-10- goten op al even eenvoudig bewerkte konsöles. In wendig bestonden de vloeren uit dikke houten balken, praktisch onbewerkte boomstammen, alleen wat gevierkant met een timmermansbijl. Daarover heen ca. 3 cm dikke vloerdelen, alles berekend op de bedrijfs- en opslagfunktie. Opmerkelijk in het gebouw zijn de kleine poortjes die zich zowel op de begane grond als op de zolder even boven de vloer bevinden. Aan de buitenzijde afgesloten door twee tralies en san de binnenzijde door een houten luikje. Later, in de'19e eeuw, zijn sommige luikjes vervangen door een giet ijzeren rooster. Deze "poortjes" moeten bedoeld zijn als ventilatie-opening. In kombinatie met een geopend raam erboven kon op die manier een luchtcirkulatie tot stand worden gebracht. Of deze 18e eeuwse "air-conditioning" nu inderdaad veel effekt heeft gehad is de vraag. Voor die tijd was het in ieder geval een aardig uitgedacht systeem. In 1823 werd het gebouwenkomplex aangekocht door de gemeente Vlissingen en geschikt gemaakt als hospitaal voor de garnizoenssoldaten. Voor wat betreft de bouwmassa's en de konstrukties behoefde niet veel aan het gebouw veranderd te wofcden. De grote bedrijfsruimtes waren uitstekend geschikt om er soldaten in te legeren, vond men in die tijd. De grootste verandering bestond uit het opdelen van het achtergebouw in twee zalen en het geschikt maken van de zolders als ziekenzalen. Deze werden voorzien van een houten beschieting en dakramen voor wat meer daglichttoetreding. Wel werd een fraai trappenhuis aangebracht met een dubbele trap, die thans in vervallen staat nog gedeeltelijk

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1984 | | pagina 12