Geïnspireerd door de plannen voor her inrichting van de Vissershaven, publi ceren wij reeds nu een imoressies DE SCHUITEN HEBBEN DEN DAG VOLBRACHT De schuiten hebben den das volbracht Zij drijven terug naar de goede haven Achter de kim ligt de zon begraven onder den troost van rooden pracht. Wind is er haast niet, maar de sterke vloed draagt ze vriendelijk, alle gelijk, naar binnen, den wijden, veiligen mond tegemoet, waar de hoofden hun wachtende omarming beginnen. Zoo glijden zij voor de avondlucht, de hooge, slapende zeilen geheven. Het lijkt een betooverde vogelvlucht, In laatsten droomenden wiekslag gebleven. Dan komt een enkele windezucht. De doode wimpels rimpelen even. Jan Prins (geb. l$7f) Uit» "De liefde tot zijn land is ieder aangeboren".

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1983 | | pagina 10