Hoer- Om \isï OÜZE FAMIlIElïAJIESi (f? T naaigerei in de kast geborgen, en ging nu naar de keuken. Adri was al aan 't tafel dekken. Lantema zat in de voor kamer, en keek vluchtig de krant in lezen deed liij die eerst na het diner. Stil, met vaardige bewegingen, deed Adri haar werk. Zij keek niet op. Haar gedachten 'waren bezig met de gebeur tenissen en woorden van het laatste uur. 't Zou lang duren, vóór zij zoo inschik kelijk kon zijn als moeder! De keeren waren niet te tellen, dat zij, in haar moeders plaats, uitgebarsten zou zijn als een vaatje buskruit. Maar ze trouwde toch niet. Ten minste. er zou heel wat moeten gebeuren heel wat onwaarschijnlijks. Ilan hield niet van haar, maat Ilan zou nooit een pantoffelheld worden, en geen tiran ook. Ze wou niet aan Han denken ze had hem met Els gezien op de Markt, in zijn autootje.dat hij volgens Lies niet meer gebruikte.... Hij hield niet van haar, dus ze moest hem ver geten. Alleen maar leven voor haar muziek en haar ouders. En toen verweet Adri zichzelf opeens, dat ze. met haar moeder pratend, vinnige critiek op haar vader had uitgeoefend. Hij was toch echt goed voor haar, ze kon alles van hem gedaan krijgen, en 't was zoo, wat moeder gezegd had: hij werkte en zorgde den heelen dag, dag en nacht bijna, voor zijn gezin! Ze liep vlug naar hein toe, boog het zuiver ovaal van haar gezicht, met de twee krullen boven haar voorhoofd, neer en gaf hem een kus op zijn wang. „Dag, vader!" zei ze. „We hadden nog niet gedag gezegd, toen u thuiskwam." Lantema keek glimlachend op. „Da's zeker een lesje," zei hij. „Wie binnenkomt inoet groeten, niet? Maar ik had iets aan mijn hoofd. „U hoeft u tegenover mij niet te excuseeren," zei Adri. „De tafel is gedekt u wou zeker zoo gauw moge lijk eten?" „Als 't kon?" zei Lantema. Mevrouw Lantema kwam al zeggen, dat de soep in aantocht was. In de pauze tussclien soep en hoofd- gang vertelde Lantema nieuws. „Ik ben bij den oogarts geweest," zei hij. De twee vrouwen keken hein aan. „Mijn oogen zijn zoo gauw vermoeid tegenwoordig," ging hij voort, „en ik. ik heb er last van met, auto rijden; in 't donker vooral." „Daar heb je nooit iets van verteld," zei zijn vrouw. ,,'t Was ook zoo erg niet," antwoord de Lantema. „En 't- gaat wel weer over, volgens den dokter. Flink eten, een beetje meer lichaamsbeweging, wat matigen met werken, en 's avonds zoo weinig mogelijk doen." „Da's een wijze raad!" riep Adri uit. „Dan kunt u wat vaker met moeder uitgaan." „Bijvoorbeeld," zei Lantema ietwat droog. „Van de vergaderingen Woens dags kan ik natuurlijk niet af. Daar kunnen ze me niet bij missen. En voor de Maandagen heb ik al een kegelclub." „Dat hebt u gauw voor elkaar ge bokst!" zei Adri. „Ja, hè?" glimlachte Lantema ijdel. „Altijd direct je maatregelen nemen! Da's een avond nietsdoen, en een wandeling heen en weer, en lichaams beweging op de kegelbaan drie vliegen in één klap." Wordi vervolgd M. II. r. (I. S. te Maar tensdijk. De vorm van het wapenschild i.s zeer verschillend, naast, het eenvoudige, gotische schild kennen we de uitbundig versierde car touche van later tijden. De in de heraldiek meest gebruikelijke vormen ziet u op het hiernaast afge beelde fragment van een geslachtsreeks dergraven van Egmond, een rijk verlucht manuscript, dat bewaard wordt in het Rijksaivhief in de pro vincie Noord-Holland te Haarlem. Het is een zoogenaamd huwelijks- wapen, waarin we de familiewapens van man en vrouw vereenigd zien. Het eerste wapenschild (rechthoekig en eindigend in een punt) toont de kleuren van Egmond. Op deze wijze wordt altijd het wapen van den echtgenoot aangegeven, in dit geval Jan, de twintigste heer van Egmond. Ovaal is de vorm van het tweede schild, daardoor weet u, dat het betrekking heeft op een vrouw, in dit geval Maria van Arkel. Is het schild ruitvormig, dan wordt het wapen van een weduwe aangegeven R. S. T. te Utrecht. De familie Ronhaar ont leent haar naam aan het gelijknamig gehucht, gelogen onder Hellendoorn. A. V. tc Vwrbury. Het komt ons voor dat de naam Vingerling gevormd werd naar het voorbeeld, der vele op iny eindigende namen en dus toevallig ontstond, zoodat het moeilijk na te gaan is waarom de eerste naamdrager juist dezen naam koos. IF. Z. te