Een fraai win tertafereel uit 1785. Ijsvermaak op de Vest (thans Stadhouders -
kade) nabij de Leidsehe poort te Amsterdam. Waar men de molens ziet, ligt
thans het Vondelpark. Naar een aquarel van J. Jelgerhuis.
mort
irnket
',s een
Amsterdam zakte op 29 Januari 1769 plotseling scheef en moest
feu karwei, waarvoor blijkbaar veel belangstelling bestond. Ter plaatse
lieuw poortgebouw, dat er nog steeds staat. Naar een gravure.
de Muiderpoort, die er nog steeds staat en in de plaats kwam van een voor
gangster. die in 1769 plotseling verzakte. Nog verder van den ouden poortvorm
staat de Haarlemmerpoort te Amsterdam, een bouwsel met erg veel zuilen.
Al in de dagen van Napoleon had de oude stadsomwalling haar defensief
karakter verloren. Tot 1865 hadden de poorten echter nog een zeker nut, daar
werden, bij 't binnenkomen, de stedelijke accijnzen geïnd. Toen die vorm van
belasting verdween, brak er voor de poorten een slechte tijd aan: bij dozijnen
werden ze gesloopt. De oude wallen en singels werden soms nog in plantsoen
herschapen, zooals te Arnhem, Nijmegen en Haarlem, de poorten moesten
echter tegen den grond.
Waarlijk, de negentiende eeuw was de gouden eeuw der poort-vandalen
Te Leiden werden niet minder dan zes poorten gesloopt, te Haarlem bleef
er één staan, evenals te Arnhem: de oude Sabelspoort. Te Utrecht, waar
eertijds tal van fraaie poorten stonden, bleef geen enkele bewaard. De Alk-
maarders, blijkbaar vergeten, hoe zij vroeger steeds opnieuw om hun poort
recht hadden gesmeekt, braken in 1802 de Friesohe binnenpoort al af. En
dat was heel ondankbaar, want juist deze poort was zoo'n prachtig bolwerk
geweest tijdens het Spaansclie beleg, toen „van Alkmaar de victorie begon",
't Gevoelloos Nageslacht verkoopt om geld te krijgen
Mij, oude Vriessclie poort, voor afbraak, uit de hand;
Mij, die het Spaansch Canon zoo dapper bracht tot zwijgen,
Mij, die een sieraad was van 't vrije Nederland!"
stond er op een morgen op het met ondergang bedreigde gebouw te lezen.
Het mocht niet baten, de slooping ging door.
Zoo is er in de vorige eeuw veel verdwenen; het is eenvoudig beschamend,
als u ziet hoe weinig eerbied ons voorgeslacht destijds voor 't verleden had.
En het snelverkeer deed de rest
Gelukkig brak later een beter inzicht baan. Wie thans een poort wil sloopen,
krijgt geen kans! Onbedreigd spiegelen ze zich in de grachten, de fiere
wachters over onze steden. En nog in onze dagen leggen ze getuigenis af van de
welvaart en den schoonheidszin der oude poorters. L.
Een voorbeeld der „nieuwe" poorten, gebouwd in natuursteen en met klassieke vormen, was de
bekende Delftsche poort te Rotterdam, voltooid in 1772 door bouwmeester P. de Swart. Op den
voorgrond de Schie, geheel links de Sint-Laurenstoren. Naar een lithografie.
poort te Alkmaar naar een gravure uit 1726. De Witte Vrouwenpoort te Utrecht, de steal waar geen enkele De Koepoort te Enkhuizen, die behouden bleef, naar een
t poort viel als slachtoffer der sloopers. poort gespaard bleef. Naar een gravure uit 1640. gravure uit 1726.
rs no teeds portier noemen, 's Nachts
.jinortier" en dan weet u meteen
iid-gegalonneerden deurwachter
■en gosloten, wie toch toegang
hebben, moest daarvoor flink
pooield. Minder hoog was het tarief
oor |en; dan kon men voor een
de oude stadskeuren staan
icieeli ersonen vermeld, die van deze
en vri ssteldhet stemt den journalist
sgrijpelijke voldoening, dat ook
oorganger, de „courantier", tot
behoorde!
Isbew er of hij was fier op zijn poorten.
eeren deze pittoreske I ouwsels
en onfr seven tiende-een wsehe meesters,
ds op
aveun
kwam, na een stadsuitbreiding, achter
verbouwd tot h"t Waaggebouw, dat nog
rnrt in den ouden toestand met rechts
bekende gravure van Frisius.
ieuw in beeld werden gebracht
en later door de lithografen,
prenten op deze bladzijden,
verheugenis, dat enkele er afge-
in onze dagen gespaard zijn.
behouden bleven, zijn van zeer
verschillend model. Streng en sober, als middel-
eeuwsche kasteelen, zijn de oudste. De Sassenpoort
te Zwolle is zoo'n kasteelae.htig gebouw, dat lioog
uitsteekt boven de huizen. Een merkwaardig
bouwwerk is de Sint-Anthonispoort te Amsterdam,
die uit 1488 dateert. Deze poort is er nog steeds,
alleen zullen de meeste hoofdstedelingen hot niet
eens weten, want in 1690 werd van het gebouw
een Waag gemaakt, die u vindt, op de Nieuwmarkt.
Een andere poort, die op wonderlijke wijze van
bestemming veranderde, was de Heerepoort te
Groningen, die eerst werd afgebroken en daarna
herbouwdin den tuin van het Rijksmuseum
te Amsterdam. Ook de Buitenbergpoort,
uit Deventer kreeg daar een plaats.
Het kanon deed zijn intrede ep verving de
blijden en stormrammen der middeleeuwselie
belegeraars. Uiteraard werden de poorten en
muren aan de nieuwste snufjes der vernie
lingstechniek aangepast. Met de stadsmuren
was het trouwens aan het eind van de
zestiende eeuw gedaan; ze werden vervan
gen door aarden wallen. Een prachtig voor
beeld vindt u te Enkhuizenlinks en rechts
van de Koepoort strekken die groene wal
len zich uit.
Tijdens de worsteling met Spanje werden
vele poorten verwoest, in 't Twaalfjarig
Bestand zien we dan ook overal nieuwe,
poortgebouwen verrijzen. De Gouden Eeuw-
is intnsschen aangebroken, rijk van bouw
en versiering worden dus de nieuwe poorten.
Architecten van naam komen er aan te pas,
zooals Idoven de Key, de bouwmeester van
't Leidsehe stadhuis en de beroemde Vleescli-
halte Haarlem. Een fraai exempel van dezen
renaissancebouw staat nog steeds te Sneek:
het is de vermaarde Waterpoort, die scherp
contrasteert, met de nog geheel gotische
vormen van die andere fraaie waterpoort,,
de Koppelpoort, te Amersfoort.
Al die poorten waren gebouwd van het voor ons
land zoo karakteristieke materiaal: de baksteen.
Later wordt, de bouw heel anders, de architecten
gaan natuursteen gebruiken en allerlei klassieke
stijlen toepassen. Zoo ontstaan poorten, die mot
haar middeleeuwselie voorgangsters slechts den
doorgang gemeen hebben. Een van die „nieuwe"
poorten was de Delftsche poort te Rotterdam uit,
1772. In de hoofdstad verrees een dergelijk gebouw: