V/»WÏM
^yrurgia
O wel een broodbon nitsparen...."
momtm
"hotérlit/uusf
11
beleefd, dat Waggel hem verwonderd Dirk Veenstra kreeg een kleur. „Ik
aankeek. Toen viel zijn blik op zijn lieb het dubbel en dwars voor haar
nicht, en opeens glimlachte hij boos- over," zei hij zacht
aardig, terwijl Veenstra langzaam en „.Te schiet er geen haar mee op," zei
nederig de trap afdaalde. Hein wrevelig. „De meisjes houden van
„Da's een van de grootste vlegels een pittigen kerel, maar niet van een
die we hier hebben,
kind," zei hij hardop.
„Stuurman op een
van de visschers-
scliuiten en zoo bru
taal als de beul. Ik
heb hem al menigen
klap om zijn kop
moeten geven."
Met verwonderd
ontzag keek het
meisje naar zijn ten
gere gestalte.
„Toen het nog een
jongen was, bedoel
ik," vervolgde Wag
gel. „Zoo, kind, hier
is je kamer; als je
je boeltje aan kant-
hebt, kom je maar
beneden, dan zal ik
je het huis laten
zien."
Meermalen dien
dag zat hij zijn nicht
aan te kijken. Hij deed zijn best om
gelijkenissen op te sporen met zijn over
leden zuster en met hemzelf. Maar hij
kon niets vinden, zelfs niet, toen hij
Een punt van den koffer trof den
boosen heer Waggel tegen zijn hoofd.
sukkel die geen mond
open durft te doen
en net kijkt of ie z'n
laatste oortje ver
snoept heeft. Waar
om ga je niet eens
naar haar toe? Op
een middag, als Wag
gel niet thuis is bij
voorbeeld."
DirkVeenstra rilde.
„Dat durf ik niet,"
bekende hij.
Hein Verhaast
dacht even na. „Ze
heeft voor verpleeg
ster geleerd, voordat
ze hier kwam," zei
hij langzaam. „Als
je nu eens je been
brak of zooiets, dan
kwam zij je ver
plegen. Ze doet het
dolgraag, heb ik ge
hoord."
„Ik kan toch zoo maar geen been
breken," zei Dirk korzelig.
„Je hebt een fiets," zei Verhaast,
„als je. stil nu even." Ilij deed zijn
zijn hand over zijn baardje hield en oogen half dicht. „Als je nu eens een
zijn snor over het hoofd poogde te zien. ongeluk kreeg, door van je fiets te
Met zijn opvatting over het voor- vallen, net voor haar deur!"
komen van Mientje Molenaar waren de „Ik val nooit van mijn fiets," zei Dirk.
jongelui in Zeewijk het rijkelijk eens. „Waggel is niet thuis, en ik en Piet
Een jongeman moest het al bijzonder Brons dragen je 't huis in," vervolgde
druk hebben, als hij geen vijf minuten Verhaast, met zijn oogen nu heelemaal
overhad om te praten met een zoo dicht. „En als je dan bij kennis komt,
gelukkigen oom. Het duurde dan ook buigt zij zich schreiend over je heen."
geen veertien dagen, of Waggel ver- Hij opende plotseling zijn oogen, deed
baasde zich wegens den omvang van er toen één weer dicht en staarde den
zijn vriendenkring, en het respect, verbaasden Veenstra aan. „Ik zal zor-
waarmee men al zijn opmerkingen gen, dat ik er morgenmiddag om twee
beaamde. uur ben met Piet," zei hij.
Niemand echter was zoo bescheiden Er volgde een bespreking van tien
en beleefd als Dirk Veenstra. Met een minuten. Aan het einde vroeg Veenstra
koppigheid, waartegen geen grofheid „En als Waggel nu eens thuis is?"
iets scheen te vermogen, trachtte hij „Die zit negen van de tien dagen om
den verontwaardigden heer Waggel dien tijd in het Zwaantje," was het
zijn gezelschap op te dringen. Boven- antwoord. „Het zou wel toevallig zijn.
dien werd de weg langs het huis van als het morgen net die tiende dag was."
meneer Waggel zijn
geliefde wandeling.
Het kwam voor, dat
hij op één middag
niet minder dan
zevenenvijftig maal
voorbij kwhm. Zijn
verliefdheid viel ie
dereen in het oog.
Wie verstandig was,
kneep er zijn oogen
voor dicht, en de
oogen der anderen
wérden er voor ge
sloten, want Dirk
Veenstra duldde niet,
dat men in zijn ge
drag iets bijzonders
zag.
Zijn vader was
op zee. De oude
vrouw, die voor de
huishouding zorgde,
merkte spijtig op, dat
Hij deed zijn heet om gelijkenissen
op te sporen.
Dirk Veenstra ging
zich dien avond in
een stil laantje oefe
nen in het vallen, en
hij bracht het zoo
ver, dat hij op den
donkeren terugweg
naar huis van zijn
fiets viel, zonder dat
het zijn bedoeling
was geweest 't Bleek
lang niet zoo moei
lijk als hij had ge
dacht, en den vol
genden middag om
twee uur precies
bracht hij het ge
leerde in practijk.
Door een kleine
misrekening kwam
hij met zijn hoofd
tegen den drempel
van meneer Waggel
terecht, en toen hij
hij minder begon te eten. Hij "begon ook half versuft, op wou staan, schoot Hein
zelf bang te worden, dat hij verzwakte, Verhaast toe om hem weer tegen den
toen hij ontdekte, dat hij bij zijn grond te duwen. En Piet Brons, die
ontbijt nog maar twee scholletjes kon eveneens aanwezig was, verleende assis-
verorberen in plaats van vier. Hij sprak tentie met een goed gemikten schop,
daarover met zijn boezemvriend Hein Juffrouw Molenaar kwam kijken wat
Verhaast, en deze las hem geducht de les. er aan de hand was. Verhaast keek
„Er zijn meisjes genoeg," was het haar aan en zei: „Hij ligt van zijn
slot van zijn redevoering. stokje."
„Geen een zooals zij," antwoordde „Je kon hem een kwartier ver liooren
Dirk. vallen," hielp Piet Brons.
,,'t Heele dorp lacht je uit," zei de
vriend. Vervolg op blz. 17
Ruis)* i 20 tabletten 55 ct.
Zakje 2 tabletten 7 ct.
,fEr zijn 'n heeleboei handige en verstandige huismoeders
in ons land," zegt Victorientje. „Die sparen af en toe wat
broodbonnen uit, door 's morgens 'n bord pap te geven
en aan de koffietafel 'n warm hapje ter aanvulling. - En
wat ze dan met die „overgeschoten" bonnen doen? Daar
koopen ze liefst die groote FORTO's van Victoria voor.
Want die bevatten, net als de andere Victoria-biscuits,
maar 2 water. Heel de rest, 98 bestaat uit on
ontbeerlijke voedingsstoffenkoolhydraten, eiwitten en
zelfs boter en suiker. Probeer die groote, voedzame
„Forto '-biscuits eens. U krijgt er twéé op één rantsoen.
zegi Viclorienije.
BISCUITS-CHOCOLA
Haal extra-voeding
uit Uw bo n n e n I
Maar toch bent U
af en toe verkou
den of grieperig I
Neem Aspirin
en dan bent U er
zoo weer af f
PARFUM EAU DE COLOGNE 'ZEEP
LOTION'CREME' POE DER'SHAMPOO
BRILLANTINE SCHEERZEEP
van