RSTPRIJS VRAAG
jijnp
p
H
roe vers
z ze Laars
K».-
lid» te
V. De ambtsketen
VI. Een forensenverhaal
>0,
jrcmies, gewone en troostprijzen
r onz
n vai
moeg
crack
en d
n en
nils'
s mei
kant
»>r et
echit
irbliji
te
•acht
in fl
aard
oploi
is fl.
ibnnn
250.
lame
rijzet
ie:, d
n lezers nog eens een interessante prijs-
bijzondcre huiselijke gezelligheid weer
li een paar uurtjes afzonderen voor een
kan beproeven. En dit te meer, als hij
vele aanzienlijke geldprijzen beslag te
\roostprijzen uiet eens te spreken.
Er zijn gemakkelijke, er zijn ook
hen, al ligt het voor de hand, dat hij,
li, heeft, dan hij, die er minder instuurt,
prijs, die alle zes de vraagstukken
onverhoopt kleiner zijn dan het aantal
aide prijzen worden verloot onder de
rden tussehen degenen, die het ondanks
Men tot vier goede oplossingen.
(«eIJprijzen en luxe-voorwerpen.
750.uitgeloofd, te weten
50.-, tezamen fl. 150.-
50.-200.
00.—500.—
00.—.400.—
250.-650.—
10.—
pte of
ïngen
100.te zamen fl. 750.-
oegewezen, wordt er een collectie van
■not.
postpapier, mooie foto-albums, ver
kies. vierkleurenpntlooden enz. enz. en
aan deze prijsvraag niet. gering zal zijn,
uit en wel: luxe-boekomslagen, bloe
mles- en heerenvwlpottooden, zakmessen,
'm en luxe-voorwerpen met een gezamenlijke
1 troo tprijzen.
o[
)ezer
emdf
;en kwam er een heerschap binnen,
rak hij tot den winkelier,
eke antwoord. „Maar.... hebt u 'n bon?"
te voorschijn en de winkelier moest dus
och Jjertrouwde hij het zaakje niet erg en hij
r af tb schepen.
hij ..Ik heb in uw maat nog maar één paar
schoenen voorradig en dat paar is toevallig van
uitstekende kwaliteit en heel duur. Het kost vijf
entwintig gulden."
Dit scheen den klant inderdaad af te schrikken. Hij
bekeek echter de schoenen van alle kanten en ten
slotte stapte hij over zijn bezwaar heon. Hoe langer
men met de dingen toemoet, hoe meer men op de
kwaliteit moet letten, vond hij. Hij kocht dus de
schoenen en betaalde met een bankbiljet van honderd
gulden.
De winkelier, die schaars in zijn klein geld zat, kon
hiervan niet teruggeven. Hij stuurde even een winkel
juffrouw met het biljet, naar zijn buurman, een
bakker en deze wisselde het in voor vier briefjes van
vijfentwintig. De klant kreeg dus zijn schoenen en
drie briefjes van vijfentwintig terug, terwijl de win
kelier het vierde briefje van vijfentwintig in zijn
cassa deed. Daarna verliet de kooper snel den
winkel.
Er was nog geen uur verloopen,
toen de bakker hevig ontdaan met
het bankbiljet van honderd gulden
den winkel binnenstormde.
„Wij zijn bedrogen," riep hij uit.
„Het bankbiljet is valsch. Kijk
maar naar het watermerk."
Het bleek, dat de hakker gelijk
had en er zat voor den schoenhan
delaar niets anders op, dan hem
honderd gulden voor het waarde-
looze vod te geven.
's Avonds, toen de winkelier zijn kas opmaakte,
probeerde hij de schade vast te stellen. Maar dit was
nog niet zoo heel eenvoudig. Als wij u vertellen, dat
de winkelier op
een paar schoe
nen van vijfen
twintig' gulden
vijf gulden winst
maakte, zoudt u
er dan kans toe
zien, voor hem
uit te rekenen
hoe groot zijn
totale schade, in
geld uitgedrukt,
bedroeg? Knap
pe rekenaars,
toontuw scherp
zinnigheid
Als vijfde schakel in onze reeks nog een
schakelverhaal. Het moet jaren geleden zijn gebeurd
met een rechter en zijn griffier. Na een rechtsgeding
waren zij verdwaald in het woeste bergland van de
Abruzzen, dat destijds nog vol struikroovers zat. Na
dagenlang zwerven, toen hun reiskoets door een
nauwe spelonk voer, sprongen er plotseling vier
roov.ers op de paarden en dwongen hen tot stilstaan.
Daarna opende een vervaarlijke rooverhoofdman het
portier van do koets en het klonkje geld of je leven.
„Wel," zei de rechter glimlachend, „dan zijn wij'
gauw uitgepraat, vriend. Geld heb ik niet bij mij. Ik
ben niet berekend op een groote reis. Ik ben ver
dwaald. En zoo is het met mijn griffier ook gesteld.
Je zal dus met onze levens tevreden moeten zijn."
De rechter droeg echter zijn gouden ambtsketen.
