-18- met de nadrukkelijke vermelding dat dit besteed zou moeten worden voor aankoop van kunstvoor werpen t.b.v. het museum, toegevoegd aan de gemeentelijke reserve van het museum. Aangezien de "Vrienden" van het museum veel méér doen dan alleen fondsvorming, zoals bijvoorbeeld het organiseren van aktiviteiten rond het museum, heeft dit ook konsekwenties voor de besteding van de gelden. Er wordt kontributie gevraagd aan de leden; de vereniging kent namelijk (nog) geen donateurs. Het bestuur heeft gemeend, bij besteding het volgende principe te laten gelden: De "Vereniging Vrienden van het Stedelijk Museum Vlissingen" kent een jaarlijks vast te stellen minimumkontributie. Deze dient op de eerste plaats om de aktiviteiten van de "Vrienden" te organiseren. Alles wat boven deze minimum- bijdrage wordt geschonken, wordt gestopt in een "aankoopfonds". Tevens wordt het positieve verschil tussen uitgaven en inkomsten uit de minimumkontributie toegevoegd aan dit fonds. Extra financiële schenkingen en/of nalaten schappen worden in het geheel toegevoegd aan het "aankoopfonds". In de praktijk betekent e.e.a. dat een flink deel van de minimumbij- drage ook naar het aankoopfonds gaat. Het percentage ervan tracht het bestuur zo groot mogelijk te houden, maar is niet te fixeren. Het is ook mogelijk, indien de leden dat zin vol achten, de mogelijkheid te openen tot het donateursschap. De afdracht van een donateur komt dan geheel ten goede aan het "aankoop fonds". Een donateur heeft dan echter geen recht op de gratis faciliteiten die de "Vrienden" organiseren. Het bestuur zou het op prijs stellen over een eventueel "donateursschap" uw mening te horen. W. Weber

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1983 | | pagina 20