-15- ton open te schroeven om de lucht te ver versen en het ingesijpelde water er uit te laten. Hierbij bleef de duiker in de ton. Het was dus voor die mensen een hard bestaan en men moest zeker geen last hebben van claustrofobie. Het bleek echter al snel te moeilijk, orri veel goederen boven water tc halen. Hierdoor ver slapte vermoedelijk do interesse in het wrak en verdween het materiaal in de archieven en al snel was men het vergeten. Totdat een hoogleraar in de historische cartografie, de heer G. Schilder, de originele kaart van Abraham Anias terugvond. Ondertussen waren er wel al kopiën van de kaart van Anias ge maakt, omdat Abraham Anias op zijn kaart ook de ligging van de zandbanken had weergegeven, wat voor zeelieden natuurlijk heel belangrijk was. Zo een kopie werd ook gemaakt door 1 Joannes van Keulen in 177*1. In het Stedelijk Museum Vlissingen bevindt zich een exemplaar van deze laatste kaart, waarop ook de wrak plaats van de Anna Catherina en de 'TViiegent Hart staat aangegeven. Dankzij de originele kaart van Abraham Anias kon de h9er G. Schilder een berekening maken waar het wrak op dat momen ergens moest liggen. In 1977 nam hij kontakt op met het Rijksmuseum te Amsterdam, dat kontakt legde met een Engels duikteam, waar het Rijksmuseum al eerder kontakt mee had gehad. Dit duikteam stond onder leiding van de heren Rex Cowan en John Rose, en na jaren lang speurwerk kon het wrak dankzij verfijnd elektronisch meetapparatuur in 1981 gelokali seerd worden. Vanaf dat moment werd besloten dat de werkelijke opgraving vanaf juni 1982 zou gaan beginnen. Een aktiviteit, die vermoedelijk nog jaren in beslag zal gaan nemen. Het duikwerk

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1982 | | pagina 23