Begeerig strekte de roover er de hand naar uit, maar
angstig weerde de rechter haar af.
„Je wilt mij toch mijn ambtskete niet ontnemen!"
sprak hij. „Zij is het teeken van mijn waardigheid."
„Daar kan ik tot mijn spijt geen rekening mee
houden, mijnheer de rechter. Ik schat het ding op
wel tienduizend lire en die zouden mij best van pas
komen."
„Alle eerbied voor je schatvermogen. De keten is
öp den kop af tienduizend lire waard. Als ik nu mijn
griffier naar de stad stuur, om van mijn vrienden
tienduizend lire te lee-
nen, zou je ons dan bij
zijn terugkomst in vrij
heid stellen? Ik geef je
mijn eerewoord dat hij
niet naar de gendarmerie
zal gaan. Je moet' mij
vertrouwen. Ten slotte
moet ik jou ook vertrou
wen. Wie waarborgt 'mij,
dat je bij de tienduizend
lire ook niet de keten behoudt en ons nog over
hoop schiet bovendien?"
,Hoho, nu kom je mijn rooverseer te na. Ik wil
een overeenkomst met je aangaan. Jij stuurt je grif
fier naar de stad, pm het geld te halen. lederen dag,
dien je bij mij verblijft, geef je mij één schakel van je
keten, Je keten heeft zesendertig schakels. Je
knecht heeft dus zesendertig
dagen den tijd, om het geld bij
elkaar te zoeken. Als hij aan het
eind van de zesendertig dagen
niet terug is gekomen, kan je
vrij heengaan, maar ik behoud
je keten."
De rechter ging met dit voor
stel aceoord. De griffier kwam
juist op den avond van den zes
endertigsten dag met, het geld
terug en de rooverhoofdman
hield zijn rooverseer hoog. De
rechter kreeg zijn schakels terug en mocht met zijn
griffier naar huis gaan. Natuurlijk had hij er voor
gezorgd, de keten zoo weinig mogelijk te bescha
digen. Hoeveel schakels moesten er op zijn minst
worden geopend om te hereiken dat de rooverhoofd
man voor iederen dag één schakel ontving?
Het klinkt in onze dagen onwaarschijnlijk, maai
er was werkelijk eens 'n forens, die zich eiken dag-
met zijn auto van het station liet afhalen. De man
had een zaak in Amsterdam en woonde in Bussum.
's Middags om een uur of vier nam hij den trein en
kwam in Bussum aan om half vijf. Frits, de chauf
feur, zorgde er altijd voor, klokslag half vijf voor te
rijden. Op een dag gebeurde het, dat de forens toe
vallig een nóg vroegeren trein kon nemen, zoodat hij
al om vier uur in Bussum aankwam. De wagen was
er natuurlijk nog niet. Dan maar te voet, dacht onze
forens. En, dacht hij er bij, onderweg kom ik Frits
toch tegen, dan kan hij mij verder naar huis rijden.
Zoo gebeurde het inderdaad. De forens was precies
tien minuten .vroeger thuis dan anders. Voor hem
was het heel gemakkelijk, om na te gaan, hoe lang hij
liad gewandeld. Hij behoefde maar op zijn horloge te
kijken. Dat kunnen wij niet doen. Is er nu toch iemand,
die kan uitrekenen, hoe lang de forens geloopen
had? Een kort raadseltje, maar. misschien niet
het eenvoudigste. Lest best, zegt het spreekwoord.
De oplossingen moeten om geldig te zijn voldoen aan
de volgende voorwaarden
1. De oplossing mag uitsluitend per briefkaart worden
ingezonden onder het motto „Kerstprijsvraag".
2. Deze briefkaart mag geen enkele andere mededeeling
bevatten. De oplossingen moeten op de volgende wijze
worden gegeven
I. schakels, omdat IVgulden
I!Vschakels
III. Riek IsVIminuten
3. De oplossingen moeten vóór Dinsdag 6 Januari 1942
in ons bezit zijn.
4. De briefkaarten moeten worden geadresseerd als volgt:
Panorama-De Stad Amsterdam aan Singel 263, Am
sterdam Panorama-Groot Rotterdam aan Staten-
singel 179b, R'dam-Blijdorp Panorama-'s-G aven-
hage In Beeld aan Stationsweg 95, 's-Gravenhage
Panorama-Ons Land aan Biltstraat 142, Utrecht
Panorama-Ons Zuiden aan Stationsweg 27, *s-TIer-
togenbosch, of Stationsstr. 20, Maastricht Panorama-
Ons Zeeland aan Badhuisstraat 5, Vlissingen Gei-
dersch Panorama aan Nieuwe Plein 42, Arnhem
Overijselsch Panorama aan Oldenzaalschestraat 56,
Enschede.
Wij herinneren er aan, dat er momenteel kinderzegels
verkrijgbaar zijn, zoodat u daarvan, mocht u er iets voor
voelen, gebruik kunt maken.
*TWkoTiin(ïcii Tuou Ram molt,