Klaas gaf geen antwoord
Als hij wat zei, sprak hij
tegen den ouden man
en hij was zoo terneer
geslagen, dat de oude
Kok er van huiverde. Hij
nam bijna geen notitie van
Emma en toen mevrouw
Kok weer over den winkel
begon, zei hij, dat krui
denierswinkels voor geluk
kige mensehen waren, niet
voor hem.
Tegen den tijd, dat zij
een avondboterham aten,
waren zij er bijna allemaal
even ellendig aan toe als
Klaas zelf. Uit de woor
den, die iiij af en toe los
liet, meenden zij op te
kunnen maken, dat de
politie hem zoelit, en me
vrouw Kok vroeg hem juist
voor hetgeen zij „den der
den en laatsten keer"
noemde. maar hetgeen
waarschijnlijk de honderd
enderde keer was. wat hij
uitgevoerd had, toen er op
de voordeur geklopt werd,
zoo hard en zoo plotseling,
dat de oude Kok en kleine
Wim tegelijk hun mond
open lieten vallen.
„Woont hier iemand, die
Emma Kok heet?" klonk
de stem van een man, toen
kleine Wim de deur open
deed.
„Ze is binnen," zei de jon
gen en het volgende oogen-
blik kwam Jan Bakker met
hem de kamer binnen en
deinsde terug, toen hij
Klaas Falk zag.
..Zoo, hier zit jedus.liè?"
zei hij en keek hem somber
aan.
„Wat is erf" vroeg me
vrouw Kok scherp.
„Ik dacht niet, dat ik
het genoegen zou hebben jou hier te zien, jongetje,"
zei Jan, terwijl hij Klaas aanstaarde en zijn wenk
brauwen dreigend fronste. „Wie is Emma Kok?"
„Ik ben juffrouw Kok," zei Emma scherp. „Wat
wijt u?"
„Uitstekend," zei Jan Bakker en keek weer naar
Klaas, „dan wil je misschien wel zoo vriendelijk zijn
om die leugens van jou nog eens te herhalen voor
deze jonge dame."
„Het is de waarheid," zei Klaas en keek naar zijn
bord
„Als iemand mij niet binnen twee minuten vertelt,
wat dit allemaal te beteekenen heeft, doe ik iets ver
schrikkelijks," zei mevrouw Kok, terwijl ze opstond.
„Deze uli uh man," zei Jan Bakker,
terwijl hij naar Klaas wees, „is mij zevenhonderd-
vijftig gulden schuldig en die wil liij niet betalen.
Als ik hem er naar vraag, zegt hij, dat een juffertje,
waar hij mee gaat en die Emma Kok heet, het
liewaart en dat hij er niet aan kan komen."
„Ze heeft het ook," zei Klaas, zonder op te kijken.
„Waar is hij u dat geld voor schuldig?" zei
mevrouw Kok.
„Ik heb het hem geleend," zei Jan.
„Geleend? Waarom?" zei mevrouw Kok.
„Omdat ik gek was, veronderstel ik," zei Jan
Bakker. „Een goedhartige gek. In ieder geval ben ik
er moe en misselijk van, zoo vaak heb ik het hem
moeten vragen, en als ik het vanavond niet krijg, ga
ik naar de politie."
Hij ging op een stoel zitten met zijn hoed schuin
op één oor en zij keken hem allemaal aan. of ze niet
wisten, wat ze nu moesten zeggen.
„Dat bedoelde je'dus, toen je zei, dat je de kans
van je leven kreeg,'hè?" zei mevrouw Kok tegen
Klaas. „Daarvoor wilde je het geld hebben, hè?
Waarvoor heb je al dat geld geleend?"
„Ik heb het uitgegeven," zei Klaas op droeven
toon.
„Uitgegeven?" schreeuwde mevrouw Kok. „Waar
aan?"
„Drank en spel,:' zei Jan Bakker, die zich herin-
nerde, dat Klaas hem gezegd had zijn karakter zoo
zwart mogelijk te beschrijven.
Men kon bijna een speld liooren vallen en Klaas
zat er zonder een woord te zeggen bij.
„Klaas is verleid," zei mevrouw Kok, terwijl ze
Jan Bakker strak aankeek. „Ik vermoed, dat jij hem
het geld leende, om het met kaartspelen van hem
terug te winnen. Is het zoo niet?"
„En eerst liet je hem winnen." zei de oude Kok.
„Van jouw soort heb ik meer gehoord. Als Klaas
mijn raad aanneemt, betaalt hij je geen cent. Ik liet
je je gang gaan, als ik hem was; dat zou ik doen. Je
hebt een gemeen gezicht, een slecht, leelijk, gemeen
gezicht.
„Een van de slechtste, die ik ooit gezien heb," zei
mevrouw Kok.
