Wat er in dell loop der tijden dour katten ingeslikt is en weer te Doorschijn werd gehaald: hoedepennen van een goeden decimeter lang en vischankers(Foto's Panorama-v. d. Banden) ren, meest, honden en katten, maar ook apen, vogels, visschen, bok ken passeeren ons asyl. Wij hebben een eersta-liulpdienst voor gewonde of aangereden die ren, 'n afhaaldienst voor cadavers, we houden ons tevens op beseheiden schaal bezig met 't verplegen van zieke dieren. Besmette lijke zieken kunnen we niet opnemen, want het is hier 'n asyl, geen hospi taal. Veel mensehen is het te lastig hun huisdieren te ver plegen, als ze ziek zijn het blijkt her haaldelijk, dat ze de eenvoudigste voorschriften niet opvolgen. Als je van een gezonden hond of kat plezier hebt, moet je de moeite nemen ze te verplegen als ze ziek zijn. Helaas zijn blijkbaar niet alle dierenliefhebbers van die eenvoudige waarheid doordrongen. Vijftig cent in de bus voor de Vereeniging." De dokter belt en de volgende patiënt is een poes met wormen. Voor ze tien kan tellen heeft ze haar bek open en een dikke pil verdwijnt in haar keelgat. „Vijftig cent in het busje," zegt de dokter weer. „Wat onzen afhaal dienst van zwervers betreft: Zoo dra ze hier komen worden ze grondig gereinigd, gevoed en zoo noodig op gekweekt 0111 ze de kans te geven een goed tehuis te vinden. Wij zijn De dierenarts is bezig met het onderzoek van een blindenhond zelfs verplicht het dier minstens drie dagen te hou den, maar in de practijk blijven ze meestal veel langer. Wie een hond of een poes wil hebben, kan die bij ons komen uitzoeken en behoeft dan slechts een tegemoetkoming te geven in de verplegings- kosten. Zoo vormen wij dus een schakel tusschen de menschen, die hun huisdier af willen staan en zij, die er een willen hebben. „Ja, die heeft oor- schurft," vervolgt de dokter. „Kom maar eens hier, poes." Poes krijgt een dot zalf in haar oor, betaalt twee kwartjes en verdwijnt. Een Iersche setter, een poedel, een zwart-witte kat, een Cypersche poes, een bouvier, de toeloop van patiënten is niet eens groot, maar het zijn er toch een stuk of dertig. Poeders, pillen, drankjes, raadgevin gen, soms zelfs vermaningen worden ii raison van f 0.50 uitgedeeld. „De leidende figuur en de stuwende kracht in onze Vereeniging is mr. G. F. Haase, maar na hem zou ik onmiddellijk onzen op zichter willen noemen, den heer K. van Alt huis, die onschatbaar werk verricht en een groote liefde voor dieren heeft, waar hij ech ter in zijn bescheidenheid niet mee te koop loopt. Slappe thee, een beetje beschuit en drie maal daags 'n poeder." Het gaat over een tweeden Ierschen setter, die zich aanmeldde en wij nemen afscheid, want eigenlijk is hét spreekuur al lang afgeloopen en nog zit de wachtkamer vol patiënten, die nog geholpen moeten worden. En als wij, buiten gekomen, de hokken der gasten en zwervers, die hier op voet van ge lijkheid behandeld worden, doorloopen, de honden vriendelijk hebben toegesproken, de poesen bewonderd (zij hebben hier hokjes met ramen, waardoor ze naar buiten kunnen kijken t iedere kattenliefhebber zal deze bouwkundige fijnzinnigheid van den architect-poesenkenner Ha naar waarde schatten), dan durven we nauwe lijks aan onzen geleider bekennen, dat we ook van dieren houden, want dezen beroeps- •;3| dierenliefhebbers zegt dat nietszij meten onze liefde uitsluitend af naar de toewijding, die men een dier betoont, als het hulpbehoevend is geworden. we in pension nemen, giften, maar ook door de con tributie van de leden. Het is eigenlijk beschamend, dat een groote stad als Amsterdam slechts duizend dierenvrienden telt, die bereid zijn een contributie van f 2.50 per jaar te betalen, waar ze een goed doel mee steunen. „Zoo, u zult hem moeten dragen," vervolgt de dokter, terwijl hij het ver band met collodi- um begiet om het stevigheid te ge ven. „Ongeveer drieduizend dieren worden jaarlijks in onze kliniek behan deld en vijftien honderd recepten maakt de gediplo meerde apothekers assistente klaar, twaalfduizend die- Zwervers komen al tijd in het asyl te recht, maar deze „zwervers" zijn dik wijls zeer goed ver zorgde hondenDeze hond zag er ondanks zijn droevig uiterlijk wel naar uit, alsof hij ergens 'n thuis had. ff ij werd op gepikt benoorden het IJ, maar na het vroolijk weerzien van de vrouw, ver telde deze, dat hij op de Keizersgracht thuishoorde. Op de onderste foto ziet men hoe deze tijde lijke gast wordt „u it- geboekt"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 3