Westerhout een fles cognac en een (roze roos. Het antwoord van burgemeester Westerhout luidde als volgts "Mevrouw de voorzitter, dames en heren, Ik heb u in overdrachtelijke zin het jawoord gegeven, Dat betekent dat van nu af aan wij (vrienden en beschermheer) onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden. Voor mij is het vriend zijn geen nieuwe status, maar heeft nu toch weer een wat bijzonder facet? daarvoor ben ik zeer erkentelijk. Hoewel het museum nog niet zo verschrikkelijk lang bestaat ,(100 jaar) is het haast ongelooflijk dat er zo enorm veel in het museum te zien is. Iedere keer weer verrast daar de rijkdom van de verzame ling. In het Zeeuwse is het een museum dat er- zijn mag, dat de moeite waard is. U heeft ons de rijke geschiedenis verteld. In de laatste jaren is er veel geld ter beschikking gesteld uoor het gemeentebestuur cm het tot een vol waardig museum te maken. He+ Vlissingse gemeen tebestuur beschikt niet over de nodige midde len om nog veel extra te doen, maar ons museum draait niet alleen, dankzij de aktiviteiten van de konservator, maar ook dankzij de vrienden, en trekt steeds meer belangstelling. Dat hier ook tentoonstellingen gehouden wordenj betekent dat het bezoekersaantal is verhoogd. Het museum wordt een steeds aantrekkelijker punt in de Vliss^ngse samenleving. "Slecht- weer-voorzieningen"daar wordt veel over gesproken. Welnu, hier staat er een. Het museum is een rijk bezit, waarop wij trots moeten zijn. Voor het gemeentebestuur is het een bijzonder prettig gevoel dat het geld wat in het museum gestoken is, .iets goeds is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1982 | | pagina 20