13
HSB105 2C22
st -
Ruben van der Lijke
Bisamrat
Peter Filius
Klemmen en markeringspaaltjes
Ik vraag of het weleens voorkomt dat
hij een bijvangst heeft in de vangkooien
of vangfuiken. Ja zeker, dat gebeurt
weleens maar steeds minder. Vroeger
zat er weleens een aalscholver in een
vangfuik, maar nu gebruiken we de
zogenaamde otterring om dit tegen
te gaan. Dat is een ring die in heel
Nederland in fuiken aangebracht is. Die
heeft een diameter van 8 centimeter en
daar kan een otter niet door maar ook
geen aalscholver.
Als bijvangst vangen ze ook weleens een
bruine rat of af en toe en waterhoentje.
Maar voor dit soort bijvangsten is steeds
meer aandacht en we doen er alles aan
om het te voorkomen.
Het maakt de bisamrat niet uit in welke
sloot hij zit, een kleine sloot of een grote
watergang. Wat hij wel graag heeft is een
steile oever zodat hij sneller zijn bouw
naar boven kan maken en minder hoeft
te graven. Het liefst op de zuidkant want
de zon kan de aarde lekker opwarmen
Ik vraag hem of hij in de 25 jaar, de
natuur waarin hij werkt, heeft zien
veranderen.
Wat het meest opvalt zegt hij zijn de
enorme aantallen ganzen die er hier
voorkomen. Verder ziet hij veel meer
vossen en zelfs af en toe een ree midden
in de polders.
Ruben is echt een man van de streek.
Hij is geboren in Hoek en heeft de
mavo in Terneuzen gevolgd en daarna
de landbouwschool in Schoondijke.
Hij heeft een vriendin en zijn zoon
Niels zit al in 5 VWO. Zijn eerste job
was bij een agrarisch uitzendbureau,
daarna enkele jaren bij Doens/
Vermue in de zaadhandel en hij is
zelfs nog 2 jaar dakdekker geweest.
Daarna en alweer meer dan 25 jaar bij
het waterschap Scheldestromen als
muskusrattenbestrijder.
Zijn er eigenlijk nog nadelen aan je werk
vraag ik. Hij zegt dat het fysiek wel
zwaar is om in weer en wind buiten te
zijn om met zware lieslaarzen langs de
oevers lopen.
Maar zegt hij ook, de vrijheid is heerlijk
en het werken in de natuur is het
mooiste wat er is.
En als allerlaatste zegt hij, het
waterschap is een goed werkgever.
zodat het binnen in de bouw sneller
warm is.
Als ik hem hem vraag hoe groot zijn
gebied is antwoordt hij dat hij 400
kilometer waterloop beheert. En dat
varieert dan van kleine sloten waar hij
bij het langslopen beide oevers kan
inspecteren tot grote watergangen waar
hij beide oevers moet aflopen.
Daar heeft hij goed materieel voor. In de
ondiepe sloten kan hij gebruikmaken van
zijn kano, voor de grotere watergangen
kan hij een aluminium bootje met een
elektromotortje inzetten. Maar hij moet
ook heel veel lopen langs de oevers, in
stevige kleding en vaak met lieslaarzen.
REUNiSTENUERENiGiNG ZWiNCCLLEGE