VIM VALLEN EN OPSTAAN WINTER VOETEN KLOOSTERBALSEM WANT VIM $PAART Kunt U een TEEKENING Lezen AKKER'S VH „automatische" KM Een verhaal van w. i acobs 10 JUTEEN NIET, omdat ge een teekening goed kunt lezen, dat ge daarom aangewezen zijt voor promotie in Uw tech nische beroep. - Daar is diepgaande, gron dige kennis voor noo- dig, die ge V oen toeren kunt! Ga in zee met PBNA. Besteedt Uw vrije uren aan een wetenschappelijke opleiding. Demanmet het PBNA- diploma heeft recht van spre ken bij iedere pro motie in de techniek .On* pro«P*ctuI 375/A denwijOop»®"- Ujk vermelden)- winterteenen, winterhielen, winter handen ontstaan, doordat er vergiften zich hebben vastgezet in Uw weefsels. Deze schadelijke stoffen prikkelen van binnenuit Uw huid. Deze wordt rood, jeukt, zwelt en gaat open. Neem 's avonds een heet voetbad en doe dan een verband met Kloostcrbalsem erop. Dadelijk verdw ijnt de jeuk. Doe er ook 's morgens Kloosterbalsem op en verras send snel zult ge er vanaf zijn, zelfs als l w winterteenen al zijn open gegaan. Onovertroffen alshuidgenezend middel bij gesprongen handen, kloven, schrale huid. Lan alle kanten hoort men stemmen, die ons aanmanen zuinig te zijn met allerlei benoodigd- heden en vooral met zeep. Weet U wel dat zeep voor allerlei doeleinden uitstekend kan worden vervangen door VIM, dat bon vrij is? Behandel in dezen tijd Uw potten en pannen en ander keukengerei met de uiterste zorg. Gebruik dus geen scherpe schuurmiddelen, die krassen veroorzaken, doch VIM, dat zacht en veilig reinigt. Gebruik voor potten, pannen, schilderwerk, houtwerk, tegels en vloeren uitsluitend VIM, in handige busverpakking. Heeft U wel eens geprobeerd hoe uitstekend VIM is voor het reinigen van vuile handen? EEN RADION FABRIKAAT - OVERAL ZONDER BON VERKRIJGBAAR MET ZES ILLUSTRATIES VAN B. TEN HOVE Meneer Waggel zat in een leunstoel baar, dat heelemaal niet zoo'n soort voor zijn huisdeur te rooken. gezicht had als meneer Waggel. Zij Vóór hem glooide het straatje begon te wuiven, en meneer Waggel af naar de haven, een grijsgroene vlek, nam zijn pijp uit zijn mond en wuifde waarop hjj van zijn zitplaats uitzicht daarmee terug. Dirk Veenstra ging aan had. De kinderen boven de zes waren den kant van den weg staan, en keek, naar school, jongere kinderen, maar schijnbaar onverschillig, zoo'n beetje verdacht groot voor hun leeftijd, liepen rond. te spelen, volmaakt onverschillig voor Hij groette den chauffeur, toen de de opmerkingen, die meneer Waggel rammelkast stil stond, en keek naar de hun nu en dan toestierde. Tweemaal verschijning, die uitstapte. Toen zag hij suisde er een bal langs hem heen, en een met ingehouden adem toé, terwijl het klein maar uitgelezen gezelschap speel- meisje op haar oom toetrad en hem de gevaarlijk dicht bij hem met een hartelijk kuste. Meneer Waggel keek pinkerhout van enorme afmetingen en nijdig naar Veenstra, en verbaasde zich met angstwekkend scherpe punten, over diens gelaatsuitdrukking. Meneer Waggel knipperde met zijn Het meisje keek rond. „Wat woont u oogen en schold en dreigde vergeefs, hier leuk!" zei ze, „en wat een mooi „Morgen, ouwe. knorrepot," zei een uitzicht!" vroolijke stem naast hem. Zij ging met meneer Waggel naar Meneer Waggel zag op naar den binnen, en de chauffeur, een tenger en jongen stuurman, die als een toren boven hem uitstak, en be keek hem minach tend. „Waarom laat u ze niet kalm hun gang gaan?" vroeg de jongeman. „Wees vroolijk en lach tegen zeAls u een poosje oefent, lukt het best." „Bemoei jij je met je eigen zaken," zei meneer Waggel vin nig. „Ik ben die bru taliteiten van jou beu, en sta niet zoo tegen mijn muur te hangen." Dirk Veenstra lachte. „Weer met „Bemoei jij je met je eigen zaken, zei meneer Waggel. bedaagd mannetje, begon aan den groo- ten koffer te trekken. Dirk Veenstra zag zijn kans schoon. Hij kwam een stap naar voren. „Laat maar, Jaap," zei hij, „ik zal 't wel even doen." Hij trok den koffer op zijn schouders, en diep gebogen stapte hij langzaam het huis binnen. Oom en nicht waren juist boven aan de trap, en na een korte aar zeling volgde Veen stra hen. „Hier in," zei meneer Waggel. Hij opende een deur. uw verkeerde been uit bed gestapt?" „Hé! Wat moet jij in mijn huis? Zet vroeg hij. „U moest een kwartiertje neer. Zet dadelijk neer, versta je?" met die kinderen meespelen, dan ging Dirk Veenstra zag de verwonderde het wel over." oogen van het meisje. Hij kreeg een Meneer Waggel trok met kracht aan kleur en wendde zich zoo plotseling zijn pijp, en staarde naar een visschers- opzij, dat een punt van den koffer den boot, die in de verte voorbijschoof. boozen heer Waggel tegen zijn hoofd „Ze zeggen, dat u een nichtje in huis trof en het tegen den muur stiet. Den krijgt," ging. de jongeman voort. woedenden kreet scheen Veenstra niet Meneer Waggel rookte door. te liooren. Hij ging de kamer binnen en „Het arme schaap," zei Veenstra en zette den koffer op den vloer, hij zuchtte. „Heeft ze net zoo'n soort „Waar wilt u hem hebben?" vroeg gezicht als u?" hij beleefd aan het meisje. „Als ik een jaar of twintig jonger „Maak dat je mijn huis uit komt!" was," zei Waggel, „gaf ik je een pak tierde meneer Waggel, binnenkomend op je falie." met zijn hand aan zijn hoofd. „Marsch! „U moogt het me doen," antwoordde Er uit!" Veenstra bedaard. „Enfin, tot ziens De jongeman keek hem aan met een maar weer, meneer Waggel. Ik kan hier bezorgden blik. „Ik heb u toch niet niet den heelen <lag blijven staan pra- bezeerd, hoop ik?" zei hij. ten." Hij maakte een gebaar, alsof hij „Er uit," riep de oude man nog eens. den woedenden heer Waggel aan zijn „Ik kon er niets aan doen," ver oor wou trekken en liep toen door. dedigde Veenstra zich. Juist kwam er een oude taxi aan, met „En pas op als je nog één keer binnen een grooten koffer naast den chauffeur, durft te komen," zei Waggel wraak - „Opgeruimd staat netjes," zei meneer gierig. „Je hebt je expres uitgesloofd Waggel veelbeteekenend. met dien koffer om mij gen klap tegen De jongeman scheen het niet te mijn hoofd te geven." hooren. Het vehikel kwam naderbij, en Dirk Veenstra weersprak die bo- achter den koffer werd een meisje zicht- schuldiging zoo vurig en tegelijk zoo

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 10