SPELEN IN DE STUDIO Demo of plaat? Budget of professioneel? Blokboekingen ledereen die ooit op het commando "band loopt" een gloedvolle muzikale prestatie heeft moeten leveren, weet dat het spelen in de studio een aparte ervaring is. Muziek opnemen kun je al met een simpele cassette-recorder en vaker dan je denkt is de geluidskwaliteit daarvan voldoende om iemand te overtuigen van de stem of het liedje. Elvis Costello kreeg in 1976 een platencontract bij Stiff Records met een simpel thuis opgenomen cassettebandje, ledereen die deze tape ooit ge hoord heeft - hij is op diverse bootlegs verkrijgbaar - zal beamen dat de sfeer van de opname per fect is en kan zich voorstellen dat de A R manager van Stiff door de bocht is gegaan. Of wat te denken van het verhaal van de Amerikaanse zangeres Michelle Shocked. Pete Lawrence, de baas van het Britse platenlabel Cooking Vinyl zag haar in 1986 optreden op het Kerrville Folk Festival in Texas. Lawrence was diep onder de indruk van haar optreden en vroeg haar op z'n Sony Walkman wat liedjes op te nemen die hij thuis als demo kon laten horen. Michelle speelde ter plekke, gewoon in de buitenlucht, een C90 cassette vol. Eenmaal terug in Engeland besefte Lawrence dat Michelle's tape iets bijzonders had, juist door alle tsjirpende vogeltjes en passeren de auto's. Deejay Andy Kershaw liet wat opnamen op de BBC-radio horen en kreeg daarop verras send veel reacties. Eind 1986 werd het cassettebandje op plaat uitgebracht, onder de titel "The Texas Campfire Tapes". Twee maanden later stond de LP nummer 1 in de Britse independent hit parade en inmiddels is Michelle Shocked een bekende zangeres. Dit ter relativering van het vol gende. De keuze van de studio wordt bepaald door het antwoord op twee vragen: waar heb je de opname voor nodig en hoeveel geld is er beschikbaar. Wil je een demo opnemen dan is een simpele opna me van redelijke geluidskwaliteit voldoende. Het is hoogstens van belang dat je voldoende sporen hebt om het idee voor het liedje goed uit te werken. De vaak gehoorde klacht dat de gemiddelde A R manager tegenwoordig niet eens meer aan de hand van een demo kan beoordelen of het een goed liedje is, berust op onzin, onbegrip en onwetendheid. A R managers zijn op zoek naar een goed uitgewerkt concept dat met relatief weinig moeite (lees: kosten) kan worden omgevormd in een verkoopbaar product (lees: plaat). Wanneer een muzikant met een demo bij een platen maatschappij aanklopt moet hij ervoor zorgen dat het concept zo goed mogelijk uitgewerkt is en dat hij niet tijdens het gesprek met de A R man dwars door de muziek hoeft te roepen: "En hier komen dan de strijkers, daar moet nog een gitaarsolo en voor dat stukje neem ik binnenkort zang les...". Die ruis of die wat minder sjieke galm maken weinig uit voor de beoordeling of een concept al dan niet hitpotentie heeft. Voor het opnemen van demo's zijn er in Nederland talloze studio's beschikbaar, variërend van vier sporen voor een tientje per uur tot vierentwintig sporen voor tweehonderd per uur. Bij het kiezen van de studio is het goed te beseffen dat je betaalt voor alles wat er staat, ook voor die spullen die je niet gebruikt. Een gitaarrockband heeft weinig aan een veelheid van samplers, synthesizers en andere electronica, maar is gebaat bij voldoende sporen en goede microfoons. Een rap crew kan thuis met een drumcomputer en een sampler de hele productie voorbereiden en heeft doorgaans voldoende aan acht sporen. Het is de kunst van tevoren te bepalen wat je ongeveer wilt gaan ge bruiken en een studio te vinden die dót heeft staan en niet meer. Mocht je zelf niet goed in kunnen schatten wat je nodig hebt, schroom dan niet om de studiobaas en collegamuzikanten met die vraag lastig te vallen. 