-12- TVLIEGENT HART Op 3 februari 1735» 's middags orn 2 uur, vertrok de Oostindiëvaardsr 'TVliegent Hart, dat uitgerust was door de Kamer Zeeland van de Verenigde Oostindische Compagnie, van de rede van Rammekens naar de koloniën van het voormalig Indië. Het schip, dat op 1? mei 1730 te water was gelaten, had een lengte van 1^5 voet (dat is ongeveer LL meter)hetgeen voor die tijd een redelijk groot schip was. Van-1730 tot 173^ maakte het schip zijn eerste reis, In het begin van 1735 werd het schip gereed gemaakt voor zijn tweede tocht naar Indië. Het zou tezamen met een iets kleiner schip, de Anna Catherina, de tocht ondernemen. Het was normaal, dat de schepen vanuit Middelburg naar de rede van Rammekens voeren, om daar een gunstig moment voor het vertrek af te wachten. Op 3 februari stond er een scevige oostenwind. Dit leek gunstig, daar men dan met de wind in de rug de Westerschelde uit kon varen. Om de schepen door de toen ook al verraderlijke Westerschelde te leiden waren er loodsen aanwezig. Er was een loods aan boord van het 'TVliegent Hart en er was een loods op de hoeker "De Mercurius", die voor de 0.IC-schepen uit zou varen tot ze het Kanaal gepasseerd zouden zijn. Daarna kon deze boot de loodsen aan boord van de O.I.C.- schepen overnemen en terugvaren naar Vlis- singen. Op de vroege ochte,nd van 3 februari 1735 kwam de schipper van de Mercurius, Willem Gerbrandtsz, aan boord van de 'TVliegent Hart. Nadat hij enige tijd over het dek heen en weer had gelopen, kreeg hij zonder kontakt

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1982 | | pagina 4