DE KRAANVOGEL
EEN KRAAN VAN
EEN VOGEL:
Een gesprek met Grus Grus en Catootje
Hel ziet er uit als
Japansche prent: dit neerstrijken van
water tegen een in nevels gehulde zon.
in het
Catootje is aangeschoten en danst. Ze kijkt
me schuins aan. terwijl ze met korte, vlugge
passen als een ballerina op de punten van liaar
teenen voorbijtrippelt, haar
grijzen veeren waaier als een
sluier aan beide zijden van haar
lichaam gespreid. Ze maakt, een
pirouette op een ruimte van nog
geen vierkanten decimeter en vouwt
daarna inet een elegant gebaar de
zilvergrijze wieken dicht.
Catootje is niet dronken, alleen
maar aangeschoten. Dertig jaar ge
leden, eenige duizenden kilometers
hier vandaan, door een expeditie,
die het jammer vond haar te
dooden en haar cadeau gaf aan
Artis. Als men goed kijkt, ziet men,
dat haar eene vlerk lam is, maar
onder den dans is men zoo geboeid
door haar charmante bewegingen.
ders op, Catootje maakt een
keert weer terug.
„Gfrus grus," zegt ze verontwaardigd
dat men dat gebrek
niet opmerkt.. Ze
loopt met lichten,
sierlijken en toch
statigen tred, ze
buigt vol gratie als
haar dans afge-
loopen is en laat
zich door den op
passer aan haar
hals krabben. Ze
is in een goede
stemming vandaag
en ik spreek haar
dus zonder tus-
schenkomst van
haar verzorger toe.
„Kijk eens,
Catootje," zeg ik.
„in mijn tasch heb
ik hier een paar
foto's van jou of je
broertjes. Het zijn
heel mooie foto's,
maar je weet, zulke
plaatjes zeggen ten
slotte niet veel.
Jullie zijn nogal
schuw in de vrije
natuur en de foto
graaf kon dus niet
met je familieleden
praten. Misschien
kan jij me inlich
ten."
Catootje kijkt
naar het plaatje,
dat ik haar voor
houd, een beetje
nijdig verbeeld ik
me, en even lijkt
het of ze er naar
wil pikken. Maar
ze beheerscht zich
ten slotte, schudt
alleen maar haar
kop en kijkt me
aan.
„Ze is niet erg
spraakzaam,"
merk ik op.
I)e oppasser
haalt zijn schou-
paar danspassen en
„Wat bedoelt ze daarmee!" vraag ik wanhopig.
„Laat eens kijken...." De oppasser neemt me
de foto af. „Ja, ze heeft gelijk, hoor. Dat is ze niet.
Kijkt u nu eens op het hekje: Australische kraan
vogel. Die hier, dat zijn gewone kraanvogels, de
wetenschappelijke naam ei- van is Grus grus. 1'
ziet. het ookzij is bijna heelemaal egaal grijs en deze
hier hebben een zwarte keel en een zwart voor
hoofd."
„Grus grus." herhaalt Catootje nadrukkelijk en
als we ons verwijderen, scheldt ze ons na door de
tralies van haar hok, heel snel achter elkaar:
„Grus, grus, grus."
„Leelijke pelikaan," scheld ik terug, „je bent
ln een hut run riet en liout gemaakt verbergt (Ie
fotograaf zich voor de vogels. Toch duurt hei uren
voor de wantrowwigen tot rust komen.
niet eens Grus grus, je bent Grus australiana of
zooiets, een soort Grus vulgaris, een vulgaire Grus,
weet je dat?"
„IT moet niet schelden," vermaant de oppasser
mij. „Ten slotte heeft ze mooi gedanst. Kijk, daar
zit uw échte Grus grus. op de kameelenweide."
„Dansen die ook?" vraag ik hoopvol, want het zijn
er twee.
„Eentje er van deed het vroeger wel," vertelt hij,
„maar den laatsten tijd heb ik hem dat niet zien
doen. In zoo'n hok wennen de beesten beter aan je;
hier op de weide zijn ze vrijer en daardoor weer
minder toeschietelijk, ze vervreemden een beetje
van je, maar voor de dieren zelf is het beter en het
is ook heel wat mooier dan zoo'n vogel in een hok
achter tralies."
Grus grus is inderdaad als het kan nog waardiger
Op hun trek houden de kraanvogels blijkbaar erg van gezelligheid, zij blijven ten minste steeds in eikaars nabijheid.