19 Wanneer de opnamen bedoeld zijn om op plaat uitgebracht te worden, dan is de geluidskwaliteit natuurlijk veel belangrijker. Plaatopnamen worden doorgaans gemaakt in studio's met minimaal zestien sporen en randapparatuur van een bepaald niveau. Bij deze studio's wordt een onder scheid gemaakt tussen de budgetstudio's (tussen de 50,- en 150,- per uur) en de echt profes sionele. Het verschil in kwaliteit tussen budget en professioneel is voor elke leek te horen. Het ver schil is echter niet zo groot dat platen uit budgetstudio's bij voorbaat kansloos zijn. Het verschil tussen budget en professioneel zit hem zowel in de kwaliteit van de apparatuur als in de mogelijk heden. Dat geldt over de hele linie: recorder, mengtafel, microfoons, acoustiek, enzovoorts. Een belangrijk verschil is het al of niet computergestuurd zijn van de mengtafel: met een geautomati seerde tafel mix je sneller en exacter dan met een gewone. Vooral bij muziek met veel dynamiek is dat een belangrijk punt van overweging. Ontbreekt een computergestuurde tafel, dan is de aan wezigheid van voldoende noise gates belangrijk. We leven in het tijdperk van de CD en het pu bliek is eraan gewend geraakt dat de ruis in stille passages binnen de perken blijft. Budgetstudio's willen op dit punt nog weieens tekort schieten. Bij het maken van een calculatie is het goed te beseffen dat de opnamekosten zich niet beperkt tot de uurprijs van de studio. Allereerst heb je te maken met bandkosten, toch al gauw ettelijke hon derden guldens. Voor een optimaal resultaat is het bovendien verstandig om wat geld uit te trek ken voor het masteren, een duur woord voor het in volgorde knippen van de band en het met een equalizer corrigeren van bepaalde frequenties. Soms kan het verstandig zijn om daarvoor uit te wijken naar een andere studio. Belangrijk is ook van tevoren goed te weten of de kosten van de technicus bij de huur van de studio zijn inbegrepen. Bij een plaatproductie is er één gouden regel, die maar al te vaak uit het oog wordt verloren. Als er niet genoeg geld is om het goed te doen, kun je het beter niet doen. Wanneer je voor jezelf een bepaalde norm gesteld hebt waaraan de plaat in technisch opzicht moet voldoen, dan moet je daar niet meer aan tornen want daar krijg je vroeg of laat spijt van. Je kunt in dat geval beter een half jaar langer doorsparen. Veel studiobazen proberen hun ruimte te verhuren in blokboekingen van zoveel mogelijk aaneen gesloten dagen. Dat lijkt aantrekkelijk, maar het is goed daarbij te beseffen dat werken in de studio veel vermoeiender is dan gewoon werken. Doorgaans ben je na een dag of vier volledig uitgeteld en kun je best een paar vrije dagen gebruiken. Spelen en zingen in de studio is een verhaal apart, waarover talloze anekdotes en indianenverha len de ronde doen. Een belangrijke keuze vooraf aan de opname is of je al dan niet gebruik maakt van de mogelijkheid om de instrumenten apart van elkaar op te nemen. Wanneer je ervoor kiest om "laag voor laag" op te nemen, is het belangrijk dat de bassist en de drummer veel samen repe teren, eventueel met een clicktrack wanneer ze die willen gebruiken. Ook is het aan te raden om die repetities op te nemen met een portastudio, zodat je thuis de gitaar- en toetsen partijen kunt re peteren. Je beperkt zo ook het risico van partijen die in de studio plotseling niet meer bij elkaar blijken te passen en je raakt gewend aan het in je eentje inspelen van je partij. Zingen in de studio is voor de meeste zangers een lijdensweg. Het vooruitzicht dat de producer en de mede-bandleden achter de studioruit elke lettergreep op een goudschaaltje wegen doet veel mensen al dichtslaan. Ook daarop kun je je voorbereiden door vooraf te oefenen met een portastu dio. Een veel gevolgde werkwijze bij de leadzang is dat het liedje eerst een aantal keren volledig op verschillende sporen wordt opgenomen, waarna er een "best of" partij wordt samengesteld. Soms wordt de zanger(es) daarna nog gevraagd een paar woorden of zinnen overnieuw te doen. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Popinfoboek | 1991 | | pagina 11