RUBEN URN DER LIJKE, RL 25 JRRR MUSKUSRRTTENBESTRIJDER 12 Ik zag hem in augustus in het land lopen, langs de slootkant en zo dicht mogelijk langs het talud om het gewas niet te vertrappen. Het was toen hoog zomer en boven de 30 graden. Ikzelf stond er op afstand naar te kijken in een dun T-shirtje en korte broek. Hij in lange lieslaarzen en een T-shirt met lange mouwen. Tja je moet er wat voor over hebben zegt hij aan de tafel waar we dit gesprek houden. ’s Winters is het weer totaal anders, dan kan het goed koud zijn, hoewel er de laatste jaren geen echt koude winters meer geweest zijn. Toch vind ik dit het mooiste beroep wat er is en geniet iedere dag van de vrijheid en van de natuur. Voor me zit Ruben van der Lijke, die al meer dan 25 jaar muskusrattenbestrijder is in dienst van waterschap Scheldestromen: Via mijn buurjongen in Hoek ging ik eens mee en toen er een vacature kwam heb ik gesolliciteerd en de job gekregen. Ik heb eigenlijk alles in de praktijk geleerd. Meer dan anderhalf jaar ben ik met een oudere collega meegelopen om van hem de kneepjes van het vak te leren en vooral waar je in het veld op moet letten. Ieder jaargetijde heeft zijn bijzondere kenmerken vertelt hij enthousiast verder. Het voorjaar is de trekperiode. Dan zoeken de bisamratten een geschikte plaats om te jongen en om een “bouw”, want zo noemen ze het nest van de ratten, te maken. Dan werkt hij met vangkooien in de zwemroutes die op speciale plaatsen worden geplaatst zoals duikers onder een weg. Je kan dan de sporen van de graafwerkzaamheden in het water zien, zoals een soort glijbaan waar de uitgegraven grond uit de bouw in het water getransporteerd wordt. In de zomer worden de jongen geboren, vanaf mei de eerste worp, gemiddeld hebben ze drie worpen per jaar. Er worden 4 tot 6 jongen per worp geboren dus dat gaat hard. In deze periode gebruikt hij meer klemmen die vaak onderwater bij de ingang van een bouw worden geplaatst. Hij kan deze plaatsen vaak herkennen als er jong riet is afgeknaagd of gewassen aangevreten worden zoals mais of graan. In het najaar is er weer een trekperiode. Dan gaan de jonge ratten op zoek naar een eigen territorium en gaan dus weer veel zwemmen. Tijdens de wintermaanden houden ze zich rustig en blijven ze honkvast. De bisamrat is een knaagdier en behoort tot de familie van de woelmuizen. Het is dus geen rat. Het beestje is 25 tot 40 cm groot met een staart tot wel 28 cm en weegt tot 1700 gram wat bijna vier keer zo zwaar is als een bruine rat. In Nederland wordt de bisamrat gezien als een exoot. Het dier komt oorspronkelijk voor in Noord-Amerika en was gewild om zijn bont. Een Tsjechische graaf heeft er rond 1900 een aantal meegenomen en in zijn visvijver uitgezet. Hij wilde er op jagen maar sinds die tijd heeft het beestje zich over geheel Europa verspreid. In Noord-Amerika had de bisamrat de nerts als natuurlijke vijand maar in Europa waren die er niet zodat het beestje zich snel kon voortplanten. De bisamrat wordt ook wel muskusrat genoemd en in België waterkonijn. Reigers willen nog weleens en jonge bisamrat te pakken krijgen maar ook de vos lust ze wel. De vos wil er ook wel met mijn klem Het vangen van de bisamrat is in de ruim 25 jaar dat ik het doe bijna niet veranderd. Wel echter het opsporen ervan. Daar worden allerlei innovaties uitgeprobeerd. Laatst was het nog in de actualiteit dat het opsporen gedaan werd met drones. Die kunnen uit de lucht zien waar er sporen zijn of aangevreten riet of gras zich bevinden en waar dus potentieel een bouw kan zijn. Een andere manier is om honden te trainen die kunnen ruiken waar er een bouw zou kunnen zijn. Weer een andere manier is dat er in het water naar DNA van de bisamrat wordt gezocht. Maar zegt Ruben tenslotte, je weet dan wel waar ze kunnen zitten maar je moet ze dan nog vangen. Tegenwoordig vangt hij ongeveer 200 bisamratten per jaar. Jaren terug waren dat er ruim 4500 stuks per jaar. We hebben dus al een aardige vooruitgang geboekt. Het streven is om in 2034 nul bisamratten te hebben. Het is een convenant dat alle waterschappen samen hebben vastgelegd, want enkel door samen te werken kun je dit bereiken. Daarom is er het plan om in Zeeland 5 extra muskusrattenbestrijders aan te nemen. In Zeeuws-Vlaanderen heb je dan nog met de grensstreek te doen. Om die reden vertelt hij is de samenwerking met België weer aangetrokken. In België is de bestrijding heel versnipperd, dan zijn de gemeentes weer verantwoordelijk, dan weer de provincies en bijna altijd als bijzaak. Nu echter wordt er in België flink geïnvesteerd, dus we gaan de goede kant op. In West-Zeeuws- Vlaanderen zijn er 5 rattenvangers fulltime mee bezig. De kadavers worden afgevoerd naar destructiebedrijven. waar een bisamrat inzit vandoor gaan. Het is voorgekomen dat een boer de klem vond die ver op z’n land lag vertelt hij verder.

Tijdschriftenbank Zeeland

Reünistenblad Zwincollege | 2022 | | pagina 14