Dordrecht. De naam Zoethout zal waarschijnlijk het eerst gevoerd zijn door iemand, die betrokken was bij den verkoop van deze oudtijds onder de jeugd populaire delicatesse. II. T. tc X ij kerk. In namen als Teyyeler en Tciyclcr herkennen we het woord Toig. waar mede bij onze oosterburen deeg wordt aange duid. Waarschijnlijk zijn dus deze familienamen aan liet bakkersbedrijf ontleend. Tj. S. L. tc II ee ren reen. De familienaam Isölcama beteekent: zoon van Lolke, een voor naam, die nog steeds in Friesland voorkomt. (r. I". te 's-Oravenhaye zond een beschouwing betreffende namen als Frcelink, Frielink en Frijlinkwaaraan wij gaarne plaats inruimen. De grondvorm dezer namen is rrieli.no, waarbij (Foto Panorama-v. d. Randen) zuidelijke deelen, Over- ijsel en Gelderland kwam de schrijfwijze met f in zwang en werd de uit gang naar het voorbeeld van namen ais Obbink Jalink, Imminkenz. veranderd in ink Frie- link). De omvorming tot frijlink en Frijlink ge schiedde in „Holland", waar het voor gedistin geerd gold de ie als ij uit te spreken. De ver bastering tot Freelink is wellicht ontstaan door Vlaamsch-Brabant sohen invloed. I\ d. li. te Delfzijl, en J. S. r. U. Ie. Soestdijk. Het aantal familiena men, afgeleid van voornamen, is in ons land zeer groot. De beide briefschrijvers betwijfelen dit, laat ons dus een paar voor beelden noemen. Het begrip „zoon van" werd in de westelijke en zuidelijke provincies veelal aangeduid door den uitgang sen of se. Ziehier: A ar sen, Adriaanse, Arnold se n. An- driessenAntonissen. AdamseArnoldnssen AalfnrseAleurijnse. De laatste e verdween soms en in enkele gevallen bleef cle 2 bewaard, die voluit zoon bcteekende: Aalders, Aerts, Alher8, AldersAlofs, A rends, .Irons, Aukes, AriënsAbrahams, Ales, Abels, Alpherts Arisz, ArntzAbramszAmesz. Id 't oosten ran 011s land ziet men vaak de Saksische uitgangen iny en ink, die eveneens „zoon van" beteekenen Abbiny, Ansinyli, Atberdiny, Amsingh, Anin/j. A delink. A able rink, Assink, Aarnink. In 't Friesch kwam er nog een a achter: Andringha, Amsinga. Friesch zijn ook de uitgangen sma en ma, die hetzelfde begrip uitdrukken: Aycnia, Anema, Assenm, Attema, Abelsma, Adama. Allersma, Andriesma. I11 enkele ge vallen werd deze uitgang da zooals in Abada en AUicrda. Daarnaast komen nog enkele vormen met Grieksche en Latijnschc uitgangen, die vroeger vaak de voorkeur van gestudeerden hadden: Antonides, Arnoldy, Andraea. Wc hebben er thans vijftig opgesomd, er zijn er nog minstens vijftig andere en dan hebben we nog slechts de namen genomen, die met een A beginnenZijn de briefschrijvers over tuigd? S. <1. li. te Boxtel. De namen De Ruyter en De Iin iter behoeven niet te beteekenen, dat deze naamdragers afstam men van lieden, du- paardrijders waren. Oudtijds werden namen het achtervoegsel ling in dit geval de beteeken is als „De Ruyter", „De Swarte Ruyter", enz heeft, dat de bedoelde persoon in liooge mate een zeker kenmerk bezit, vergelijk: kleurling, vreemdeling, nieuweling, jongeling, enz. Een vrieling is hij, die vrie (het Saksische woord voor vrij) is, in tegenstelling dus tot den hoorige. De aanduiding vricliug was erfelijk en nogal eens gegeven aan molens en ook de molenaar werd dan vaak met dien naam aange duid. Dit overgaan van den molen-naam op den eigenaar kunt u herhaaldelijk aantreffen in de doop- en trouwboeken van de Zaanstreek. T" ziet bijv. dat te Zaandam omstreeks 17'20 Hoe bakt U toch zoo'n lekkernij zonder boter, melk of ei? Maar lieve mevrouwtje, wat bent U toch dom, dit alles bereik ik door 't gebruik van Roer-Om! ROER.-OM is het prachtige bakpoeder, dat U in staat stelt fijne cake en gebak te maken zonder boter, vet, eieren of melk. Heerlijk en voedzaam. Vraagt Uw winkelier ook PANKO voor pannekoeken, luchtig en heel uit de pan, zonder eieren en melk. PEJA-producten Deventer kon (lus gemakkelijk een familienaam worden, kinderen worden gedoopt van Jan Kakkerlak. De naam bleef het zuiverst bewü Saksisch gebied ten noorden der moerassen, dus in Groningen. I in het een naam. die u wonderlijk voorkomt tot 11 Drentsche in andere bescheiden uit denzelfden tijd een I11 de meer molen „De Kakkerlak" tegenkomt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 33