VERDIENDE
PROMOTIE
..HEERLIJK!
Een zeldzaam
artikel maar
d,e
Een felicitatie waard!
BECKERS Haarden Haardkachels
met
Het avontuur van een
schèrpzinnigen agent
10
-pV. e° Vieore"
Sabr,e\ os <3e „r O
V(e> yO°r
-do°s
"er ?V»°
do°s .„ao*
^',ct0r.,,.de o
roe'K- Mee" teyreu~' <v,e
v?t
BISCUITS
CHOCOLA
DIT ZEGEL waarborgt U
datdezuinigheidswenken.
die bier naar voren worden
gebracht, de instemming
ebben van den Econo-
ischen Voorlichtings-
- nst, Afd. v h. Dep
Handel, Nijverheid en
Scheepvaart
WEES
ZUINIG
NUTTIGE
STOOK-WENKEN
5. Vul de haard of kachel
'ijd voldoende bij. Het
-Ikens bijvullen met kleine
oeetjes Is verkeerd, aange
zien U dan niet zuinig stookt.
Giet ook het laatste beetje
gruis uit de kit. Grulsvor-
ming kunt U tegengaan, door
een hok of kist te gebruiken
waarin door ultneembare
planken de kolen van ge
ringe hoogte kunnen wor
den gestort en waar via een
luikje onderuit kan worden
geschept. (Wordt vervolgd)
Een haard die zóó spaart, dat is een gelukwensch waard! Zij
zijn nu extra in hun sas, de vele tevreden gebruikers van een
Beckers F. W. Haard of de Haardkachels „Germaine", „Fram",
„Paula"want het vernuftige Front- en Front-Wandcirculatie-
systeem is speciaal geconstrueerd voor maximale warmte-uit-
straling bij minimaal brandstofverbruik.
Victoria - Bonbons
zijn alleen verpaki
verkrijgbaar!
MET ILLUSTRATIES VAN TOON RAMMELT
HUBERT C BECKERS - BERGEN OP ZOOM
"Mfcp heer Zwart, di-
recteur van de In
ternationale Bank. bleef
op het midden van het
voornaamste kruispunt
in Hilvermuiden
staan om een och
tendpraatje met Jon -
kers, den verkeers
agent, te maken.
„Het is toch jam
mer, Jonkers," zei
de oude lieer, „dat
je nu al jaren op
denzelfden hoek
staat. Maak je dan
nooit eens promotie?
ik dacht, dat je zoo
graag bij de recher
che wilde komen."
„I)at wilde ik ook
graag, mijnheer
Zwart, maar ik ge
loof, dat mijn inspec-
„flet is toch jammer, Jonkers,
dat je nu al jaren op denzelfden
hoek staat.
leden van de universiteit
verwijderd was en
men moet heel wat op
zijn geweten hebben,
voor zulk een maat
regel genomen wordt
had hij een half
dozijn betrekkingen
gehad, maar hij was
er niet in geslaagd,
er ook maar één naar
belmoren te vervul
len. Op liet oogen-
blik had hij omgang
met '11 troepje leeg-
loopers, die veel
dronken en speelden
en hij gaf eiken cent
uit, dien hij zijn
toegeeflijken 00111
kon afbedelen.
Twintig minuten,
nadat Camphuis de
bank was hinnen-
zag Jonkers verderop in de
teur me een beetje te oud vindt." gegaan,
„Nu, mij dunkt, dat er toch eens iets straat een ziekenauto aankomen. Hij
aan gedaan moest worden. Ik ken stak snel zijn hand op en zette zijn
inspecteur Luyten nogal goed, mis- verkeersbord om, ten einde den auto
schien helpt liet, als ik vanmiddag eens te laten passeeren.
een goed woordje voor je doe. Ik beloof Nauwelijks was de auto echter hij
het je." Hem bemoedigend toeknikkend, den hoek gekomen of de remmen wer-
vervolgde de oude lieer zijn weg naar den aangezet en de wagen kwam tot
de bank, die aan den overkant van de staan voor de Internationale Bank.
straat gelegen was. Toen Jonkers een gestalte uit den auto
Jonkers' verweerde gezicht kreeg iets zag stappen en met een instrumenten-
vriendelijks, toen hij den directeur in tasch de deur zag binnengaan, kreeg
de deur zag verdwijnen. Het zou wel hij plotseling een ingeving, dat mijnheer
niet veel helpen, als hij met, den inspec- Zwart iets overkomen was. Hij gaf zijn
teur sprak, maar in elk geval was het post over aan een collega, die juist
vriendelijk bedoeld. passeerde, en rende de straat over. Toen
Naar mate de tijd verstreek, kwam hij de draaideur door was, zag hij aan
Jonkers in een beter humeur. Je kon zijn linkerhand een half dozijn men-
toch nooit weten. Hij was geen man. sehen, die voor een open deur stonden,
die zijn eigen deugden kon aanprijzen, verschrikt naar binnen keken en op
maar als een ander het deed, en vooral gedempten toon met elkaar fluisterden,
zoo'n invloedrijk en geacht man als Een einde verwijderd van deze groep
mijnheer Zwart, dan bestond er hoop. stond Rolt Camphuis, nog altijd in zijn
Tegen een uur of tien riep hij eiken bruine jas en met zijn gele das om. Hij
taxi-chauffeur, die passeerde, een paar stond daar als een man in trance, met
goedmoedige woorden toe en hij glim- een wasbleek gezicht, volkomen kalm
lachte tegen de voetgangers, die de naar 't uiterlijk en geheel bewegingloos,
straat overstaken. Jonkers pakte hem bij zijn arm.
Toen kreeg Jonkers een jongen man „Wat is er gebeurd?" vroeg hij.
in het oog. die aan den noordkant van Met strak gezicht scheen de jonge man
de straat over liet trottoir slenterde en dwars door Jonkers heen te kijken. Zijn
hij fronste plotseling zijn wenkbrauwen, lippen bewogen zich nauwelijks, toen hij
Het was niet moeilijk dit jongmensch antwoordde.
te herkennen: het was Rolt Camphuis, „Mijn oom heeft zich zooeven dood
de neef van mijnheer Zwart, die, eerlijk geschoten," zei hij op schrillen toon.
gezegd, voor geen cent, deugde. Hij Jonkers hield zijn adem in. Hij liet
kleedde zich altijd fatterig, maar vari- Camphuis aan zijn lot, over en trad
daag had hij zichzelf overtroffen: ree- het, kantoor van den bankdirecteur
kleurige slobkousen en een opzichtige binnen.
bruine jas, terwijl hij een kanariegele De beer Zwart lag daar achterover in
das onder zijn kin had geknoopt. een bureaustoel. Zijn hoofd was opzij
gezakt. Zijn mond en kin waren inef
Toen hij den jongen man de bank bloed bedekt en op zijn overhemd
zag hinnenloopen, schudde Jonkers waren bloedvlekken. De rechterhand
treurig zijn hoofd. Hij had medelijden van den ouden man lag op zijn stoel,
met den heer Zwart, omdat Camphuis in zijn magere vingers hield hij een
zijn eenig familielid was. De bankier revolver.
had den jongen man van jongs af De dokter had zich over het lichaam
aan grootgebracht, behandelde hem gebogen. Hij keek op, en toen hij de
als zijn zoon en hij had er tot dank niets ontstelde uitdrukking op Jonkers' ge-
dan verdriet van gehad. zicht ontdekte, haalde hij zijn schouders
Sedert Rolf Camphuis twee jaar ge- op en zei: