0* Baron i WB ONZE VERVOLG ROMAN fen nieuw produet der Suniight Jeep fabrieken mmm Hoe U de reuk ook vindt Erdal BLIJFT kwaliteit 22 GEEN ZEEP MEER VOOR DE VAAT NEEM VET-EX THANS TE BAAT De huisvrouw heeft het nieuwe afwaschmiddel van de Sunlight Fabrieken, Vet-Ex, dankbaar aanvaard en het als een uitkomst beschouwd! Geen wonder: Vet-Ex, het snelste en veiligste middel voor vatenwasschen, is zelfs beter dan zeep voor de vaat I Vette voorwerpen worden snel en gemakkelijk gereinigd door de bijzondere vetoplossende bestanddeelen, waaruit Vet-Ex bestaat. Ofschoon het geen zeep bevat en dus geen schuim kan vormen, verwijdert het toch alle vet, zonder reuk of smaak aan glas of porselein achter te laten. Vet-Ex reinigt ook volkomen veilig hel tast geen enkel voor werp aan. Aardewerk, porselein, lepels, vorken, messen, glaswerk en kristal worden met Vet-Ex in een oogen- blik afgewasschen. Vet-Ex behoort in geen enkele huishouding te ontbreken, nu zeep zoo schaarsch is geworden. Met Vet-Ex spaart U zeep voor de wasch. Een pak is ruim voldoende voor 25 keer vatenwasschen Een pak Vet-Ex is ruim voldoende voor 25 keer vatenwasschen Door schaarschte aan grondstoffen niet overal voorradig Omdat wij - door oorlogsomstandigheden - éen ander oplosmiddel voor onze wassoorten moesten vinden, werd de reuk van Erdal anders. Dat is al wat er ge wijzigd werd. De eigenschappen der edele wassoorten echter, waar het op aan komt, - die bleven dezelfde. Dat garandeeren wij U. Schoenen zijn een kostbaar bezit: wees er dus zuinig op! Vandaar, dat wij onze schoenen poetsen met ERDAL. Doch met overleg, zoodat we lang met 'n doos toekomen, want ook met Erdal moeten we zuinig zijn NEDERLANDSCH FABRIKAAT. KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDEHan Rootling:, een jonj? en energiek journa list van een plaatselijk dagblad, bemerkt dat in een leegstaande villa achter zijn huis nieuwe bewoners zijn gekomen, maar tegelijkertijd heeft hij ontdekt, dat hij een schattig en alleraardigst buurmeisje heeft gekregen, dat Adri heet Op denzelfden middag dat Han deze ontdekking doet, ontmoeten twee oude vrienden elkaar, die vroeger samen op school en in dienst zijn geweest; het /.i.jn de heeren Rooding, een groot aannemer, en Lantema, directeur van de Industriebank, de respectieve vaders van Han en Adri. Han vindt het meisje erg sympathiek en maakt al spoedig kennis met haar. Rooding wil een complex huizen bouwen, waarvoor hij een groot bouwcrediet. moet hebben, dat hij van Lantema wil zien te krijgen. Om hierin te slagen lijkt hem 'n nauwere verbintenis tusschen Han en Adri gewenscht. Han is over dit voorstel van z'n vader heftig verontwaardigd en tracht Adri in den vervolge te ontloopen. De plannen van de beide vaders zijn nu ook Adri bekend. Rooding heeft een stuk grond op het oog, dat hij van Nelis van Stiel, een vroegeren vriend uit den diensttijd, wil koopen. Lantema hoort Rooding <»P slinkschc wijze uit en verneemt, dat aan het land veel geld te verdienen is; hij maakt misbruik van vertrouwen en koopt, zonder Rooding hierin te kennen, den grond. Han is inmiddels op kamers gaan wonen. Zijn directie heeft hem tot reizend journalist benoemd, wolk heuglijk feit hij met Adri's vriendin, Els Poorters, gaat vieren. Ten gevolge van een dijkbreuk loopt de geheelc Oosterpolder onder water, waaronder ook de grond, welken Lantema van Van Stiel aangekocht heeft, valt. Adri gaat met haar vader naar de plaats des onheils - li draagt zorg voor de vluchtende kinderen. Als Rooding verneemt, dat Lantema hem be drogen heeft, ontstaat er tusschen de vrienden een heftige ruzie. Han heeft Adri de minder waardige praktijken van haar vader voor de voeteh geslingerd; hij solliciteert naar een betrekking in Batavia. Nu kunt u verder lezen. We hadden 't over Adri," begon zij. „Ja?" „Ze zal wel al slapen, zei ik, en dat is ook zoo. Maar ze is niet hier." „Wat zeg je?" „Ik heb haar uit logeeren gestuurd. Bij mijn zuster in Beekbergen." Lantema zat sprakeloos naar haar te kijken. „Ze was een beetje overspannen," ging zijn vrouw voort. „Overspannen? Waarvan?" „Dat zal ik je straks vertellen. Ik vond 't noodig, dat zij een poosje in een andere omgeving was. Dus toen heb ik Lef opgebeld...." „En gaat dat maar allemaal buiten mij om?" vroeg Lantema geraakt. ,,'t Kon niet wachten, vond ik." „Je wist, in welk hotel ik logeerde." Mevrouw Lantema kreeg het warm. Zij vermeed hem aan te kijken. „Je laat altijd een adres achter," zei ze, „maar ik kan je er nooit bereiken. Den eenen keer probeer ik driemaal, en krijg ik je niet; en als ik je krijg, heb je 't land, omdat ik je stoor in je zaken. En er zijn dingen, die ik je onmogelijk door de telefoon kon zeggen." „Tragisch," spotte Lantema. „Laat de bom maar barsten. Wat is er voor vreeselïjks?" ,,'t Kind voelt zich doodongelukkig," zei mevrouw bewogen. „Ze schijnt van Han Rooding te houden, en er is een kink in den kabel gekomen. óf hij houdt niet van haar, óf er zit iets tusschen iets met jou en Rooding...." Lantema lachte schamper. „Minne smart," zei hij. „Komt ze wel overheen. We moeten allemaal een pilletje slikken op zijn tijd. Da's gezond." „In ieder geval heeft ze tijd noodig, om er overheen te komen," hernam zijn vrouw gedwongen kalm. „En ik zag geen behoorlijke kans, je er over te raad plegen. Dus heb ik haar weggestuurd." „En wanneer komt de juffrouw terug?" „Dat ligt er aan. Misschien over een dag of veertien, of drie weken." „Zoo. En waér ligt dat aan?" „Wanneer we klaar zijn met ver huizen." Andermaal zette Lantema oogen op van volslagen onbegrip. „Verhuizen?" „Ja ze moet niet eiken dag dat huis weer voor haar oogen krijgen, als ze terug is. Dan vergeet ze hem nooit als ze hem vergeten kan." Lantema greep naar zijn papieren. Zoo onmogelijk onhandelbaar had hij zijn vrouw nog nooit gezien. Even laten betieën "„Ik moet nog een paar dingen na kijken," zei hij, „en dan wou ik slapen. We praten morgen wel verder." „Je moet altijd een paar dingen na kijken, als ik wat zeggen wil," viel me vrouw Lantema uit, „maar als 't om ons kind gaat, moet je luisteren! Je hebt Han en haar eerst zelf bij elkaar ge bracht, en nu zij er ongelukkig door is, moet je een paar dingen nakijken en slapen!" „Als je niets anders kunt dan ruzie maken, zwijg dan maar liever. Ik wil rust en vrede in huis hebben." „Ik ook! Ik heb vierentwintig jaar lang gezwegen, om rast en vrede in huis te hebben, en wat heb ik er mee ge wonnen? Ik lig voor een oortje thuis, en mijn kind moet de deur uit, om over haar ellende heen te komen!" Ons kind," verbeterde Lantema. „Precies," kreeg hij terug, „óns kind. Dus hoor je te luisteren, als ik 't over haar heb, en niet je papieren als voor wendsel te gebruiken, om mijn mond te snoeren." Lantema legde zijn papieren neer en keek verbaasd naar zijn vrouw, naar haar, die tientallen jaren altijd even voegzaam en gezeglijk was geweest, en nu doorbeet als een politiehond. Hij kende haar zoo niet. Kalm blijven, vermaande hij zichzelf, en de bui in 's hemelsnaam maar over zich heen laten gaan. „Je kunt gerust zeggen, wat je te zeg gen hebt," kwam hij. „Dus Adri is verliefd, en 't wil niet boteren? Wat is er dan voor bezwaar?" Zijn vrouw keerde zich naar hem toe en keek ook verbaasd. „Je bent toch niet blind?" riep ze uit. „Heb je dan niet gezien, hoe 't wérd tusschen die twee? Als jij niet zoo on voorzichtig met Rooding gepraat had, dat jullie die twee aan elkaar wilden lijmen, waren ze al een half jaar geleden verloofd geweest. En 't had nóg goed kunnen komen, als je 't niet nog erger bedorven had met die ongelukkige zaken van je en dat ellendige jagen naar geld! Wat is er voor bezwaar, vraag je nog! Je bent maar door blijven hollen ais een os voor de bijl, en je zag niet eens, wat je plattrapte! Zaken, werken, geld. anders denk je nergens om! Je. eigen zin en je eigen wil voor de rest bestaat er niets! Of je vrouw en je doch ter ergens zin in hebben en iets willen, daar let je niet op! Zeur nu niet ik moet werken. Ik kan vanavond niet ik moet werken. Is 't eten nog niet klaar? ik moet werken! Da's zoowat onze eenige huwelijksconversatie ge weest!" Lantema's gezicht vertrok pijnlijk. „Als je denkt, dat je me wat te

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 22