waarbij het oude stadhuis op de grote markt
snot archief en historische kollektie in
brand was gevlogen, schijnbaar goed voor
ï>gen. Reods in 1939 had de heer Grol er voor
gesorgd, dat de kollektie en een deel van. het
archief was opgeborgen in een "scherfvrije
kelder" behorende bij de voormalige bier
brouwerij "De Meiboom"» Ondertussen verplaatst
het gemeentebestuur zijn zetel in 19't2 naar
hat museumgebouw, daar dc kollektie ergens
anders was ondergebracht, zodat het museum
kort dienst heeft gedaan als gemeentehuis.
2n 19^6 maakte de rijksbelastingdienst gebruik-
van het gebouw. Intussen lagen de' museumvoor-
warpen maar opgeborgen in die vochtige kelder
ast alle gevolgen van dien.
Fas in 19^8 begon men met het restaureren van
het museum en in 19^9 (bijna 10 jaar later)
werd het vernieuwde Stedelijk Museum heropend.
De conciërge woonde nog steeds inpandig, de
deur"van het museum was tevens zijn voordeur.
Hij had de beschikking over twee kamers boven,!
terwijl de keuken zich in de kelder bevond,
een haast onmenselijke situatie.
In de komende jaren kreeg het museum kunstlier!
en kolenkachelsDat laatste werd niet als
ideaal ervaren, vóór 196? was de burgemeester
ook voorzitter van de museumkommissie. Echter
in dit jaar werd het voorzitterschap van deze
kommissie verschoven naar een wethouder. In
1967 v/as dat de heer Gillissen Verschage, die
later opgevolgd zou worden door de heer Bruin-
ooge
In de jaren ?0 kreeg het museum een steeds
belangrijker plaats in de samenleving. Er
-16-