lantük van den mist. De vage silhouetten van gaande en komende menschen Mist of geen mist: de klanten moeten hun melk hebben, denkt de melkboer. En even rustig als
inen zich af op de grijze, grauwte als uitgesneden figuurtjes op wit papier. altijd rijdt hij zijn rijtje af.
woonlijk het dikst ca. 1 uur na
zonsopgang en hij lost zich
veelal voor don middag op (de
zoogenaamde ochtendmist). Hij
kan echter in de maanden met
lange nachten gedurende ver
schillende etmalen aanhouden.
In heuvelige gebieden komt de
mist het meest voor in vochtige
laagten; in de groote steden
en haar omgeving treedt hij
vooral op aan de lijzijde.
Hoe, wanneer of waarvandaan
zij ook konten: niemand heeft
het erg op nevel en mist be
grepen. Ze verkleinen ons toch
al niet te groote wereldje en
iedereen ademt opgelucht, als
het zonnetje weer doorbreekt
en de grauwe eentonigheid ruime
baan maakt voor licht en kleur.
(Foto's Fellinga)
De verkeersagent heeft het zwaar
te verantwoorden op zijn post..
Dij de groote, drukte voegt zich
nu nog de grillige passagier
„mist", die overal tegelijk op
en in wil.
Als sombere, vage gestalten uit een onwezenlijke wereld staan en wachten ze, omdat ze weten dat, trots mist en nevel, hel
leven toch zijn gewone gangetje gaat.
Al staat hij verborgen in een lage wolk, toch weten de Ofschoon de fietsers zich met een slakkengangetje voortbewegen, blijft het veilig oversteken" een
getrouwen nog altijd den ouden muzikant te vinden. betrekkelijk begrip.