DE POORTEN lets over poortgeld, poortiers, poorters en poort-vandalen de sted Trou we wachters over onze ou en Wie kent ze niet, deze stoere wachters, die in zoo menige stad de glorie van het verleden bewaren! Bekijkt u ze maar eens, die verweerde kolos sen, zooals de Hellepoort te Maastricht, de Koorn- marktspoort te Kampen, de Sassenpoort te Zwolle. Hooge torens, eeuwenoud metselwerk met uitbouw sels en kanteelen, venijnige schietgatenvoelt 't, hier past geen touringcar en geen benzinepomp, hier hoort een postkoets ram melend aan te rijden, de postiljon blaast op zijn P O O R T D Jt EED. t>e%* mtn ter Sirplrk Gr* rv en, d* gjr. --r B" fttumkn* :n dct tyd, totdc en btfveirigïcg dei WcnctiN zul» bchulpcAlta vu ipude wnilKc egen ilc«t ahr-^nen w^v*rf, rJmr uw vcf.TA#en, prt|t4voof- it-ren, fn' wjK.rd.' »l c-. xiucrk-tp '*tcn nw, n* óc pltgt nu cat gaiA li'irp.r van u pi. trfö '-flft mf God lil^ cldJA».' b^cWccVcn daüv'lr Af ftï/h"< '*V* J**.'#* r '#r/l .'*«>*>4 ówir tfoónarVjtiir, UsfaWjïabtx^nPpwfcr derrxirorjtok; Kltwcp dsrheWgo ccn fcgclyf 8wr /oor i« c(icr,n>f en ic l«icn jfcr.icfr"i> hit Recht c« Pricilcgk-t;dai Hurguran «Ihicrevrnj-ctod'oode A&un.Si» VudicrJamdv.u.i.7v **..0* i Wie in de et-eden eenig bedrijf wilde uitoefenen, moest het burgerrecht be zitten. hij legde daartoe den poorters- eed af. De poorterseed van 'n Amster damseh burger uit het jaar 7803. horen, paardenhoeven klet teren over de ophaalbrug, daar verschijnt reeds de poortwacht met hellebaard en musket. Inderdaad, bij touring car en benzinepomp passen de poorten niet. Daarom zijn er ook zooveel verdwe nen, ze vielen als slacht offers van het snelverkeer, dat trouwens ook ander oud stadsselioon zoo genadeloos opruimde. Ze waren smal, die fmde poorten. En dat was geen toeval, want hoe nauwer de doorgang, hoe gemakke lijker hij kon worden ver- De FHen De nog bestaande Koppelpoort te Amersfoort is een waterpoort uit begin 1400. Kaar een gravure uit 1040. Ken gebouw als een kasteel is de Sassenpoort te Zwolle, die uit begin 7400 dateertHij no twee ëntwintig meter hoog zijn de torens, ongerekend nog de spitsen. Thans zijn de oorspronkelijke kanteelen weer aangebracht. Naar een houtgravure uit de vorige eeuw. dedigd. Per slot van zaken was de poort de e,enige plaats, waar de stadsmuur werd onderbroken en zoo'n zwakke plek moest natuurlijk extra worden beveiligd. Als regel zijn de doorgangen dan ook zoo gebouwd, dat een opgeladen hooiwagen er nét door heen kan. T)e diepte van het poortgebouw is zooda nig. dat er niet meer dan één wagen kon staan t.us- schen de buitendeur en de binnendeur, om daar door de wacht te worden doorzocht. Die controle was in woelige dagen niet overbodig, denkt u maar eens aan den hooiwagen van Locliem, die bij nader inzien tal van „blinde passagiers" bevatte, listige Spanjo len, die het stadje bij verrassing wilden nemen. In het leven der vroegere stede lingen waren de poorten van groote beteekenis. Om de poorten werd bij menig beleg 't verwoedst ge streden; naar de poorten trokken, in vrediger tijden, de burgers om buiten hun schutters- en gilde- feesten te vieren. Hier kwamen ook de trekschuiten aan en later de diligences. En naar hun poorten noemden de stedelingen zich dan ook „poorters". Aan dat poorter schap lieten ze zich veel gelegen liggen, het waarborgde allerlei voorrechten. Als u geen poorter van een stad was, mocht u daar geen ambacht, of nering uitoefenen. „Hy en sal eerst Poorter oft. Poorteresse weesen", heet hei in 'n stadskeur van Haarlem uit 1552. Als vreemdeling moest, men vaak vele jaren in een stad wonen om het poortersrecht te verkrijgen. Soms hielp het als de sollicitant met een poortersdochter trouwde, vaak moest er ook een zekere som voor betaald worden. Poorten werden pas gebouwd als er muren waren en de vergunning om deze muren te bouwen was meestal vervat in het stadrecht, al wordt 't zelden in de oorkonden vermeld. Als de nieuwbak ken poorters zich slecht, gedroegen, trok de landsheer dat recht soms in. Dat overkwam den Alkmaarders. die Haarlem hadden belegerd en Enkhuizen en Medemblik overmeesterden. Philips van Bourgondië degradeerde Alkmaar weer tot een dorp, de stad rechten vervielen en muren en poorten moesten ge sloopt worden. In 1451 hadden de Alkmaarders blijkbaar hun leven gebeterd, ze mochten weer beginnen te bouwen, doch in 1492 was 't opnieuw mis. Alkmaar had meegedaan aan den opstand van 't. kaas- en broodvolk en als straf moesten de poorten opnieuw verdwijnen. Daarvan profiteerden in 1517 de GelderschenAlkmaar kon zich niet verdedigen en werd uitgeplunderd. U ziet van welk groot belang de stadrechten waren. Met die oude privileges onzer steden is het overigens een merkwaardig geval. Zou u bijvoorbeeld zeggen, dat Deventer al in 't jaar 956 stadrecht bezat, terwijl het later zoo machtige Amsterdam zich eerst in 1300 een stad mocht, noemen? Stavoren en Zutfen behooren eveneens tot de oude garde, hun rechten dateeren uit 1090 en 1190. Groningen, Middelburg, Harderwijk en Geertruidenberg mogen er ook zijn, ze waren voor 1240 al steden, maar Rotterdam werd bet. pas in 1340. En Den Haag komt al heel slecht voor den dag, het heeft nooit, stad rechten ontvangen. Gelukkig kent de wet thans slechts gemeenten, anders zouden de deftige Hage naars van hun dorp moeten spreken De stadspoorten waren nooit zonder bewaking, daarvoor zorgde waarom we den onzer theaters no toeds waren de poort! tot de stad wili betalen aan pooi old. 's avonds voor <|en stuiver terecht, tal van officieel «raoii betaling waren vr|estel<l onzer dagen tot zijn onmiddellijk deze bevoorrecht De Sint-A nthonispoort te Amsterda de wallen te liggen en werd in I6H steeds op de Nieuwmarkl staatlit den Ouelekerkstoren. naar i kwa, mbo mort beken Geen stadsbew er of Herhaaldelijk sto eeren de schilderijen om rseve Dat ze steeds door de graveun getuigen de fraa En het stemt tot heelde poorten tol De. poorten opjeuw en 1 pre' verhe in on behoi De MuiderpotrH I worden afgebroken verrees een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 14