-26-
ACHTER DE SCHERMEN VAN HET MUSEUM
Menigeen vraagt zich wel eens af, waar en hoe
het museum voorwerpen koopt. Bij sommige musea
(vooral de grotere) gaat een konservator alle
veilingen af. Veilinghuizen sturen daarom hun
katalogi naar musea. Soms stroopt men ook an
tiekzaken af. Op zo een veiling Vindt men vaak
kollega's en meestal spreekt men onder elkaar
af waarin men geïnteresseerd is, zodat men
niet tegen elkaar opbiedt. Toch komt het helaas
maar al te vaak voor, dat men toch tegen elkaar
opbiedt, verblind door verzamelwoéde, daar
sommige musea verzamelen het belangrijkste
vinden. Het gevolg is dat het meeste geld in
aankopen gaat zitten en een deel van de museum
mensen konstant onderweg is naar veilingen,
antiekzaken etc. Uit het bovenstaande blijkt,
dat er voor een aankoopbeleid minstens twee
dingen belangrijk zijn: veel geld en veel tijd.
Daarnaast is het noodzakelijk, dat het museum
weet wét men wil kopen. Men zoekt bijvoorbeeld
naar voorwerpen, die een "gat" in de kollektie
opvullen. Een museum probeert een overzicht te
tonen van de ontwikkeling op een bepaald ge
bied, bijvoorbeeld de ontwikkeling van de munt-
gewichtdoosjes. Als in die ontwikkeling een
exemplaar ontbreekt, gaat men daarnaar op zoek,
en probeert het te verwerven. Het laatste toont
het derde gegeven voor een verzamelbeleid: men
moet eerst weten wat er is, om te kunnen weten
waar de "gaten" in de kollektie zitten. Bij
het museum in Vlissingen ligt juist bij het
laatste het grote probleem: We weten zelf niet
eens precies wat er is, dus laat staan dat
bekend is wat er verzameld moet worden. Tot
nu toe is de kollektie vrij slecht geïnventa-