„Hoe kon je ooit een man met zoo'n gezicht ver
trouwen, Klaas?" zei de oude Kok. „Ga een beetje
bij hem vandaan, Wim, ik houd er niet van zoo
iemand in de kamer te hebben."
lan Bakker begon zich erg ellendig te voelen. Men
staarde hem aan en hij was zoo'n behandeling
niet gewend. Hij had in werkelijkheid een zeer goed
hartig gezicht."
„Daar is het gat van de deur," zei de oude Kok en
wees er naar. „Doe wat je wilt. Hier krijg'je geen
geld."
„Wacht eens even." zei Emma en voor men haar
kon tegenhouden, liep ze naar boven. Mevrouw Kok
liep haar" achterna en er vielen hooge woorden in de
slaapkamer, maar na een poosje kwam Emma terug
met haar hoofd in den nek en zij keek Jan Bakker
aan of hij liet vuil van de straat was.
„Hoe kom ik te weten, dat Klaas u dat geld schul
dig is?" zei ze.
Jan Bakker werd heel rood en nadat hij al zijn
zakken doorzocht had, haalde hij een stuk of twaalf
vuile papiertjes te voorschijn, die Klaas hem gegeven
had als schuldbekentenissen. Emma las ze allemaal
door en daarna gooide ze
een klein pakje op tafel.
„Daar is het geld," zei
ze. „Neem het en ver
dwijn."
Mevrouw Kok en haar
vader begonnen te schreeu
wen, maar het hielp niet.
„Er is zevenhonderd
twintig gulden," zei Emma,
die heel bleek zag, „en hier
is een ring voor de rest."
En zij trok den ring van
Klaas van haar vinger en
gooide dien op tafel. „Met
hem heb ik voorgoed
afgedaan," zei ze met een
blik op haar moeder.
•Tan Bakker nam 't geld
en den ring. Hij keek haar
aan en probeerde iets te
bedenken om te zeggen. Hij
was altijd buitengewoon
gevoelig geweest voor de
andere sekse en 't was hard,
daar zoo te staan en dit
allemaal te slikken ter
wille van Klaas.
„Ik verlang alleen, waar
ik recht op heb," zei hij
ten slotte en schuifelde
onrustig met zijn voeten.
„Wel, je hebt liet nu,"
zei mevrouw Kok, „en nu
kun je wel gaan."
„Je vergiftigt de lucht
van mijn salon," zei de
oude Kok en deed liet
raam een beetje open.
„Misschien ben ik wel
niet zoo slecht, als u
denkt," zei Jan Bakker,
die nog steeds naar Emma
keek, en dat zeggende liep
hij naar Klaas en gooide
het geld voor hem neer op
tafel. „Neem het." zei hij,
„en leen geen geld meer.
Ik geef liet je cadeau. Mis
schien is mijn hart niet zoo
slecht als mijn gezicht,"
zei hij en met die woorden draaide hij zich naar
mevrouw Kok en liaar man.
Eerst waren allen zoo verrast, dat zij niet konden
spreken, maar de oude Kok glimlachte hem toe en
sloot het venster. Klaas Falk zat er half gek van
woede bij en hij voelde, dat hij Jan Bakker met liefde
rauw zou kunnen verslinden.
„Dat.... kan ik niet aannemen," stotterde hij
eindelijk.
„Kan liet niet aannemen? Waarom niet?" zei de
oude Kok stomverbaasd. „Als deze meneer het geld
nou aan je wil geven...."
„Als een cadeau." zei mevrouw Kok en glimlachte
lief tegen Jan.
„Ik kan het niet aannemen," zei Klaas en gaf Jan
een wenk om het geld op te nemen en het hem buiten
rustig te overhandigen, zooals afgesproken was.
„Daar ben ik te trotsch voor."
„Ik ook," zei Jan. „Neem je het nu of niet?"
Klaas gaf hem nog een wenk. „Nee," zei hij. „Ik
kan geen gunst aannemen. Ik heb het geld geleend
en ik wil het terugbetalen."
„Uitstekend," zei Jan en nam het op. „Het is dus
mijn geld, hè?"
„Ja," zei Klaas en hij nam geen notitie van
mevrouw Kok en haar man. die allebei tegelijk tegen
hem praatten en die hem probeerden over te halen,
van meening te veranderen.
„Dan geef ik het aan juffrouw Emma Kok," zei
Jan Bakker en legde het in haar handen. „Goeden
avond allemaal en veel geluk!"
Hij gooide de deur achter zich dicht en zij hoorden
hem de straat uitloopen op een manier alsof er
ergens brand was.
Klaas zat 'n paar minuten lang. alsof hij door den
bliksem getroffen was. Toen sprong hij op en vloog
hem achterna. Hij zag hem juist om een hoek ver
dwijnen en hij zag hem niet terug voor er een paar
jaar verloopen waren. Toen had het meisje uit Rio al
drie of vier verloofden na hem gehad, en Emma, die
nu Emma Smit heette, had een van de beste kruide
nierszaakjes in de Indische Buurt."
Ten slotte liet hij hem als
groote gunst de foto van het
meisje uit Rio zien