beschermen H PHIL/SHAVE Verkrijgbaar bi) ApothekereenDrog^^^^^ „Maar je vader zegt zeil, dat 't ge vaarlijk is!" wassen en, die al zorg te over voor zichzelf hadden„Zonden ze 't in J)aar ben ik altijd zelf bij," ant- de schuur mogen opeten? 't Is buiten woordde Lantema. „We blijven op t zoo koud." droge. Ik kan vóór de brug infor- „In de schuur ook," zei de vrouw, rneeren, en als 't aan den overkant niet „En er is geen licht." veilig is, gaan we niet verder. Ik hoef „Hebt u niet een kamertje. maar één persoon te spreken als we polste Adri. „Of mogen ze in de dien vinden, zijn we klaar. .Ta, we keuken.Ik zal wel op ze passen." moesten 't inaar doenDe vrouw aarzelde. „Hoera!" riep Adri. „U hoeft niet „U kunt mijn achterkamer wel in angst te zitten, moeder ik beloof u nemen," zei ze. „Als ze maar niet met plechtig, dat ik één en al wijsheid en hun vuile beenen op mijn stoelen zitten." voorzichtigheid zal zijn, en dat ik vader De deur ging open. Adri keek in een weer heelhuids aflever. Ik ga gauw vierkant vertrek, met geelgescliilderden mijn kaplaarzen halen, en mijn leeren vloer en een groote biezen mat. jasKleedt u u aan, vader?" „Komen jullie dan maar," zei ze Ze rende de trap op, en neuriede, tegen de kinderen. Zij gaf de vrouw een Maar ze had geen greintje lust in gulden. „Mag ik nóg een paar kinderen zingen meer over, toen zij de brug over binnenhalen?" was, en op den hoek van den polderweg „Als u maar op ze past," zei de den wagen tot staan bracht. Links en vrouw. „Ik heb 't. vóór te druk." rechts, daar vlak bij de brug, stonden De drie kinderen kregen ieder een menschen en vee, karren en stapels reep. Adri dacht naze sloot den auto, meubels en koffers verward door elkaar: nadat ze binnen, voor een ruit waar liepen er vluchtelingen rond, die de voldoende licht op viel. een kaartje had hunnen zochten; zwoegden er mannen, gezet met de woorden: „Ben in achter- klaagden of keven er vrouwen, huilden kamer café", en begon toen met den of zeurden er kinderen. Vóór den auto oudsten jongen te overleggen, liep de polderweg af, dofgrijs, een „Hoe heet je eigenlijk?" honderd meter ver misschien; daar „Jan Slot." verdween hij, als een tong van een „Zou je moeder je we! vinden, als drinkend dier, in het zwart glimmende jullie hier zijn?" water. Slechts hier en daar hing er een „Die vraagt wel üi 't café," zei de lichtje boven, of vertoonde zich gerafel jongen. van kale takken. „Prachtig. Dan zijn wij met z'n „Zet den wagen maar op het erf," tweeën 't huisvestingscomité, .Tij gaat zei Lantema. „Als hij hier een duwtje óók menschen redden, net als die krijgt, gaat hij de helling af." Zij stapten uit, en Lantema ver zocht zijn dochter, bij den wagen te blijven; dan ging hij even informeeren. Door de veranda ging hij het café in, maar hij kwam niet terug: na tien, vijftien minuten was hij er nog niet mannen, die er met bootjes op uit zijn. Weet je hoe?" „Nee?" zei de jongen benieuwd. „Je gaat naar buiten, en je brengt de andere kinderen hier, die ook alleen loopen, of waar hun ouders geen raad mee weten. Dan zien we straks verder. Adri kreeg het koud, inaar dorst de Zeg maar, dat ze. ieder een reep chocola rumoerige plattelandsherberg niet in, krijgen." en bovendien schaamde zij zich een De jongen ging, en het. duurde geen beetje over haar kleinzeerigheid. Die tien minuten, of