilte gewerkt. Toen, vóór 't half zes
sloeg, hoorden zij den sleutel in het
slot. Mevrouw Lantema keek gejaagd
op de klok.
„Nu al?" zei ze. „Laten we maar
opruimen."
Adri zei niets, en hielp. Maar de tafel
was nog niet leeg, toen Lantema bin
nenkwam. Hij fronste.
„Wat doen jullie nu!"
„Opruimen, om vóór zessen de tafel
gedekt te hebben," zei Adri. „We
hebben geknipt. U bent vroeg!"
„Ja, zei Lantema, „ik ben wat
vroeger van 't kantoor gegaan even
een boodschap geweest."
Mevrouw Lantema had lappen en
Willemsen gaat altijd op de fiets
naar zijn werk.
Met ons Hollandsche klimaat doet
dat hem geen goed. Hij heeft het
gauw te pakken.
Dan hoest en hijgt hij als een oud
postpaardzóó, dat het zijn col
lega opvalt.
Man, neem Wybert - tabletten
Die helpen je tegen hoest en
heeschheid, als je door weer en
wind moet.
illeett verkrijgbaar in trritjineele
blauwe <1 noten