Adri had zooveel vrouwen en /kinderen om haar heen kinderen om zich heen, als ze maar in de stonden en liepen hier wie-weet-hoe- kamer dorst te halen. Zij liet ze op den lanir al. grond zitten, tegenover zich, en had Zij kreeg erg in een jongen .van een allen van chocola voorzien, jaar of elf, met ellebogen door zijn „Nu gaan we probeeren, of we voor mouwen en haren voor zijn oogen, die allemaal een bedje kunnen vinden aan iedeTe hand een kleiner kind had; ergens, zei ze tegen Jan Slot. „La. jij rechts een broertje van vier zoowat, nu den dijk langs en vraag huis aan huis, links een iets grooter zusje. Hij scheen of ze een jongen of een meisje, of méér maar te wachten, en bij nipmand te dan een, te slapen kunnen hebben hooren. Arme schapen. vannacht, Hier heb je een papier „Ik heb zoo'n honger," hoorde zij vraag of de menschen daar hun naam liet meisje klagen. De jongen zei er op willen schrijven, en er achter, wie niets op. ze hebben kunnen. Begrijp je 't?" Het werd Adri te machtig. Zij ging „Jawel," zei Jan Slot. Hij keek ge naar den jongen toe en vroeg hem: wichtig. „Is je moeder er niet?" „Dan kom je hier, met je papier, en „Die probeert, of ze de koei ergens je brengt de kinderen weg, die je kwijt op stal kan krijgen.'* kunt, en dan zoek je ïveer een andeT „En je vader?" adres. Dus zoek nu maar vast één huis „Me vader is dood." en als je dat hebt, kom je terug, met Het sneed door Adri heen. Ze wou het papier, waar de naam van de die kinderen helpen, hun iets geven, menschen op staat. „Kunnen jullie niet ergens binnen „En hoeveel of d'r slapen kunnen." op' je moeder wachten?" vroeg ze. Zij „Precies. Neem maar een potlood keek rond. Op liet erf stond een loods ook mee." met een open deur, maar daarachter De jongen ging, en Adri begon te was 't donker. Er straalde door een vertellen een snel verzonnen avon- raam links van den auto licht naar turenreeks van drie matrozen en een buiten, maar liet herbergrumoer was kat in een draaimolen. Jan Slot kwam daar niet te hooren. en ging; hij kwam met zijn inteekenlijst Adri klopte tegen de deur naaRt het Adri schreef er den naam van ieder raam. Er kwam een vrouw op den behulpzaam gezin van over, en zette drempel. daarachter, op haar eigen lijst, de namen „Neemt u niet kwalijk," zei Adri, der kinderen, die er nachtverblijf kre- „m'aar die kinderen staan hier te gen en ging weer met één of twee. kleumen en ze hebben hongerHebt éénmaal zelfs drie kleintjes, voor wie hij u misschien wat chocola of zooiets?" logies had geworven. Maar hij bracht „We verkoopen reepen," zei de-vrouw, ook wol eens een paar nieuwe beRcher- Adri haalde liaar portemonnaie uit melingen mee. Adri vertelde, en deelde haar tasch. „Geeft u me dan voor een chocola uit, en de kasteleinsvrouw gaf gulden," zei ze. Er stonden nog méér kopjes melk. kinderen buiten, alleen wachtend, of toevertrouwd aan de zorgen van vol- Vervolg op blz. 32 dan valt er niets beters te bedenken, dan een Philips „PhiliShave" 6 droogscheer-apparaat lederen morgen opnieuw verkneukelt hij zich dan, omdat hij afgedaan heeft met scheerzeep, mes en kwastHij behoort dan tot de moderne mannen die zich electrisch scheren - snel en schoon en prettig! Prijs f. 24.80. Stroomverbruik nog geen kilowatt-uur per jaar bij cïagelijksch gebruikt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 27